Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRIJE KEIZERLIJKE HANDELSSTAD DEVENTER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRIJE KEIZERLIJKE HANDELSSTAD DEVENTER

Historisch centrum met rijkdom aan oude gebouwen

10 minuten leestijd

De Hanzestad Deventer is voortgekomen uit een oude nederzetting' die reeds in de negende eeuw bestond en die oorspronkelijk was gelegen in of naast een versterkte kern. De Noormannen hebben een gedeelte van deze kern in 882 verwoest. In het begin van de elfde eeuw was Deventer reeds een plaats van betekenis, doordat er de keizerlijke munten werden geslagen.Thans spreidt de binnenstad zich langs de Gelderse IJssel uit van de Lebuïnuskerk tot aan de Bergkerk: een karakteristieke kern, omring-d door nieuwe uitbreidingen — een volgebouwd gebied — met daarachter een mooi landschap.

Een der fraaie hoekjes in de oude binnenstad van Deventer, waar het ene na het andere huis in vroegere staat wordt gebracht.

Deventer, dat in 1880 ongeveer 80.000 inwoners telde, groeide in deze eeuw gestadig uit; in 1931 waren het er 37.000; in 1946 43.000 en thans heeft de stad rond 66.000 inwoners. Voor de uitbreiding van het industrieterrein is in samenwerking met de gemeente Diepenveen een oplossing tot stand gekomen. Ten zuiden van de stad geeft d,e sedert enige tijd geleden gereed gekomen ES aansluiting met het westen van ons land. Daarmede trekt het in de zomer ook veel meer toeristen; de stad heeft tenslotte haar omgeving ook nog mee.

De schilderachtige schipbrug vormde eeuwenlang de enige oeververbinding. Ook deze is vervangen door een moderne verkeersbrug en in de toekomst zal er vermoedelijk nog een derde verkeersbrug bij komen. Het station ligt aan de noordoostzijde van de oude binnenstad en geeft treinverbindingen naar het noorden, oosten en zuiden van ons land.

Bloeiperiode

Het historisch centrum is rijk aan monumenten uit de grote bloeiperiode tijdens de Hanze en ook uit de periode van economische neergang; de zeventiende en achttiende eeuw. Zij leggen getuigenis af van een veel bewogen verleden. De achttiende eeuw was voor Deventer een tijdperk van overgang; eerst de Gelderse oorlogen, later de strijd tegen Spanje, waarin de stad verscheidene belegeringen had te doorstaan, maakten aan de bloeiende handel een einde. Pas toen in 1591 de stad door prins Maurits was veroverd, keerde de rust weer.

Uit de gotische periode is vrij veel behouden gebleven. Behalve vele eenvoudige panden staan op de monumentenlijst 475 objecten vermeld. Zorgvuldig wordt het stratenplan gespaard en de bebouwing gerestaureerd. Gaande van de Brink naar de Bergkerk ligt het Bergkwartier dat, evenals de Stokstraat te Maastricht, een landelijke vermaardheid geniet nu hier sinds enkele jaren woonhuisrestauraties tot uitvoering kwamen. Het is een van de weinige voorbeelden in ons land van het regenereren van een stadsdeel in zijn geheel. Bij de enige jaren geleden krachtdadig aangepakte restauratiecampagne zijn verrassende details aan het licht gekomen. Ook wordt gewerkt aan het vervallen Noordenbergkwartier, vroeger een eenvoudige buurt achter het IJsselfront, waarin enkele monumentale gebouwen zijn gerestaureerd. Het is er minder schilderachtig dan in het Bergkwartier. In 1944 en 1945 is de stad op verschillende punten ernstig door oorlogsgeweld geteisterd, waarbij de oude bouwwerken er betrekkelijk goed van af zijn gekomen.

