LEEFREGEL
Dat men zijn burgerschap voert, het Evangelie van Christus waardig, is een plicht die alle instellingen van mensen uitsluit. Het zou een verkleining zijn van de waardigheid ervan, als er iets werd bijgedaan. Waardig aan het Evangelie te wandelen sluit alles in zich wat behoort tot het leven en een goddelijke wandel. Zovelen als er naar deze regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid en over het Israël Gods (Gal. 6). En hoewel dit te voortreffelijkste staat, ja een levenswijze is, nochtans mag men zeggen dat dit alleen geëist wordt omdat het een zeer geringe en gemakkelijke voorwaarde in zekere opzichten is. Ze is gering omdat er niets minder geëist kan worden dan een getrouwe dankbare aanwending van de genade die men ontvangen heeft. En ze is gemakkelijk omdat, ofschoon het vlees een tegenzin in deze burgerschap heeft, de geest nochtans met lust en vermaak daarin bezig is. Hiervan geeft de apostel in Filip. 4 een heugelijk getuigenis: Ik weet vernederd te worden, ik weet ook overvloed te hebben; alleszins en in allen ben ik onderwezen, beide verzadigd te zijn en honger te lijden, beide overvloed te hebben en gebrek te lijden.
F. A. Lampe. „Gedenkteken".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1972
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1972
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's