Veranderende tijden bij schoolvakanties
„Vierthien dagen sijn genoech"
APELDOORN — De stroom van onderwijsbladen die we wekelijks op onze redactie binnen krijgen staat bijna stil. De meeste verschijnen deze maanden in het geheel niet, er zijn er die uitkomen met een advertentieblad. Wel kregen we zojuist het nieuwsen advertentieblad voor het onderwijs ,,De vacature". Het verhaal waar we aandacht aan willen schenken in deze vakantieperiode gaat over: vakantie.
Onze huidige minister van Onderwijs heeft juist de afgelopen week weer mededelingen gedaan over de schoolvakanties, maximaal vier of vijf weken voor' het voortgezet onderwijs en spreiding over het land, in verband met vakantiepieken. Uit het nu vol-' gend verhaal, waar de schrijver bij liet plaatsen: Willen de lezers het even doorgeven?, dat doen we bij deze dan graag, blijkt dat de schoolvakanties, de pennen al vaker in beweging brachten.
,,Tempora mutantur" zou Gualtherisus Sylvanus, rector van de beroemde Deventer Latijnse school hebben verzucht, wanneer hij nog eens kennis had kunnen nemen van de tegenwoor'dige lange schoolvakanties. De man formuleerde zijn gedachten waarschijnlijk in het Latijn. Hij had zijn oorspronkelijke naam Wolter Wolters hierbij aangepast en eiste van zijn leerlingen dat ze ojj school alleen Latijn spraken. ,,Tempora mutantur" dus, en niet ,,De tijden veranderen". Sylvanus solliciteerde reeds in 1594 naar het opengevallen rectoraat. De Deventer magistraat wilde echter geen kat in de zak kopen en verzocht de Leidse hoogleraar Everard Bronchorst, oud-burgemeester van de IJsselstad, een gesprek met de kandidaat te voeren teneiilde hen van advies te kunnen dienen. Nu, dit advies viel niet onverdeeld^ gunstig uit. Sylvanus was pas 21 jaar en bovendien „klein van persoen ende geringer staturen" En al was hij ook ,,in die Latijnsche spraek sehr wall erfaren" en had hij ,,gode herlicke documenta ende getuighenisse sijner frommen levents ende wandelens", men kon hem in Deventer maar beter niet benoemen En zo ging dit kluifje aan Sylvanus voorbij!
Doordouwer
Hij was echter niet alleen klein maar ook dapper, een echte „doordouwer" zou men nu zeggen. Toen het rectorsambt in 1603 opnieuw vacant kwam solliciteerde hij weer, en ditmaal met succes: hij kreeg de benoeming. Al spoedig zou hij zich nu ontpoppen als een ,.lastig" man, iemand die onvervaard de verwaarloosde staat van het onderwijs welke hij in de school had' aangetroffen, te lijf ging. Hij startte met een riskant experiment: hij ging ,.vernieuwen". Hij hanteerde hierbij een simpel maar effectief middel: harder èn langer werken! Voor deze remedie hoefde hij geen geleerde werken te raadplegen, noch te onderzoeken hoe men in het buitenland zulke problemen oploste. De juiste methode lag volgens hem voor de hand: beter aanpakken! Inderdaad gelukte het hem het peil van het onderwijs aanzienlijk te verhogen... „en dat alles sonder slagen" (slaan) zoals hij zich beroemt, want ,,mijn natuer is van sulck remedie fremt".
Herhaaldelijk stuit hij hierbij op verzet van de ouders, die hij nogal hard tegen de schenen trapt. Het gevolg is dan dat hij de publieke opinie tegen zich krijgt en dat de „achterban" (om met Wim Kok te spreken) hem uitmaakt voor een nieuwlichter, een ,,Novateur". Tenslotte eist de Deventer magistraat dat hij verantwoording zal afleggen van zijn beleid. Hieraan komt hij tegemoet door in 1611 een ,,Deductie" te schrijven, waarin hij de ouders behoorlijk de mantel uitveegt. Voor ieder wissewasje houden die hun kinderen thuis, schrijft hij.,,Viert een gilde feest, is er een feest bij de schutters, is er een bruiloft, is er een eetpartij, mijn zoontje moet erbij tegenwoordig zijn. Is er kermis bij de boeren, is er een kinderpartijtje, scheert men de schapen of schudt men de appels, als mijn zoontje er niet bij was zou het spel niet volmaakt zijn". En dan zijn er de boodschappen die de ouders hun kinderen opdragen of die deze zelf verzinnen, ,,want de Joncheit is van aert, als haer een vingerbreet ingeruimt is, so occuperen sij een hantbreet".
Ongeoorloofd schoolverzuim, zouden wij tegenwoordig zeggen. En wat doen de ouders om de kinderen in staat te stellen rustig hun huiswerk te maken? Geven ze hun een apart vertrekje voor hun „Meditatiën"? Vergeet het maar, zegt Sylvanus. Arme ondermeesters, die hun schamel loontje wat willen vergroten, verzamelen 's avonds een aantal leerlingen op hun ,,Camer" en geven er leiding bij het maken van het huiswerk. Sommige Camers tellen wel tachtig leerlingen, die er weinig goeds leren. Maar voor de ouders is het een gemak dat ze ,,voor een klein geit, te weten twe daler jaerlix" bevrijd zijn van de moeite zich met het huiswerk van hun kinderen bezig te houden.
Slappe boel
Zo fulmineert de rector dan tegen de ouders van zijn tijd. Ach, wie zou menen dat de vaders van toen met harde hand regeerden en de moeders niet voor smeekbeden van hun kroost zwichten, komt bedrogen uit. Sylvanus vindt het in de gezinnen maar een slappe boel.
Van lange vakanties moet hij ook niets hebben. Er zijn scholen waar men wel een maand of drie weken vakantie geeft. Onzin! roept hij uit. Vakanties acht hij wel nodig, want de buitenleerlingen kunnen dan hun ouders eens bezoeken, en de „jongheit van binnen" kan eens bij familie gaan logeren. Bovendien kunnen leerlingen die er niet zo best voor staan, aan een taak gaan werken om hun vorderingen wat op te vijzeleii. En voor „de Meesteren" is vakantie ook prettig, niet omdat ze dreigen af te knappen, maar allicht hebben ze nog enige particuliere zaken te regelen...
Toch kent de nuchtere Sylvanus één wat romantischer motief: „Den arbeit is oock geneucheliker ende min verdrietich daer men toewaers aen een einde aensiet". Gaat de kleine actieve rector toch overstag? Hij wil echter niet misverstaan worden, en daarom voegt hij er vanaf zijn lessenaar haastig de woorden aan toe: „Ik segge, dat vierthien dagen gehoech sijn." Zo staat het in de beroemde „Deductie" van 1611.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 augustus 1978
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 augustus 1978
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's