Grote Kerk

De Grote of Lebuïnuskerk is een buitengewoon grote hallenkerk, opgebouwd met bak- en natuursteen. De kern wordt gevormd door de restanten van een tufstenen Romaanse basiliek in 1040 door bisschop Bernulfus van Utrecht toegewijd aan de geloofsverkondiger Lebuïnus, die van Angelsaksische afkomst was en tot de orde van de Benedictijnen behoorde. Hij predikte het christendom in de omgeving van Deventer en ook in Friesland en stierf rond het jaar 770.

In 1840 werd door een brand grote schade aangericht aan de kerk; een eeuw later werd de kerk opnieuw door brand vrijwel geheel verwoest. Pas in 1450 werd begonnen met een uiterst royale herziening van de Romaanse basiliek tot een laat-gotische hallenkerk door het optrekken van het zuidelijke zijschip met ten westen daarvan de zware vierkante toren. In de jaren 1494-1499 bouwde men voor de zuidkant van het oostelijk transept de zgn. Raadskapel, een bouwwerk van pure Rijnlandse gothiek en met een fraai stervormig gewelf. 
De gehele kerk kreeg in de vijftiende en zestiende eeuw nieuwe kruis-, ster- en netgewelven. De breedte van het Romaanse middenschip werd bij de verbouwing aangehouden. Het noorderschip kwam in de zestiende eeuw tot stand, waardoor veel ruimte werd toegevoegd. Het inwendige van de kerk heeft langs de buitenwanden een aantal nissen van ongeveer 3 m hoog, die zijn bekroond met gewelven met korfbogen.

In 1580 had de kerk te lijden van de beeldenstorm. Tijdens de Franse bezetting van 1678-1674 werd de kerk weer in gebruik gegeven aan de rooms-katholieken. Reeds vóór de tweede wereldoorlog werden uitwendig belangrijke restauraties aan het kerkgebouw uitgevoerd. Na een onderbreking werd de inwendige restauratie uiteindelijk in 1958 voltooid.

Peperbus

Met de bouw van de zuidertoren werd in 1463 aangevangen. Aanvankelijk was het de bedoeling, dat twee torens zouden worden gebouwd, maar de noordertoren is nooit tot stand gekomen. De ietwat logge maar originele zuidertoren is een goed voorbeeld van een gotische toren. De korte spits werd in 1618 naar een ontwerp van Hendrik de Keyser verhoogd met een open koepel met peervormige bekroning. Deventer zou zichzelf niet meer zijn zonder deze torenkop, ook wel „de peperbus" genoemd. 
De aan de gemeente Deventer toebehorende toren verkeerde na de jongste wereldoorlog in een zeer slechte staat. De restauratie had plaats in de periode van 1957-1963 onder leiding van ir. W. P. C. Knuttel te Deventer. Alle onderdelen van de bouw werden bij de restauratie met Baumberger zandsteen gerestaureerd, met uitzondering van het onderste en bovenste gedeelte van de toren, waar Eifeler tufsteen werd toegepast. De torenwand is in haar muurvlak tot aan de balustrade rijk geleed.

Het klokkenspel waarvan de meeste klokken gegoten zijn in de werkplaatsen van de Hemonij's, werd in 1935 technisch verbeterd en in 1958 uitgebreid tot 47 klokken.

Bergkerk

In de nabijheid van de Brink ligt de tweede parochiekerk, de St. Nicolaas of Bergkerk, misschien wel de mooiste en gaafste oude kerk van Oost-Nederland. In het laatst van de twaalfde of begin van de dertiende eeuw werd op de heuvel, waar eens volgens de sage Davo's burcht zou hebben gestaan, een kapel gebouwd die in 1806 door Albert, vijfde bisschop van Lijfland werd ingewijd. De tegenwoordige laat-gotische kerk heeft twee Romaanse westfronttorens in tufsteen opgetrokken, die in de tweede helft van de vijftiende eeuw zijn verhoogd in baksteen en van slanke spitsen zijn voorzien. 
Opmerkelijk is, dat deze kerk grote overeenkomst vertoont met kerken in verschillende Oostzeesteden, waarop Deventer voorheen grote handel dreef. Eveneens opmerkelijk is, dat bij de nieuwe aanleg gedurende de eerste helft van de vijftiende eeuw van het koor en in 1466 het schip der tot dien geheel Romaanse kerk wel, als enige uitzondering, het basilicale plan op slanke zuilen met lijstkapitelen verkozen werd, doch dat de zijbeuken, in het bijzonder het schip daarbij zo hoog werden, dat het kerktype de pseudobasiliek benadert.
De kerk is door de Hervormde gemeente aan de burgerlijke gemeente overgedragen. Na de restauratie krijgt het een nieuwe zinvolle bestemming.

