Montedison gunstig voor onze economie
Zeeuwse gedeputeerde Kaland:
MIDDELBURG — „Als we letten op de economische situatie in ons land, dan is het gewenst dat er in het Sloegebied een vestiging van het Italiaanse concern Montedison komt". Dit stelde gedeputeerde A. J. Kaland (CDA) vrijdagmiddag in een vergadering van de Zeeuwse staten.
Hij ging hiermee in op de kritische vragen van ondermeer de PPR- en PvdA-fractie over de eventuele vestiging van een petro-chemisch bedrijf in het Sloe-gebied (ten oosten van Vüssingen). Vooral de milieu-aspecten riepen bij verschillende statenleden veel vragen op. Gedeputeerde Kaland stelde, dat Montedison reeds in een vroeg stadium op de hoogte is gesteld van de strenge eisen die in Nederland ten opzichte van het milieu gelden. Men weet heel goed aan welke voorwaarden bij een eventuele vestiging zal moeten worden voldaan.
Met name de fracties van het CDA, VVD, SGP, GPV en BP waren het met de gedeputeerde eens, dat de vestiging van een bedrijf als Montedison past in een versterking van de nationale economie. De PPR-statenfractie bleef zich echter verzetten tegen de vestiging van het bedrijf. Het voornaamste bezwaar van deze fractie is, dat tijden van economische ressecie worden aangegrepen om eenzijdige economische ontwikkelingen te bevorderen, met voorbij gaan of niet duidelijk op de achtergrond plaatsen van de sociale- en milieuhygiënische belangen.
Continuarbeid
Veel waarde hechtte het GPV-statenlid R. Meijering, aan de gunstige invloed die van een eventuele vestiging uitgaat op de arbeidsmarkt. Wel verklaarde de GPV-er, die ook namens de vijf man tellende SGP-fractie het woord voerde, dat de continu-arbeid problemen oplevert in verband met werken op zondag. Ook in het verleden is door de SGP meermalen op dit gevaar gewezen, aldus het GPV-statenlid. Hij vroeg het college van GS om bij de besprekingen met Montedison aan te dringen op een mogelijkheid voor principieel bezwaarden om van arbeid op zondag vrijgesteld te worden. Overigens hebben de Provinciale Staten van Zeeland alleen maar een adviserende bevoegdheid in de komst van het Italiaanse bedrijf. Het havenschap Vlissingen Oost zal uiteindelijk de definitieve beslissing nemen.
In dit schap nemen deel: het Rijk voor 50 procent, de Provincie en de twee Sloe-gemeenten samen voor respectievelijk 25 procent. Het Rijk heeft dus een dikke vinger in de pap. Het is ook nog mogelijk dat het bedrijf zich in een ander land zal vestigen. Men heeft namelijk nog niet defenitief besloten om een bedrijf in Nederland op poten te zetten. Men voert nu alleen serieuze onderhandelingen met de betreffende overheidsinstanties.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 februari 1976
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's