Herman van den Boogaard: verbeelder van het Woord
Vergeten kunstenaar jubileert
Niet velen zal de naam van de kunstenaar Herman van den Boogaard uit Haarlem iets zeggen. Dat deed hij tot voor kort oas ook nauwelijks, maar wij vinden dat toch een betreurenswaardig verschijnsel. Deze niet meer jeugdige schilder, die zich aandient als „de Protestantse schilder", heeft momenteel in het „Spaense Huys" te Naarden een jubileumtentoonstelling van de periode 1931 tot 1971, waarin een deel van zijn sterk religieus oeuvre wordt geëxposeerd.
Herman van den Boogaard blijkt zich vooral te laten inspireren door Bijbelse taferelen en de titels van zijn werken zijn bijvoorbeeld: „De verloren zoon", „Emmaüsgangers"; „Golgotha", „Opdat zij allen één zijn", „Prediking des Woords", „Pinkstergeest", „Klanken des Heiligdoms", etc. Ook andere onderwerpen behandelt Van den Boogaard, maar de Bijbelse invloed is ook dan onmiskenbaar. heeft momenteel in het „Spaense Huys" te Naarden een jubileumtentoonstelling van de periode 1931 tot 1971, waarin een deel van zijn sterk religieus oeuvre wordt geëxposeerd.
Knappe techniek
De techniek van Van den Boogaard is uitermate knap en hij kreeg dan ook terecht veel lof hiervoor van de voormalig directeur van het Rijksmuseum, dr. F. Schmidt Degener, bij wie hij ook een tweetal exposities heeft gehad in de loop der tijden, te weten „De Christus-gedachte" en „de kunst van heden". Inmiddels is Van den Boogaard een welhaast vergeten kunstenaar. Dat is niet onbegrijpelijk. Zijn kunst is niet meer dat, wat de moderne tijd zo graag ziet. Hij is ook niet de schilder van het angstaanjagende en verdorvene. Zijn beeldingskracht is sterk, maar hij weigert zich te verlagen tot de belachelijke producten van de jongens van de contraprestatie, wier techniek meestal bestaat in het zich verongelijkt tonen, wanneer men hun wanprodukten als waardeloze nep aan de kaak stelt. Toch is de Protestantse schilder geen „zondagsschilder" met zoetelijke devoot aandoende bidprentjes, zoals die in massa's werden geproduceerd in de tijd dat het „Rijke Roomsche Leven" nog zijn gloriedagen doormaakte.
Kubisme
Hij laat zich ook moeilijk ergens indelen. Zijn voorliefde voor vakken en vlakken herinnert soms aan het kubisme, maar niet in het extreme van een Piet Mondriaan. Dat de schilder een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt in veertig jaar, blijkt niet uit zijn technieken; een zekere uniformiteit, die bij het bekijken soms een vermoeiende indruk kan maken als men er niet ruim de tijd voor neemt, kan Van den Boogaard niet ontzegd worden. Dat deze Bijbelse kunstenaar nu min of meer vergeten is, moet zeker betreurd worden. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat zijn „bloeitijd" lag voor de laatste wereldoorlog.
Profetisch
Dat blijkt ook uit beoordelingen, die hem roemen. Daarbij is o.a. de eveneens protestantse kunstenaar dichter Jan H. de Groot, die in de tijd van „Opwaartsche Wegen" meer bekendheid genoot dan thans. Onder zijn bewonderaars mogen we ook rekenen de nu hoogbejaarde ds. A. G. Barkey Wolf, die het zo formuleerde: „zijn cirkels liggen alle om het ene middelpunt. God. Zijn werk is door en door theocentrisch. Zo is hij een vroom schilder geworden". En de reeds overleden ds. Polderwaart uit Hilversum schreef des tijds over hem: „wij zijn overtuigd dat deze met zijn bijbels evangelische en profetische kunst aan alle Protestanten een belangrijke prediking heeft te brengen".
Weinig aandacht
Dat is echter niet voldoende doof ie-, der - onderkend. Slechts hier' en daar heeft men deze kunstenaar „benut" om een bepaalde bijbelse voorstelling te schilderen, die voor ieder dagelijks zichtbaar zijn i.p.v. af en toe op een tentoonstelling. Zo hangt in het Hervormd Wijkgebouw te Naarden zijn grote paneel „Jacob worstelt met de ......
De nu jubilerende schilder zei ons, dat zijn werk echter niet alleen door Protestanten wordt gewaardeerd, maar ook door andersdenkenden. Dat moge dan zo zijn, maar de kleine expositie in het niet erg bekende museum te Naarden trok toch niet de aandacht, die de schilderkunst van deze Van den Boogaard verdient. Er valt nog wat goed te maken, maar de tijd dringt. Officieel zou de tentoonstelling, die van twee tot vijf elke werkdag te zien is, duren tot en met zaterdag 23 oktober, maar verlenging lijkt wel mogelijk. De schilder zelf wil graag toelichting geven en men kan hem te Haarlem bellen (telf.023 312696) of schrijven: Ipenrodestraat 17. Laten we hem niet vergeten!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's