De tweebeukige Broederenkerk is een overblijfsel van het in 1338 door de echtgenote van Reinoud III van Gelre gestichte Minderbroederklooster.
Het voormalige Penninckshuis (Brink 89) dateert uit 1590; daarachter, zo weggemoffeld zou men haast zeggen, staat de Doopsgezinde kerk uit 1891.

Stadhuis

Nabij de Lebuïnuskerk staat het historische stadhuis, een complex bouwwerken uit verschillende eeuwen. Het oudste gedeelte is uit de tiende eeuw. De monumentale Bentheimer zandstenen voorgevel uit 1693/ 1694 is uitgevoerd naar ontwerp van Jacob Romans, architect van koning-stadhouder Willem III. De gevel langs de Polstraat is uit 1668. Het is een bakstenen pilastergevel ontworpen door Philips Vingboons. Door de gevelrestauraties in 1930 en 1937 is er een fraaie afwisseling ontstaan tussen zandsteen en baksteen.

De burgerhal heeft fraai stucwerk uit 1776 en een mooi gesneden deur uit 1665, vier zeventiende-eeuwse gildeborden, een schouw uit 1766, soherprechterszwaarden en een reusachtig elandsgewei. In de raadszaal met gebeeldhouwde vleugeldeuren uit 1805 hangen beroemde schilderijen: de Deventer Magistraat uit 1667 van Gerhard Ter Borch en de Vier Evangelisten uit 1653 van Hendrik ter Brugghen. In de burgemeesterskamer is een gebeeldhouwde schouw met wandkasten uit 1653.

Naast het stadhuis bevindt zich het zgn. „Oude Landhuis", thans politiebureau. In 1364 werd het eigendom van de stad Deventer en deed het dienst als stadsherberg, „De Brunenberg" genaamd. In 1638 werd het bestemd voor de Staten van Overijssel. Uit dat jaar dateert ook de in bak- en natuursteen bewerkte voorgevel in renaissancestijl, met drie ingangen. De arcaden in de vestibule dateren uit het midden van de vijftiende eeuw.

De Waag:

Aan het grootse marktplein De Brink ligt ook De Waag, een laat-gotisch gebouw uit 1588, uitgevoerd in baksteen met natuursteenbanden. Het is ten dele opgetrokken uit twee gesloopte blokhuizen genaamd ..Altena" of „Kijk in de pot" en „Morgenster". De voorgevel uit 1643 heeft 'n zandstenen bordes met rondbogen en aan beide zijden trappen die naar de verdieping voeren. 
Op de hoeken bevinden zich drie erkervormige hoektorentjes; een vierde is geheel vrijstaand opgebouwd vanaf de grond. Volgens Revius werd het gebouw in 1536 voltooid nadat de toren was afgebouwd. De vensters zijn overspannen met klaverbladkorfbogen. De koperen ketel, die aan een der zijgevels hangt, heeft in 1434 gediend tot het levend koken van een valse munter. De gaten in de ketel zijn hierin geschoten door Franse soldaten in 1813-1814.

