Nog dit jaar bouw van eroscentrum Rotterdam

Daarmee komt dan voorloplgr een einde aan de bevoegdheid van de raad, die in meerderheid zich in olttober 1877 uitsprak voor een eroacentrum in Feyenoord-Noordereiland, en zal het collegre de verdere gang van zaken kunnen afwikkelen.

Omdat de gemeente niet In strijd wil komen met het artikel 250 bis van het Wetboek van Strsifrecht, waarin „het bevorderen van ontucht door anderen met derden" wordt verboden, zal het eroscentrum worden overgedragen aan een aantal beleggers, verenigd in een vastgoedmaatschappij. Deze beleggers, die onder een aantal stringente voorwaarden de grond en het Poortgebouw van de gemeente huren, zullen voor ongeveer dertig miljoen gulden het bordeel naast het Poortgebouw laten bouwen en inrichten.

Via bepalingen in de erfpaohtovereenkomst en een serie voorwaarden in het huurcontract wil het gemeentebestuur de zaak in de hand houden. De beleggers mogen geen enkel zakelijk belang hebben bij de exploitatie van bars, bordeel, sexclubs en dergelijke. Hun winst komt uit de huur.

Verantwoordelijke wethouder W. J. van der Have (wijkaangelegenheden) heeft herhaaldelijk betoogd dat er in het Poortgebouw geen ruimte zal zijn voor souteneurs. De kamers in het bordeel zullen rechtstreeks worden verhuurd aan de prostituees.

Sinds 1968

Bovengeschetste constructie moet de oplossing zijn voor de overlast die al jarenlang Katendrecht, waar nu de prostitutie van de Maasstad is geconcentreerd, teistert. Al in 1968 waren er moelijkheden tussen de oorspronkelijke bevolking van het schiereiland en de souteneurs, sexbazen en onderwereldfiguren.

Sinds 1974 is de stichting van een eroscentrum, waarin alle prostitutie zonder overlast (?) kan worden gevestigd, geworden tot een stokpaardje van het socialistisiche meerderheidscollege dat de bevolking van Rotterdam in dat jaar beloofde het „probleem wel even op te lossen". Dit laatste is de socialisten tegengevallen. Na jarenlang onderzoek en speurwerk viel in 1977 het oog op het Poortgebouw, het voormalig kantoor van het gemeentelijk Havendrijf.

Lichtvaardig*

In en om dat Poortgebouw moet nu het eerste Nederlandse zogenaamde eroscentrum worden gevestigd. Volgens de gemeente zijn de beleggers er. Zij zullen het bordeel laten bouwen. Tamelijk lichtvaardig stapt het gemeentebestuur over andere aangedragen praktische bezwaren heen. Men verwacht dat 60% van de naar schatting 200 tot 300 .óp Katendrecht aanwezig zijnde prostituees bereid is te verhuizen. Bij eventuele tegenwerking kan de politie met enkele artikelen uit de Gemeentewet in de hand hen dwingen naar Peyenoord te vertrekken. De bezwaren van de bevolking van FeyenoordNoordereiland, die criminele randverschijnselen en overlast in hun wijk verwachten, worden van de tafel geveegd. Eventuele bezwaarschriften zullen door de Raad van State vrij snel ongegrond worden verklaard, zo verwacht de wethouder.

Hoewel de Hoge Raad onlangs Rotterdam in het gelijk heeft gesteld bij het optreden tegen de overlastgevende protitutie, door toepassing van de verordening op de sexinrichtingen, moet het eroscentrum, waarin de socialisten zich hebben vastgebeten, er toch komen.

Besluit bekend

De raad moet in maart het Poortgebouw definitief aanwijzen als eroscentrum. Bij voorbaat staat de uitslag vast, omdat de PvdA, die de meerderheid heeft in de raad, het beleid van het college steunt. Na veel aarzelingen heeft de gewestraad eind vorig jaar haar fiat verleend aan het Poortgebouw.

De VVD twijfelt nog steeds. Sommige liberalen geven de voorkeur aan het Poortgebouw, anderen zien in een eroscentrum geen werkelijke oplossing voor de problemen. Het CDA, in 1974 nog een fel tegenstander van prostitutie op Katendrecht, pleit voor handhaving cp het schiereiland. Volgens het CDA moeten de bordelen in enkele straten worden geconcentreerd. De christen-democraten menen dat dat de enige bevredigende oplossing voor het probleem is.

Het enige andere geluid in de Rotterdamse raad komt van de zijde van de SOP. Deze eenmansfractie heeft steeds fel geageerd tegen alle plannen voor een eroscentnmi of handhaving van de prostitutie op Katendrecht. De SGP wees er voortdurend op dat het volgens de Bijbel de taak van de overheid is met de haar ten dienste staande middelen niet alleen de overlast maar de gehele prostitutie te bestrijden en niet, zoals het college nu doet, regiüerend en sturend op te treden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen