Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kabinet wil subsidie op arbeidskosten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kabinet wil subsidie op arbeidskosten

Als minimumloon zware belasting vormt

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DEN HAAG — Om te voorkomen dat de stijging van de minimumlonen en minimumjeugdlonen voor bepaalde bedrijfstakken een te zware belasting zouden vormen, wil de regering te hulp komen door het verlenen van subsidies.

Bedrijven die minstens 10 procent van de totale loonsom aan minimumlonen betalen komen in de loop .van het jaar in aanmerking voor éénmalige subsidie van ƒ570,- per volwassen werknemer met het minimumloon en van ƒ427,50 per minimumjeugdlonen, beiden bij een volle werkweek. Bij part-time werk wil men de helft van deze bedragen uitkeren.

Mede namens minister Lubbers heeft minister Boersma aan het bestuur van de Stichting van de arbeid advies gevraagd over de hoofdlijnen van een regeling.

 Het plan voor deze subsidieregeling heeft de regering aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 1 december 1975 over het sociaal-economische beleid in 1976.. De regering deelde daarin mee dat aan bedrijven, waar de ontwikkeling van het minimumloon een substantiële factor vormt voor de stijging van de arbeidskosten, een subsidie tot een bedrag van ongeveer 100 miljoen gulden zal worden verleend, dat in verband met het verschil in ontwikkeling begin 1976 tussen de contractlonen en het minimumloon (resp. 4,5 en 7,1%).

 Hantering van de 10%-norm, leidt ertoe, dat alleen bedrijven met een duidelijk meer dan gemiddeld aandeel van de minimumloonsom in de totale loonsom voor subsidie in aanmerking komen.

 Bij de berekening van de 10%-norm wordt voor de vaststelling van de totale loonsom voorgesteld uit te gaan van de totale loonsom 1975. Voor de vaststelling van de minimumloonsom wordt uitgegaan van het aantal minimum (jeugd)loners, al of niet part-time werkzaam, op 1 maart 1976, waarbij voor elk van bovengenoemde groepen in de regeling een vast bedrag, gebaseerd op het minimumloonniveau 1975 wordt aangegeven. Op deze wijze kan de werkgever aan de hand van het aanvraagformulier waarin deze bedragen zullen worden opgenomen, zelf berekenen of zijn bedrijf aan de norm voldoet.

Is dit laatste het geval dan ontvangt hij voor iedere op 1 maart 1976 in zijn dienst zijnde minimum(jeugd)loner een vast bedrag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 februari 1976

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Kabinet wil subsidie op arbeidskosten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 februari 1976

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's