In februari 1945 werd het gebouw door een bomontploffing ernstig beschadigd, doch bij een restauratie is het inwendige in de oorspronkelijke staat teruggebracht en thans is het een belangrijk museum met een historische verzameling. Achter De Waag is in het huis „Di drie vergulden herinck", een oorspronkelijke woning uit 1575, een dependance van het museum gevestigd. 
Een interessant overblijfsel van een huis uit het begin van de zestiende eeuw is het munttorentje. Ook dit gebouw werd door oorlogshandelingen zwaar beschadigd en daarna gerestaureerd. In de eerste helft van de zeventiende eeuw was het de muntofficine van het landschap Overijssel. Thans doet het dienst als kunstcentrum. Het daarnaast gelegen zeventiende-eeuwse huis „De 18 Apostelen" behoort' ook tot het museum.

Buiskenshuis

Het omvangrijke complex „Buiskenshuis", gelegen in het Noorderbergkwartier, bevat een vijftal vijftiende- en zestiendeeeuwse gebouwen, behorende tot een voormalige religieuze leefgemeenschap van vrouwen der Moderne Devotie. De in Deventer geboren Geert Grote (1340-1384), zedenmeester „des Gemenen levens" heeft bij akte van 80 september 1379 zijn eigen huis beschikbaar gesteld voor deze gemeenschap (bagijnen). De beweging die een vernieuwing van het geestelijke en godsdienstige leven ten gevolge had, breidde zich uit over Nederland en Duitsland tot in Zwitserland. In de zeventiende eeuw kreeg het complex andere bestemmingen. 
Grote delen van dit gebouwencomplex zijn nog oorspronkelijk en bijzonder gaaf bewaard gebleven, zodat de in 1970-1971 uitgevoerde gedeeltelijke restauratie daarvan uitstekend is geslaagd. In dit gerestaureerde gedeelte is nu de stadsbibliotheek gevestigd. Uit opgravingen is gebleken, dat het complex rust op de funderingen van nog oudere gebouwen. Verder bezit Deventer nog een aantal zeer mooie Renaissance woonhuisgevels. Wij volstaan met erop te wijzen, dat aan de Brink en in de Assen- en Polstraat tal van patriciërshuizen thans nog getuigenis afleggen van het feit, dat de welvaart aan het einde van de zeventiende eeuw toen nog niet was verdwenen. Aan de Bergstraat, Bergkerkplein, Sassenstraat, Bergschild, Rijkmanstraat en Menstraat bevinden zich talrijke gerestaureerde huizenblokken, waarbij het merkwaardig is te zien, hoe de gothiek zich tot na 1685 heeft gehandhaafd.

Vesting-gordel

Van de dubbele vestinggordel, die de stad bij het einde der middeleeuwen bezat, zijn aan de Welle twee vestingtorens, behorende tot de binnengordel, overgebleven. Bij de voormalige Vispoort en een halfronde toren is een fragment van deze stadsversterking nog zichtbaar. Aan de Achter de Muren is nog een stuk stadsirfuur met laatmiddeleeuws rondeel. Het noordwestelijke gedeelte van de vroegere vestingwerken werd plantsoen.

Reeds in het begin maakten we er melding van, dat Deventer een belangrijke handelsstad was. Er waren in de middeleeuwen in Nederland enkele opslag- en verkoopplaatsen, ook wel stapelplaatsen genoemd, voor ingevoerde bouwmaterialen. De stad Deventer maakte van de tufsteen een voorraadartikel. Dit materiaal werd gewonnen in het Brohdal, het Nettedal en in de zuidoostelijke Eifel. In 1486/1487 kocht men o.a. voor de Dom te Utrecht in Deventer vier wagens glas, afkomstig uit Westfalen of Hessen. Uit verschillende rekeningen en bestekken weten wij, dat er ook gesproken werd van Deventer hout. Dit hout werd over de IJssel en de voormalige Zuiderzee rechtstreeks aangevoerd. Er werd o.a. hout geleverd aan Delft, Dreichor, Leiden en Utrecht voor belangrijke in uitvoering zijnde objecten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1974

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

VRIJE KEIZERLIJKE HANDELSSTAD DEVENTER

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1974

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's