„Verboden te roken" in Genemuider straat
GENEMUIDEN — Er is één straat in Europa waar volgens een speciale verordening niet mag worden gerookt. In het Overijsselse stadje Genemuiden hangt in de kronkelige Achterweg een bordje met als opschrift 'Verboden te roken'.
Oorzaak hiervan is een geweldige brand die in het jaar 1868 het grootste deel van Genemuiden verwoestte. De angst voor de vernietigende werking van vuur is toen zo groot geworden dat een aantal maatregelen werd getroffen om een dergelijke ramp in de toekomst te voorkomen. In deze opzet is men overigens niet geslaagd want nog geen 20 jaar later brandde de Hervormde kerk af. Ook in de jaren daarna is Genemuiden nog verschillende malen door branden geteisterd.
Het voormalige Gelmuiden, waarvan al sinds het begin van onze jaartelling sprake was, kreeg in 1275 van de bisschop van Utrecht stadsrechten In het als vissersstadje bekend staande ,,Gelmuiden" verdienden de mensen neet alleen de kost met de netten en fuiken, maar men was ook sterk georiënteerd op de landbouw en veeteelt. Daarnaast verwerkte de Genemuider de enorme hoeveelheden biezen die langs de Zuiderzee groeiden tot matten.
Onveilig
De hooi-oogsten en de biezen in combinatie met de vele rieten dakbedekkingen zorgden voor een bijzonder onveilige situatie. De boeren bouwden hun hooimijten vlak bij huis en dus binnen de stadsmuren. Harm Eenkhoorn (63) weet daar nog veel over te vertellen. Hij is voormalig kapper en hoorde in zijn zaak veel verhalen van ouderen over vroeger. Harm: ,,Gene- muiden was in die tijd één brandhaard"
Vooral de Achterweg, een straat die parallel liep met de hoofdader van Genemuiden, de Langstraat, was opgebouwd uit brandbaar materiaal.Het straatje lag op de Zuiderzeedijk De boeren behoefden hun hooi maar van het weiland naar de dijk toe te brengen. Op een bepaald moment stonden er wel 60 hooimijten langs de Achterweg.
In het jaar 1868 brak er brand uit in Genemuiden. Op die achtste maart het was op die datum biddag voor het gewas - ontstond er brand bij de warme bakker van de stad. De precieze oorzaak is nooit gevonden. Het vuur breidde zich snel uit door de harde wind en de dicht op elkaar gebouwde woningen. ,,Alles bij elkaar waren er in Genemuiden wel zo'n veertig steegjes. Ook daarin waren weer huisjes gebouwd. Er woonden soms wel 8 mensen op 4 bij 3 meter", aldus de heer Eenkhoom.
Verwarring
De verwarring in de straten van het ruim 2000 zielen tellende stadje was erg groot. De noodklok werd geluid, men rende naar buiten en het vee werd losgelaten, waardoor het werk van de vrijwillige brandweer werd bemoeilijkt. De meeste mensen zochten zo snel mogelijk een goed heenkomen. Het was dan ook een wonder dat er geen mensenlevens in de paniek verloren gingen. „Het kostte bijna een kind het leven", aldus de heer Eenkhoom. ,,In die tijd waren de baby's zo dicht ingepakt dat men zelfs de gezichtjes bijna niet kon onderscheiden. Enige mannen gooiden een baby in het ruim van een schip in de haven. Ze dachten dat het een pakje was Het liep gelukkig goed af"
Voor de brandweer was er geen redden aan. Een etmaal lang bestreed men het vuur, echter zonder al te veel succes. Toen het vuur doofde bleken 140 woningen en 39 hooibergen verloren te zijn gegaan. De schade bedroeg 339.000 gulden, een enorm bedrag voor die tijd. Tot de verwoeste woningen behoorde ook het stadhuis. Onder meer het gehele onvervangbare archief ging in vlammen op.
Bedelvarken
In Nederland kwam na de verschrikkelijke brand een grote hulpactie op gang omr vele honderden een dak boven het hoofd te bezorgen. Men stuurde levensmiddelen en geld. In Zwolle werd een „bedelvarken" geplaatst waarin men zijn gaven ten behoeve van Genemuiden kon storten.
In het stadje zelf kwamen de bestuurders bijeen om te overleggen wat er verder te doen stond. Centraal daarbij was de vraag hoe zo'n ramp in de toekomst vermeden kon worden. Het stond voor iedereen vast dat er preventieve maatregelen getroffen zouden moeten worden. De vroede vaderen vaardigden verordeningen uit waarin met strenge straffen werd gedreigd bij het roekeloos omspringen met vuur. Zo kwam ook het nu zo unieke artikel 108 van de Algemene Politieverordening tot stand: verboden te rooken (in die tijd nog met twee o's) in de Achterweg, het meest brandgevaarlijke weggetje van de hele stad.
Daarnaast kwamen er speciale opslagplaatsen voor een aantal brandgevaarlijke stoffen; voor hooi, biezen en petroleum. In de dijk werden kelders aangelegd voor alle petroleum van Genemuiden. Bij het kerkhof bouwde men een zogenaamd hooiblokhuis, waarin de boeren hun voorraad konden opslaan. Een rietblokhuis deed dienst als loods voor biezen.
Volgens de heer Eenkhoom gold in die tijd in geheel Genemuiden ook het gebod om de rokende pijp die men in de mond had (er was nog geen sprake van sigaren of sigaretten) van een dop met gaasie voorzien om te voorkomen dat er vuur of vonken af zouden springen.
Schoorsteenschouw
Uniek in den kande was de ,,schoorsteenschouw" De brandmeesters van de vrijwillige brandweer trokken tweemaal per jaar door Genemuiden om de schoorstenen te bekijken. Gecontroleerd werd of het luikje deugde en of de schoorsteen wel geveegd was. Onder dreiging van forse boetes zorgden de inwoners van Genemuiden er wel voor dat hun spullen in orde waren! Overigens zat de angst voor het vuur er goed in.
Toch hebben de maatregelen niet zoveel baat gehad als men verwachtte. Achttien jaar later, in 1886, brandde de Hervormde Noorderkerk, die bij de „grote" brand op wonderlijke wijze was blijven staan, tot de grond toe af. De ,,Kerkebrand" is ook nog steeds berucht in Genemuiden. In deze eeuw werd ook het hooiblokhuis door twee achtereenvolgende branden verwoest. Opmerkelijk was de ramp van 1922. Ditmaal sloeg niet het vuur, maar het water toe. Precies 54 jaar na de grote brand - het was ook op een biddag, 8 maart - kapseisde de Genemuider veerpont in een zware storm. Daarbij kwamen elf mensen om het leven, onder meer de burgemeester en de gemeente-opzichter, beiden met hun vrouwen.
Nu herinnert alleen het rookverbod aan de Achterweg nog aan de brand van Genemuiden. Met de ruilverkaveling zijn nogal wat boeren - en daarmee ook hun hooimijten - verdwenen. Aan de Achterweg staan echter nog steeds een stuk of tien hooibergen. Het gevaar is erg klein geworden. Het is wel de bedoeling dat de mijten blijven gehandhaafd. Ook het rookverbod verdwijnt niet. Harm Eenkhoom: ,,Ik geloof dat de verordening als curiositeit blijft, ook al zou er geen enekele hooiberg meer staan in Genemuiden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 juni 1978
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 juni 1978
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's