Vrijetijdsindustrie verliest terrein
AMSTERDAM Een voor de Nederlandse vrijetijdsindustrie bepaald geen opwekkend verschijnsel is dat het aanbod van eigen bodem duidelijk terrein heeft verloren aan het aanbod van buiten de grenzen. Duidelijke voorbeelden zijn de pleziervaartuigen- en de caravanindustrie, die in nog grotere moeilijkheden zijn geraakt dan zij reeds waren gekomen door de energiecrisis, zo meldt het rapport Kwartet uit de Vrijetijdsmarkt dat is uitgebracht door het Amsterdamse marktonderzoekbureau Ecoplan.
De .sterk stijgende kosten hebben de concurrentiepositie van de Nederlandse vrijetijdsindustrie flink aangetast, waar nog bijkomt dat het buitenland dat zelf ook kampt met een stagnerende thuismarkt, nog meer nadruk is gaan leggen op de export waaronder naar ons land. In het rapport wordt ingegaan op vier deelmarkten die kunnen worden gerekend tot de zgn. actieve vormen van vrijetijd.sbesteding: watersport, hengel.sport, kamperen en wedstrijd- en recreatieve sport- en spelbeoefening.
Deelmarkten
De totale omvang van de vier in het rapport behandelde deelmarkten beliep in 1975 ruim ,/'2 miljard. Alleen al de bestedingen aan sport- en spelartikelen vertegenwoordigden vorig jaar een waarde van ./'730 miljoen en de kampeermarkl ,/6.50 miljoen, op de derde plaats gevolgd door de watersportmarkt met ,/ö20 miljoen. De consumptieve uitgaven aan,hengelsport beliepen vorig jaar ./' 125 miljoen. Eeri trend die zich voortdurend aftekent is dat de caravan van eigen l)odem op de binnenlandse markt terrein blijft verliezen aan die van over de grenzen. De tentenmarkt is voornamelijk een vervangingsmarkt geworden, waarbij de tijd tussen oude en nieuwe aankoop korter wordt. Begin 1976 liestond het totale caravan- en tentenpark in ons land uit circa 1,2 miljoen stuks. veranderen in recreatiebedrijven in de ruimste zin des woords.
In aanmerking nemende dat in de deelmarkten zo'n 20 procent van het totale aantal bedrijven ruim 80 procent van de omzet vertegenwoordigt en voorts dat een verdere schaalvergroting zal plaatsvinden, is te verwachten dat de kleinere bedrijven ondanks een verdere groei van de vrijetijdsmarkt het loodje zullen leggen.
Indien zoals algemeen wordt aangenomen het inkomen van de modale werknemer in de komende jaren niet zal groeien en het vrij besteedbaar inkomen van de hogere inkomensgroepen eerder af dan toe zal nemen, zal de groei van de vrijetijdsmarkten in de tachtiger jaren beduidend achterblijven bij die van de zeventiger jaren, terwijl in sommige deelmarkten zelfs sprake zal kunnen zijn van reële achteruitgang, aldus het rapport.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 9 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 9 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's