Zuid-Vietnam vergroot Zijn gezag
Dalende macht van Vietcong
Nu de Amerikaanse troepen zich terugtrekken uit Zuid-Vietnam, zijn er in toenemende mate tekenen, die zouden kunnen wijzen op een gunstige keer in de oorlog tegen de communisten. Geruime tijd is er reeds geen sprake meer van groot opgezette communistische offensieven in Zuid-Vietnam, terwijl het Zuidvietnamese leger successen boekt bij de bestrijding van Noordvietnamezen en Viet-Cong-soldaten in Laos en Cambodja. Uit een recent onderzoek bleek dat het gezag van Saigon zich binnenslands steeds steviger vestigt. Bij een poging om de samenstelling van het Zuidvietnamese volk en de gezagsverhoudingen waaronder het leeft te analyseren, moet men antwoord geven op de vragen: „Aan wie (communisten of de regering in Saigon) geven de mensen hun loyaliteit?" en „Onder wiens gezag leven de mensen?"
De eerste vraag kan uiteraard slechts in vage termen beantwoord worden: het antwoord op de tweede vraag is evenzeer moeilijk, maar kan toch wel wat concreter zijn.
Men poogt momenteel de effectiviteit van de gezagsstructuur te meten door middel van het „Hamlet Evaluation System" (wijkbeoordelingssysteem). De districtsadviseurs waarderen de dorpen en wijken op grond van een aantal militaire, veiligheids-, administratieve, politieke en economische criteria. De waarderingscijfers worden door middel van een computer verwerkt tot gemiddelden, trends en vergelijkingen. Alhoewel de uitkomsten van dit systeem een verre van volledig beeld geven van het volksgevoelen, meent men dat het HES toch wel bruikbare aanwijzingen geeft met betrekking tot de machtsverhoudingen.
Het HES onderscheidt de dorpen in 6 categorieën: A, B, C, D, E ên V. Catef^orieën A, B en C bevatten „relatief betrouwbare" wijken. D en E zijn „twijfelachtig", en V is duidelijk onder de invloedssfeer van de Vietcong.
Zoals gezegd, is het HES natuurlijk niet absoluut nauwkeurig, maar het geeft, vooral door de vergelijking in de tijd, een aantal indicaties die nuttig zijn voor de beoordeling van de staat. Gezamenlijk werken in Delta. de Mekong waarin de in Zuid-Vietnam gevoerde veelzijdige oorlog verkeert.
De cijfers, ontleend aan het HES tonen duidelijk aan de groei naar stabiliteit in de laatste twee jaar:
Dat Saigon beter in het zadel is komen te zitten, Is niet in de laatste plaats te danken aan de verbetering van de bestuurlijke organisatie van het land.
Voor administratieve doeleinden is Vietnam verdeeld in 4 militaire afdelingen, 44 provincies en 11 autonome gemeenten met bestuursbevoegdheden gelijk aan die van de provincies. De provincies zijn onderverdeeld in districten (er zijn 242 landelijke districten en 23 stads- en bijzondere districten), dorpen (2162), en gehuchten (10,707).
De burgemeesters van Saigon en de autonome gemeenten worden tegenwoordig benoemd door de president. In ambtelijke zaken staan alle bestuursactiviteiten onder toezicht van het ministerie van binnenlandse zaken.
Uiteraard is het nu zo, dat als gevolg van de oorlogsomstandigheden vele facetten van regeringszaken in handen zijn van de militaire autoriteiten en dat alle provincie- en districtshoofden eveneens militairen zijn.
MILITAIRE REGIONEN
Vietnam is in 4 militaire afdelingen verdeeld; los daarvan'staat het militaire district van de hoofdstad. Aan het hoofd van de regio's staan regionale militaire commandanten, die benoemd worden door de minister en rechtstreeks aan hem verantwoording schuldig zijn. De regionale militaire commandant, ofschoon niet officieel, behorend tot het burgerlijk bestuur, houdt toezicht op en coördineert de gezagsposities in de districtskantoren van de centrale regering en de provinciehoofden.
