Griekse teleurstelling dwingt tot beraad
EEG buigt zich over toetreding
DEN HAAG — De ministers van buitenlandse zaken der negen EEG-landen die in Brussel bijeenkomen, zullen waarschijnlijk geen uitspraak doen over het Griekse verzoek, als volwaardig lid tot de Europese Gemeenschappen te mogen toetreden. Maar een algemene verklaring van instemming met het beginsel van Grieks lidmaatschap is niet uitgesloten.
De Europese Commissie, het „dagelijks bestuur" van de Gemeenschappen, heeft enkele weken geleden over dit verzoek de ministers een rapport voorgelegd dat in Athene nogal stof heeft doen opwaaien. Omdat in dit rapport Turkije werd genoemd (de NAVO overigens niet) heeft men in de Griekse hoofdstad de indruk — of geeft men althans voor de indruk te hebben — dat de moeilijkheden met Turkije over Cyprus, en het feit dat Griekenland zich uit de gemtergreerde militaire organisatie van de NAVO heeft teruggetrokken als argument worden gebruikt om Griekse toetreding op de lange baan te schuiven. Ook de suggestie dat vanwege de toestand van de Griekse economie een soort ,,voorfase" voor lidmaatschap dienstig zou zijn, is in Athene zonder enig enthousiasme ontvangen.
In de Westeuropese hoofdsteden begrijpt men zeer goed dat de „voorfase" voor de Griekse regering een groot probleem is: de toetreding als voorwaardig lid is voor de regering-Karamanlis vooral een politieke zaak, en indien van EEG-zijde wordt gesproken over een „voorfase" krijgt het gehele verzoek om toetreding een averechts politiek effect.
Gezien de teleurstelling die het rapport van de Europese Commissie in Athene heeft gewekt, achten sommige EEG-regeringen, waaronder de Nederlandse, het nuttig om thans al een positieve uitspraak te doen over het beginsel van Griekenlands toetreding.
Minister Van de Stoel en zijn Westduitse ambtgenoot Hans-Dietrich Genscher hebben zich maandag in Bonn uitgesproken voor een .,positieve ontvangst" van het Griekse verzoek, en de hoop geuit dat de onderhandelingen spoedig zullen beginnen. Griekenland moet op dezelfde wijze als enige jaren geleden Engeland, Ierland en Denemarken tot de Gemeenschap kunnen toetreden, dat wil zeggen zonder voorfase maar met overgangsregelingen gedurende de eerste periode van het lidmaatschap.
Belang
Over het politieke belang van Grieks lidmaatschap van de EEG zijn alle negen regeringen het wel in beginsel eens. Maar vooral die landen die tegen de achtergrond van de algehele economische recessie in een relatief gunstige positie verkeren, zijn zich zeer goed bewust dat het opvijzelen van de Griekse economie tot een peil waarop het volledig in de Gemeenschap kan meespelen, geld kost.
Kort
Griekenland is, zoals bekend, thans met de Gemeenschap geassocieerd, een associatie die voorziet in volledig lidmaatschap tegen 1984. Na de verdwijning van het kolonelsbewind heeft de Griekse regering de wens te kennen gegeven eerder, bijvoorbeeld tegen 1980, volwaardig lid te worden. Deze termijn lijkt vrij kort: Berst moeten de negen landen onderling een mandaat voor de Europese Commissie voor de onderhandelingen met Griekenland vaststellen, dan komen de onderhandelingen zelf. en vervolgens moet het resultaat van deze onderhandelingen door de parlementen van de negen landen en de Griekse Volksvertegenwoordiging worden bekrachtigd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's