Onze Vader

Moeten niet de Twaalf Artikelen uit ons huiselijk en kerkelijk gebruik gesloten worden om dezelfde reden waarom men bezwaar maakt de kinderen het Gebed des Heeren te leren of toe te laten dat dit Gebed (dat de Heiland niet alleen aan Zijn leerlingen. Judas niet uitgezonderd, maar ook aan de schare voorschreef) gebeden wordt door mensen, van welker wedergeboorte men zich niet verzekerd houdt? Zegt men „Dit gebed past in de mond van hen, die hun Vader in de Hemelen hebben", men zegt een volle waarheid, die uit de aanspraak „onze Vader. Die in de Hemelen zijl" ten volle blijkt. Zegt men „Christus heeft dit gebed ook aan zulken bevolen te bidden", men zegt weer een volle waarheid.

Schoon ik geenszins ontken dat er vele zulke ware en ernstige aanroepers van Gods Naam onder deze schare geweest zijn. zal men mij echter nooit tonen dat de mensen. aan wie Christus dit Gebed voorschreef, alleen zulke mensen en geen anderen uit deze .schare waren. Beroept men zich op Matth. 6 : 5-8. men zal daar wel een bevel en vermaning vinden dat zij zo moesten zijn, maar geenszins een getuigenis dat zij zo waren. Want dan zouden de mensen, welke Christus daar aansprak, volmaakt geweest zijn. gelijk hun Vader, Die in de Hemelen is.

J. VAN DEN HONERT T. HZN. („Mens in Christus"). 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen