HET MILIEU VAN AANTJES
„Aantjes hoort tot een geloofsgroepering die de overtuiging aanhangt dat de mensheid het „over haar gestelde gezag onderdanig moet zijn". (...) IVIaar dat geloof zegt niet dat mensen ook onoprecht moeten zijn. Aantjes was fout In de oorlog en onoprecht daarna". Zo besloot het weekblad Vrij Nederland deze week een beschouwing over Aantjes.
Ook in andere bladen Is een relatie gelegd tussen Aantjes' gedrag in de oorlog en zijn kerkelijke achtergrond. Zelf heeft hij in zijn verdedigingsrede dat verband ook aangestipt. In hoeverre zijn Aantjes' misstappen Inderdaad op rekening van zijn godsdienstig milieu te schuiven?
Terecht wijst Vrij Nederland er op dat het bij Aantjes deze week om twee dingen ging: hij was fout in de oorlog en onoprecht daarna. Dat laatste kan men al helemaal niet tot Aantjes' opvoeding herleiden. En juist aan die onoprechtheid van Aantjes (hetjarenlang verzwijgen en verdraaien van zijn oorlogsverleden) moeten.we ethisch en politiek gezien het zwaarste tillen.
Uiteraard heeft hij in de oorlog dingen gedaan die beslist niet door de beugel konden, maar zo schreven we dinsdag in ons commentaar: „We mogen Iemand niet zijn hele leven achtervolgen met bepaalde Jeugdzonden die hij In een turbulente tijd begaan heeft". De Bijbel vraagt van ons Immers vergevingsgezindheid ten opzichte van onze medemens.
Is er echter, zo hebben v^len deze week gevraagd, een relatie tussen Aantjes' opgroeien In de Gereformeerdebondskring en zijn houding In de oorlog. Velen In die „zware kringen" waren immers toch pro-Duits en sympathiseerden met de NSB? in dit verband viel deze week ook de naam van ds. G. H. Kersten, die vanwege zijn pro-Duitse houding, na de oorlpg door de Zuiveringscommissie van zijn Tweede-kamerlidmaatschap vervallen werd verklaard. Wat Is daarvan waar?
In de eerste plaats moet msn wel goed beseffen dat Kersten CS. niet voor de NSB waren en het toetreden tot de SS propageerden of zelfs maar goedkeurden. Zij zagen echter de Duitse bezetting als een oordeel Gods. Vanuit het besef dat men als volk dat oordeel ten volle verdiend had en ook vanuit het Schriftgegeven dat men de over hen gestelde machten gehoorzaam diende te zijn, wees men het verzet af en onderwierp men zich veelal aan de maatregelen van de bezettende macht.
Al zijn dat op zich legitieme motieven, die wij ook niet mogen veronachtzamen, toch zijn Kersten en anderen daarin duidelijk te ver gegaan. Hoezeer men ook grote waardering moet hebben voor de figuur van ds. Kersten, in de oorlog Is hij (vooral in de beginjaren) op een aantal punten duidelijk over de schreef gegaan. De eerlijkheid gebiedt ons dat te erkennen. Want al waren de Duitsers als een roede In Gods Hand, daarmee was hetgeen zij (mls)deden nog niet goed. En de gehoorzaamheid aan het over ons gestelde gezag Is niet ongelimiteerd. IVIen moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen. Dat is door verschillenden In de,,zware hoek" (niet door allen!) in de oorlogsjaren veronachtzaamd.
Wellicht kan als nadere verklaring van deze opstelling nog worden toegevoegd dat velen In deze kring weinig of geen zicht hadden op de internationale verhoudingen en op de (demonische) ideologische achtergrond van het nationaal-socialisme. 6lj ds. Kersten speelt zeker ook een rol zijn sterke gerichtheid op het,,roomse gevaar", waardoor hij voor andere gevaren (die veel dreigender waren) onvoldoende oog had.
In ieder geval kan men nooit beweren dat het „zware milieu" waarin Aantjes is opgevoed, hem gestimuleerd heeft om te tekenen voor een onderdeel van de SS. Dat milieu stimuleerde in een aantal gevallen wel tot berusting en passiviteit, maar beslist niet tot een toetreden tot de NSB, de Landwacht of iets dergelijks.
Bovendien kan men zich afvragen In hoeverre ook de jonge Aantjes al niet bezig was te vervreemden van de „zware" godsdienst waarin hij opgevoed was. Als gymnaslumleeriing zocht hij immers zijn heil in het,,lichtere genre". Bovendien was Aantjes niet afkomstig uit een (door Kersten beïnvloed) SGPmilieu. Zijn vader behoorde Immers tot de AR.
Niettemin betekenden de onthullingen van deze week een groot drama. Een drama voor de Nederlandse politiek, een drama voor het CDA, maar vooral óok een drama voor Aantjes zelf. Hoge bomen vangen veel wind, zegt het spreekwoord. Dat is waar, maar nog veel meer waar is het Schriftwoord, dat wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1978
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1978
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's