Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Particuliere hulp sneller dan van internationale organen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Particuliere hulp sneller dan van internationale organen

KIT in teken van ontwikkelingshulp

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de algemene ledenvergadering van het Koninklijk Instituut voor de tropen te Amsterdam waren gisteren naast andere genodigden ook aanwezig Z.K.H. prins Bernhard en prins Claus. Van belang was de benoeming van dr. C. Nachtegaal, secretaris-generaal van het instituut, tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Dr. Nachtegaal heeft een zeer belangrijke periode in het bestaan van het instituut begeleid. In de 9 jaar, dat hij leiding gaf aan het KIT heeft dit zich ontwikkeld tot een organisatie met aanzienlijk ruimere taken dan vroeger, nu het zich grotendeels beweegt op het gebied van de ontwikkelingshulp.

Dr. Nachtegaal heeft het instituut gemaakt tot een organisatie, die dienstbaar is aan arme landen en volken. De onderscheiding werd hem uitgereikt door minister Boertien van Ontwikkelingssamenwerking. De minister attendeerde op de lange carrière van de heer Nachtegaal, eerst bestuursambtenaar in Indonesië, daarna in Suriname en bracht hem de dank van de regering over.

In het middelpunt van de belangstelling in deze ledenvergadering stond een rede van de Amerikaan E. M. Martin, voorzitter van het ontwikkelingshulpcomité van de organisatie voor Europese samenwerking en ontwikkeling. De rede handelde over ontwikkelingspolitiek vóór de jaren '70. Opvallend was, dat de heer Martin, die qualitate qua een overtuigd voorstander is van ontwikkelingshulp door internationale lichamen grote waarde bleek te hechten aan ontwikkelingshulp, verricht door particuliere organisaties, zoals het Koninklijk Instituut voor de tropen. Hij sprak grote waardering uit voor het werk van het instituut en zei onder meer, dat particuliere organisaties vaak sneller praktische resultaten bereiken dan internationale lichamen.

VOORWAARDEN

Volgens Martin moet aan twee voorwaarden worden voldaan, wil het vraagstuk van de ontwikkelingslanden in de komende jaren een stap dichter bij een oplossing komen. Ten eerste dient in het rijke deel van de wereld de overtuiging te groeien dat steeds meer geld niet alleen een verbetering van het bestaan betekent. In de tweede plaats moet men beseffen, dat de wereldvrede in gevaar blijft zolang tweederde van de mensheid nog onder het bestaansminimum leeft, aldus Martin, die erop wees, dat 25 landen in de wereld moeten worden gerekend tot de meest arme, die zonder hulp van buitenaf nooit boven dat minimum zullen kunnen uitkomen. Tussen de ontwikkelingslanden onderling bestaan even gevaarlijke welvaartsverschillen als tussen de rijke landen enerzijds en de ontwikkelingslanden als geheel anderzijds, volgens de heer Martin.

Als men voor de ontwikkelingslanden in de komende jaren een gemiddelde inkomensgroei van 6 procent nastreeft, dient men te bedenken, dat dit cijfer slechts een gemiddelde voor alle ontwikkelingslanden aangeeft, maar dat tal van landen onder deze gemiddelde welvaartsstijging zullen blijven. Bovendien zijn in diverse landen intern de inkomensverschillen groter geworden. Een en ander heeft er reeds toe geleid dat de werkloosheid groter is dan 10 jaar geleden. De meeste arme landen zijn dan ook slechts gebaat bij maatregelen die de werkgelegenheid vergroten. Het stimuleren van werkgelegenheid heeft echter alleen zin indien de bevolking sterk en gezond genoeg is. In veel landen is evenwel sprake van ondervoeding en gebrek aan kennis. Martin pleitte in dit verband naar een doeltreffender vervaardiging van ijzervrij voedsel en voor zeer toegepast onderwijs.

Ontwikkelingshulp, voorgesteld in de zin als door Martin gepropageerd, roept zekere twijfels op, niet omdat zou moeten worden gewerkt aan de verheffing van arme landen naar een hoger levenspeil, maar omdat daarbij met de inzettingen Gods geen rekening wordt gehouden.

Dit bleek duidelijk uit het vervolg van de rede van de heer Martin, die suggereerde, dat alle inspanningen dan op den duur vruchteloos zullen blijken, indien de groei van de bevolking niet onder controle kan worden gehouden. Familieplanning is politiek volgens hem een zeer delicate zaak. Toch is in 10 jaar tijd het aantal landen, dat tot bevolkingspolitiek is overgegaan gegroeid van 2 tot 47. Dit achtte spreker een positieve zaak. Ook aan de zijde van de donorlanden wordt het belang van familieplanning voor ontwikkelingslanden steeds meer erkend, zo meende de heer Martin. We zullen volgens hem moeten kiezen tussen „quantity of life" en „quality of life".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1971

Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's

Particuliere hulp sneller dan van internationale organen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1971

Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's