Het Heilige Boek
Hêt heilige Bijbelboek bevat
In zich een ongemene schat,
Voor naarstigen in 't zoeken.
Men vindt in 't Oude Testament
Bij Jood en Christen welbekend
Een min dan veertig boeken.
Vijf zijn van Mozes, Jozua
En 't boek der Richt 'ren, Ruth daarna
Van Samuel twee werken.
Twee van 't bedrijf der Koningen
Kronieken twee, door geest en pen
Beschreven voor Gods kerken.
Ezra en Nehemia trouw
't Boek Esther, Ahasveros' vrouw
Job en het boek der Psalmen.
De spreuken, Prediker, 't Hooglied.
Veel schoner dan Parnas' uitgiet
Vol aangename galmen.
Profeten viermaal vier daar zijn
Vier noemt men groot en twaalf klein.
De grote vindt men in dezen:
Jesaja, deftig, hoog van toon.
Dan Jeremia, 's priesters zoon
Die 't Klaaglied ook doet lezen.
De derde is Ezechiël
De vierde grote Daniël
Nu volgen twaalf kleine:
Hosea, Joel, Amos en
Obadja, Jona, die met hen
Bestrafte het onreine.
Voorts Mischa, Nahum, Habakuk
Zefanja, Haggai, van druk
En vree meldt Zacharias.
Maleachi sluit het hek
Vertonend in zijn kort bestek
De komst van de Messias.
Het Nieuwe Testament begint
Van Jezus, Godes Heilig Kind
Den mens tot heil gegeven
De boeken of afdelingen
Zijn drie maal negen door de pen
Van Heiligen beschreven.
Mattheus, Markus, Lukas, Jan
Ofwel Johannes melder van
De daden onzes Heren.
En Lukas in het schrijven kloek
Beschrijft met lof in 't tweede boek
De Apostelen hun leere. d
'Apostel Paulus, groot van geest
Weleer in 't Paradijs geweest
Schrijft tweemaal zeven brieven.
Hij zond er een naar Rome heen
Aan de Corinthers twee voor een
Om 't Kerkdom te gerieven.
Galaat, Efezen, Filipens
En Collossens elk een naar wens
Twee brieven zond hij veilig
Aan Thessalonicensen toe
Werd nooit van schrijven mat noch moe
God maakt zijn schrijven heilig.
Hij zond twee brieven met een kus
Aan zijnen zoon Timotheus.
Aan Titus een, alsmede
Aan Filemon met de smeekgebeen.
En nog op 't laatst aan de Hebreen
Met wens van heil en vrede.
De verdere Heil'ge brieven zijn
Geschreven door Gods Geest zeer rein
In Godgewijde bladen.
Een van Jacobus, Petrus twee
Drie door Johannes met een beê
Om zielen te verzaden.
Daarop volgt Judas, kort en klaar
En dan Johan zijn Openbaar
Het slot van alle geschriften.
Zo men die niet ter harte neemt
En daar in 't minst iets van 'ontvreemdt
God zal om' daden ziften.
Dus zijn de boeken van het Oud
En Nieuw Verbond meer waard dan goud
Men vindt hierin het leven.
Ja, 't eeuwig leven is er in
O hemel!, o wat groot gewin
Wil ons genade geven.
Dat wij door Uwen lieven Zoon
Erlangen mogen 's Hemels troon.
En wij als echte wijzen,
Hier mogen zoeken 't smalle pad,
Waar langs het gaat naar 's Hemels stad
Om eeuwig God te prijzen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1974
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1974
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's