PROVINCIES
Het provinciehoofd wordt benoemd door de president. Hij is verantwoording schuldig aan de eerste minister en aan de mtnister van binnenlandse zaken. Hii houdt zich bezig met de PIETPmene bestuur'iike, alsmede met budget- en belastingzaken binnen ziin IPT-rein. Hij is speciaal verantwoordelijk voor het handhaven van recht en orde en is tevens militair commandant voor zijn afdeling, alwaar hij het commando voert over de regionale en bevolkingsstriidkrachten in zijn provincie. Daarbij heeft hii de supervisie en het gezagsbeheer over de centrale regeringsdiensten binnen zijn bevoegdheden en hii beheert de administratie van districts- en dorpszaken.
Een provinciale raad staat het provinciehoofd bil in de uitvoering van zijn taken. Deze raad werd voor de eerste maal gekozen in 1965, waarbij de Raad beperkte bevoegdheden werden gegeven volgens bannelingen die dat jaar werden vastgesteld.
DISTRICTEN
De provincies zijn verdeeld in districten; in vele gevallen is het districtshoofd een majoor van de strijdkrachten, benoemd door de minister van binnenlandse zaken, op voordracht van het provinciehoofd. De voornaamste verantwoordelijkheid van het districtshoofd is de militaire veiligheid in zijn gebied. Hij is óók verantwoordelijk voor de handhaving van het recht en hij coördineert de werkzaamheden van de overheidsdiensten. Hij houdt toezicht op de uitvoering van programma's m.b.t. de volksgezondheid, landbouwproduktieverhoging en publieke werken. Voorts beoordeelt hij de faits-etgestes van dorps- en wijkoverheden. Officieel kan hij optreden als lijkschouwer en als assistent van de provinciale officier van justitie: zelfs kan hij als rechter fungeren in eenvoudige burgerlijke en strafrechterlijke zaken.
DORPEN
De basisinstitutie in Zuid-Vietnam is het dorp. Volgens een oeroude traditie was het dorp een vrijwel autonome gezagskring: van de eerste eeuw vóór Chr. tot 1965 — dus bijna 20 eeuwen lang — regeerde het dorp zichzelf: deze zelfstandigheid bleef ongemoeid zolang het dorp voldeed aan de door de rijksoverheid opgelegde belastingplicht. Dorpshoofden werden gekozen, door de inwoners, uit de „beperkte" kring van „dorpsoudsten".
In het begin van deze eeuw begonnen de Fransen systematisch de invloed van het dorpsgezag te verminderen. Het Diem-regime bevestigde deze ontwikkeling door in 1956 te bepalen dat dorpshoofden zouden worden benoemd door het hoofd van de provincie; hierdoor ontstond een rechtstreekse regeringsinvloed in dit traditioneel onafhankelijke dorpsgezag.
Een ommekeer werd teweeg gebracht in de grondwet van 1967, die het instituut van vrije verkiezing van de dorpshoofden wederom invoerde.
In het huidige systeem kiezen de kiesgerechtigden een administratief comité dat bestaat uit 8 tot 12 personen; dit comité wijst uit zijn midden een voorzitter aan. Deze voorzitter — c.q. het dorpshoofd — benoemt dan een staf, bestaande uit de volgende functies: economie en financiën, veiligheid en politie, voorlichting en propaganda, jeugdzaken en burgerlijke verdediging. Er wordt een dorpsraad gekozen, bestaande uit 5 tot 11 onbezoldigde leden. Deze raad vergadert één keer per maand om te overleggen over zaken van gemeenschappelijk belang, zoals de begroting en de ontwikkelingsplannen.
In januari 1969 werd een maatregel van kracht die bepaalde dat ieder dorp met een gekozen gezag een bedrag van 1 miljoen piasters ontving van de rijksoverheid, grotendeels ter vrije besteding voor verdere ontwikkeling van de gemeenschappelijke voorzieningen.
WIJKEN
Een dorp is onderverdeeld in kleinere administratieve eenheden „hamlets" (wijken) genoemd. (Een gemiddeld dorp beslaat een gebied van enkele km2, en bevat 7 wijken). Elke wijk heeft een lokaal gekozen wijkhoofd, en de grotere ^ wijken kiezen ook een assistent-wijkhoofd. Het wijkhoofd vertegenwoordigt de belangen van dé wijkbevolking vis vis het centrale dorpsgezag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's