Minder bijbanen voor wetenschappers
Staatssecretaris .-paal en perk
ROTTERDAM — Staatssecretaris Klein (Onderwijs) overweegt om een verplichte registratie in te voeren van alle nevenactiviteiten van hoogleraren, lectoren en wetenschappelijk medewerkers. Hij zegt dit in een vraagggesprek met het blad Quod Novum van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam.-
Klein heeft niet de bedoeling de wetenschappers in een keurslijf te persen, maar vindt wel dat er iets moet gebeuren.
Nevenfuncties, waaraan de staatsecretaris beslist paal en perk wil stellen zijn de commerciële bijbanen. ,,Degenen, die zeggen dat ze hun werk al zo ontzettend goed doen en er gemakkelijk een baan bij kunnen nemen, vergeten dat ze ingehuurd zijn om in hun gebied net nog wat meer te doen, zodat ze tot de echte coryfeeën gaan behoren", aldus de bewindsman. Volgens hem is de tijd voorbij dat er uitsluitend met ontzag tegen de wetenschap wordt opgekeken. ,,Ik eis van het wetenschappelijk personeel dat het ervoor zorgt, dat zijn vakgebied vooruit gebracht wordt. Dat betekent niet, dat men geen tijd heeft voor andersoortige maatschappelijke werkzaamheden, maar het kan toch niet zo zijn dat we tot een soort onderwijsinstituut komen, dat een beetje freewheelt". Klein wijst erop, dat Nederland relatief gezien het meeste geld ter wereld investeert in hoger onderwijs. Daarom moet er zijns inziens alles aan gedaan worden om te voorkomen dat ,,we op allerlei gebieden komen achter te liggen".
De staatssecretaris vindt het ,,apekool" dat een hoogleraar zich wil beschouwen als vrije ondernemer. Wetenschappers, die dat beweren, zouden van de Erasmus universiteit in Rotterzich ervan bewust moeten zijn, dat de gemeenschap hen in de gelegenheid heeft gesteld om hun taltenten te ontwikkelen,, en dat diezelfde gemeenschap hun vervolgens met geweldig veel faciliteiten omringt om hun vak tot op zeer grote hoogte te kunnen uitvoeren. „Dan vind ik het banaal om opeens te zeggen: nu gaan we ons toch even beroepen op een marktwaarde, die we zouden hebben als we anderssoortig werk zouden doen", aldus Klein. Hij zegt geen vrede te hebben met wetenschappers, die, hoewel ze ,,flink" gehonoreerd worden, hun tijd gebruiken voor schnabbels, zoals het schrijven van boeken, of het voeren van een eigen praktijk.
De bewindsman verwacht liièt van het wetenschappelijk corps, dat het zich vergelijkt met fabrieksarbeiders, ,,die hun eenheden halen en om vijf uur de deur achter zich dicht trekken onder het motto; zo, nu gaat mijn eigen tijd in".
Het controleren van de werkzaamheden van wetenschappers wil Klein niet vanuit Den Haag doen. Het ministerie zou zich moeten beperken tot het geven van algemene richtlijnen, waarna de universiteiten en hogescholen zelf een verantwoordingsplicht instellen voor de faculteiten en vakgroepen. „Wat zou er nou op tegen zijn om als wetenschapper je college van bestuur inzicht te geven in wat je er zoal bij doet, opdat die als werkgever ook een oordeel kan hebben over jouw functioneren. En natuurlijk ook wel even de revenuen, die daaruit voorkomen", aldus de staatssecretaris. Hij meent dat er regelingen getroffen kunnen worden met een bepaalde marge, omdat de ene wetenschapper nu eenmaal meer doet dan de andere. Zo zou er bijvoorbeeld vastgesteld kunnen worden dat een bepaalde hoogleraar tien; vijftien of misschien'twintig procent boven zijn salaris bij mag verdienen. ,,Dat moeten ze dan maar bekijken in een soort onderhandeling en dan kunnen we er tenminste verder over ophouden".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's