Bezwaren GS Friesland tegen winning aardgas in Waddenzee
Over concessie-aanvraag Petroland
Gedeputeerde Staten van Friesland hebben zekere bedenkingen tegen de concessie-aanvraag van Petroland voor ontginning van de in een deel van de Waddenzee voorkomende aardgasvoorraden. Zij zetten hun bedenkingen uiteen in een brief aan de minister van Sociale Zaken.
In de eerste plaats wijzen GS op het zeer grote aantal bezwaarschriften dat tegen de concessieaanvraag bij de provincie is binnengekomen. Deze bezwaarschriften zijn volgens GS ingegeven door onder meer vrees voor aantasting van het biologisch karakter van de Waddenzee, vrees voor schade aan recreatie, aantasting van het milieu en het landschappelijk karakter en vrees voor calamiteiten en verontreiniging
Ondanks de verzekering van Petroland en de inspecteur-generaal der mijnen, dat aan deze bezwaren in voldoende mate wordt tegemoet gekomen bestaan er bij GS toch zekere bedenkingen. In de door de inspecteur-generaal voorgestelde en tot dusver gebruikelijke, voorwaarden is naar het oordeel van het Friese college te weinig rekening gehouden met het unieke karakter van het waddengebied.
MIJNBOUW-TECHNISCH
In de voorwaarden, zo wordt betoogd, is de zaak teveel van de zuiver mijnbouw-technische kant bezien en is te weinig aandacht geschonken aan de milieu-hygiënische kant van de zaak. Juist het waddengebied wordt uit een oogpunt van natuurbehoud bij de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland op steeds grotere waarde geschat.
Het college voert aan dat het geen enkele reden heeft te veronderstellen, dat Petroland onzorgvuldig met de waarden van de Waddenzee zal omgaan. Toch kan niet worden ontkend, dat het verlenen van een concessie een ingreep in het karakter van de Waddenzee met zich meebrengt, hoe omzichtig de concessionair ook te werk gaat.
AFWEGEN
Bij het bepalen van hun standpunt hebben gedeputeerden het belang van aardgaswinning tn dit gebied voor het nationaal energiebeleid, afgewogen tegen de niet op geld waardeerbare belangen van recreatieve, landschappelijke en natuurwetenschappelijke aard. Naar de mening van het college zouden deze belangen veilig kunnen worden gesteld wanneer naast de gebruikelijke ook nog andere voorwaarden in de eventuele concessievergunning worden opgenomen.
Deze zouden o.a. moeten inhouden: het uitsluiten van exploitatieactiviteiten in bepaalde delen van de Waddenzee en binnen het concessiegebied gelegen delen (zeehondenreservaat en mosselpercelen). Tevens wordt gesteld dat zo weinig mogelijk gebruik moet worden gemaakt van „hovercrafts".
Tenslotte zegt het college dat alle activiteiten in de Waddenzee die uit de concessieverlening voortvloeien, effectief moeten worden begeleid door een onafhankelijk orgaan, samengesteld uit deskundigen op het gebied van de biologie, ecologie en natuur- en landschapsbescherming.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1971
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's