Stichting 'Geestelijk Kantoor' moet Hervormde predikantstractementen overnemen
Interimnota Comm. Verdam:
Als de staat overgaat tot afkoop van de financiële verplichtingen aan kerkgenootschappen kan alleen worden gerekend met de situatie van dit ogenblik en zal het verleden buiten beschouwing moeten worden gelaten.
Dit is een van de conclusies die zijn opgenomen in een interim-nota van de adviescommissie-Verdam, die zich met de technische uitwerking van een afwikkeling der bestaande verplichtingen van de staat aan een aantal kerkgenootschappen bezighoudt.
Deze verplichtingen belopen zo'n 3,5 miljoen gulden per jaar aan traktementen, pensioenen en andere uitkeringen.
In de nota, die staatssecretaris mr. A. van der Stee van financiën aan de Tweede Kamer zond wordt gesteld dat de uit 1815 stammende regeling zo volstrekt verstard is en tot allerlei willekeurigheden heeft geleid, dat het niet doenlijk is met het verleden rekening te houden. Zo hebben bijvoorbeeld de na 1815 ontstane kerkgenootschappen aan de regeling geen deel gehad. Aan al die willekeurigheden valt alleen een eind te maken door het roer om te gooien.
Vreemde regels
De tussen de deelgerechtigde kerkgenootschappen opgetreden verschillen kunnen bij afkoop niet ongedaan worden gemaakt.
De commissie geeft hier enkele voorbeelden. Uit historische rechten is nog verklaarbaar dat gelden voor verhuiskosten worden uitgekeerd aan Hervormde en Lutherse predikanten die een beroep naar Limburg aanvaarden. Merkwaardiger noemt de commissie het dat weduwen van Oud-Katholieke geestelijken geen weduwenpensioen ontvangen, zulks vanwege de vroegere celibataire staat van de Oud-Katholieke geestelijken. Even merkwaardig wordt het genoemd dat opperrabijnen geen pensioen ontvangen. Dit is slechts begrijpelijk als men bedenkt dat zij in 1815 en in ieder geval gedurende de gehele 19e eeuw steeds hun leven uitdienden, en dat tot voor kort een pensionering van een opperrabbijn een hoge uitzondering was. Redenen te over dus om bij afkoop van het feitelijk heden uit te gaan.
„Kapitaliseren"
Wel dient naar de mening van de commissie rekening te worden gehouden met enige trends die duidelijk naar voren komen: de toeneming van het aantal standplaatsen en de sociale trend in de verlening van pensioenen. Geldontwaarding kan bij de bepaling van afkoopsommen in het algemeen niet in de berekeningen worden betrokken.
De pensioenverplichtingen moeten volgens de commissie worden gekapitaliseerd op basis van een voortdurende verplichting en niet naar een verplichting die tot het leven van de tegenwoordige gerechtigden is beperkt. Het pensioen is immers niet aan de persoon maar aan het ambt verbonden. Ook moet bij afkoop van de pensioenen rekening worden gehouden met verhogende factoren, zoals het vertraagde sociale beleid en de verwachte toeneming van het aantal emeriti in de jaren zeventig. De commissie suggereert het gekapitaliseerde bedrag uit te keren aan een pensioenraad of -fonds dat verplicht is de betalingen voort te zetten en bestaande verwachtingen te honoreren. Ook de traktementen moeten volgens de commissie gekapitaliseerd worden op basis van voortdurendheid.
„Geestelijk Kantoor"
Voor de traktementen der Hervormde predikanten denkt de commissie aan de oprichting van een stichting „geestelijk kantoor", die de verplichtingen overneemt jegens de dienstdoende predikanten en dan verder overlegt aan wie onder bepaalde garanties het gekapitaliseerde bedrag kan worden overgemaakt. Voor de R.K.-geestelijken prefereert zij een uitkering aan de betrokken parochie.
De verplichtingen van de staat worden geregeld in artikel 185 van de grondwet. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp aanhangig gemaakt dat beoogt dit artikel te schrappen en te vervangen door een nieuw artikel volgens hetwelk de nieuwe regeling bij normale wet moet worden geregeld.
De commissie-Verdam werd geïnstalleerd op 16 september 1970 als voorgangster had zij de staatscommissie Van Walsum, die in 1946 werd geïnstalleerd en die 20 jaar later advies uitbracht. Voornaamste oorzaak voor dit late advies was. de verscheidenheid van meningen over de delicate verhouding tussen overheid en de kerken.
Met de afkoopregeling is naar schatting 60 miljoen gulden gemoeid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 6 Pagina's