Kraker en knokker ongewenst

Bij de beschouwingen in de Tweede Kamer over de begroting van Justitie was te verwachten, dat de positie van de drie Duitse oorlogsmisdadigers te Breda ter sprake zou komen.

De woordvoerder van de VVD mr. A Geurtsen meende, dat voor deze drie gevangenen in ieder geval niet de weg  tot voorwaardelijke invrijheidsstelling voor levenslang gestraften zal ingeslagen mogen worden. Als zij al moeten worden vrijgelaten, dan zal dit moeten geschieden langs de weg van gratie. Naar het oordeel van de fractie van de VVD kan er echter in ieder geval binnen afzienbare tijd geen aanleiding bestaan om gratie te verlenen. Ook de CPN bij monde van J, F. Wolff zag geen enkele aanleiding om tot vrijlating over te gaan. De fractie van de PvdA is verdeeld over het lot van de drie te Breda, Drs. J. J. Voogd (PvdA) merkte op, dat de fractie niets voelt voor het verlenen van gratie, want bij gratie komt de Kamer er niet meer aan te pas, en dat is onjuist. De meerderheid van de fractie erkent graag de argumenten van de minderheid, dat levenslang niet in ons strafbestel past, maar de pijn die duizenden landgenoten zouden ondervinden is voor haar doorslaggevend om de drie niet vrij te laten,

AFWACHTEN

De KVP hield zich nog wat op de vlakte en herinnerde eraan, dat minister Van Agt heeft gezegd, dat hij eerst de Kamer over deze kwestie wil raadplegen. Hij vroeg de minister hoe en wanneer dit zal gebeuren. Mr, B, de Gaay Fortmann (PPR) verweet de regering, dat zij door het ontvangen van de Keizer van Japan de beleidsvrijheid die zij totnogtoe had wat de drie van Breda betreft, heeft verloren. Door dit welwillendheidsbezoek toe te staan heeft zij de gevoelens van het volk niet ontzien, en daarom kunnen deze gevoelens voor de regering nu geen rol meer spelen. Wat steekt er dan wel achter het niet vrijlaten, zo vroeg hij de regering. Het zitten van de drie te Breda heeft volgens hem niets meer met straf te maken.

Een andere kwestie waar de Tweede Kamer over verdeeld was, was het optreden van krakers van woningen en als reactie daarop van het optreden van knokploegen, die de krakers weer verjagen.

Dr, Roethqff (PvdA) verweet de regering, ,dat het woningkraken is' voortgevloeid uit het in gebreke blijven van de overheid om het maand in maand uit leegstaan van woningen te voorkomen. Ik kan niet inzien, zo zei hij, dat het optreden van knokploegen al dan niet in opdracht van of in samenwerking met degene, die financieel van de woningnood profiteren, de rechtszekerheid bevordert. Hij vroeg de minister dan ook er krachtig tegen op te treden.

DUIDELIJK

Mr. A, Geurtsen (VVD), in gezelschap van. GPV en SGP vond het onaanvaardbaar dat de minister nog studeert om een bepaling in het Wetboek van Strafrecht op te nemen, die het kraken van woningen strafbaar stelt.

Het is één van beide, zo stelde mr. Geurtsen: of wij maken ernst met de bepaling van de grondwet die zegt, dat ieder gelijke rechten heeft op bescherming van persoon en goed, of wij vinden dat dit niet voor huiseigenaren geldt en maken dat ook duidelijk. „Degene die het daarmee niet eens is, moet dan maar zijn emigratiepapieren klaar maken", zo riep hij uit.

Nu tengevolge van dit afwezige beleid knokploegen gaan optreden, die wij natuurlijk niet kunnen tolereren, moeten wij ons wel de leemte in de wet realiseren. De PSP bij monde van drs, H, Wiebenga had geen enkele behoefte aan en was absoluut tegen wijziging van het Wetboek van Strafrecht. Hij meende, dat door het arrest van de Hoge Raad, de eigenaar die zijn bezit verantwoord beheert, beschermd wordt, terwijl de eigenaars die huizen lang laten leegstaan met speculatieve bedoelingen z.i. terecht die bescherming niet genieten.

Eerder op de dag bij de behandeling van- de politiebegroting had minister Van Agt reeds te kennen gegeven het optreden van knokploegen tegen woningkrakers met beslistheid van de hand te wijzen. Binnen vijf minuten was de agenda van de Eerste Kamer afgewerkt. Nadat dr. W. P. Berghuis (ARP) tot lid van de Eerste Kamer was beëdigd kwam de verhoging van de deelneming van het Rijk in het aandelenkapitaal van de KLM aan de orde. Het budgetrecht van de Eerste Kamer zou zijn aangetast, zo meende dr. M, van Hulten (PPR) doordat wij ons nu eerst kunnen uitspreken over deze deelneming terwijl de zesde van de zeven aan te kopen Boeings 747 reeds op Schiphol geland is. Dankbaar werd door hem de voorgestelde verhoging met 200 miljoen gulden in het aandelenkapitaal van de KLM aangegrepen om het geloof in de noodzaak van de economische groei te bestrijden. Een geloof, zo merkte Van Hulten op, dat wij niet kunnen delen.

Met de stemmen van PSP en PPR tegen nam de Eerste Kamer het voorstel tot uitbreiding van de rijksdeelneming in het aandelenkapitaal van de KLM aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen