Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TAALGEBRUIK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TAALGEBRUIK

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

 Er is helaas de laatste jaren een algemene verruwing van het taalgebruik te constateren. Dat geldt met name het publieke  taalgebruik, ook van hooggeplaatse personen, die soms een  woordenschat gebruiken die men eerder bij een straatjongen  verwacht.

Enige tijd geleden was er rumoer over het toch wel alle perken te buiten gaande taalgebruik van de marxistisch-hervormde predikant dr. G. H. ter Schegget. Dat was werkelijk godslasterlijk  te noemen, wat deze man in een kerkdienst durfde te zeggen.  Van zijn geestverwanten onder de politici zijn we in dit opzicht  ook het een en ander gewend. Maar onze anti-revolutionalre minister Boersma schrikt ook niet terug voor een ruig taalgebruik. 

 Zaterdag achtte hij het nodig om daarbij een woordkeus te gebruiken, die het bij dat publiek goed zou doen.  Zo kondigde Boersma aan dat wij het in economisch opzicht „verdomd moeilijk" zullen krijgen en tevens dat de plannen van  DS'70 om het begrip passende arbeid te verruimen, niet dan over  zijn lijk gerealiseerd zouden kunnen worden. Een dergelijk  taalgebruik van een anti-revolutionalre minister vinden wij  werkelijk bedroevend.

Meent Boersma het werkelijk niet zonder  bastaardvloeken af te kunnen?  Ten aanzien van het ruige taalgebruik in het algemeen kan men  ons tegenwerpen dat bijv. ten tijde van de reformatie, onze  vaderen er ook wat van konden maken, wanneer ze elkaar met  woorden te lijf gingen. Dat is inderdaad waar. Omgekeerd hebben  we ook heel geen behoefte aan heren die voortdurend met de  bekende hete aardappel in hun keel praten. We beseffen ook goed dat wie zich tot een breed publiek richt, „stadhuiswoorden"  zoveel mogelijk moet vermijden. 

Niettemin blijft overeind staan dat ministers, predikanten en andere functionarissen ook door hun taalgebruik een zeker respect zouden moeten afdwingen. Er is zoiets als een fatsoenlijk  taalgebruik, waar eigenlijk iedereen zich aan te houden heeft.  Misschien denken sommigen door het gebruik van ruige taal meer indruk te maken. Maar ook daar werkt de inflatie door.  Naarmate het grote publiek aan een dergelijk taalgebruik gewend  raakt, moet men nog krassere taal gebruiken om op te vallen. Als we daar de kracht van onze boodschap in moeten zoeken, dan  stelt die boodschap ook niet veel voor.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 23 februari 1976

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

TAALGEBRUIK

Bekijk de hele uitgave van maandag 23 februari 1976

Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's