Wie is mr. J. van der Hoeven?
De auteur van „Wie doof is kan niet zingen", mr. J. van der Hoeven, werd in 1912 in Amsterdam geboren. Hij studeerde rechten aande RU in Leiden, waarna hij zich in 1936 als advocaat en procureurte Haarlem vestigde.
In laatstgenoemde stad was hij vele jaren secretaris van de Vereniging Kinderzorg, terwijl hij daarnaast ongeveer 25 jaar deel uitmaakte van het bestuur, o.m. als vice-voorzitter, der Vereniging tot verpleging van lijders aan vallende ziekte, welke de bekende inrichting ,,Meer en Bosch" in stand houdt. Verder was hij nog voorzitter van de Stichting voor club- en buurtwerk in de Noordhollandse hoofdstad.
Op het ogenblik is mr. Van der Hoeven, die vader van vijf zoons is, nog voorzitter van de Stichting Nederlands Kinderhulpplan en van de Stichting voor Joodse studiën. Deze laatste Stichting, welke twee jaar geleden werd opgericht, wil met haar arbeid pogen bij de huidige generatie het besef te kweken, dat de Joodse cultuur bewaard dient te blijven. ,,Wij zijn zo gelukkig geweest eeuwenlang een levende Joodse gemeenschap in ons land te mogen hebben en de Nederlandse cultuur is ondenkbaar zonder een diepdoordringende Joodse beïnvloeding", zegt mr. Van der Hoeven. ,,Als wij deze zaak nu niet bewust aanpakken, gaat de Joodse cultuur verloren". „Wie doof is kan niet zingen" is niet het eerste boek van mr. Van der Hoeven. Hij heeft reeds verscheidene boeken op zijn naam staan, van welke er diverse herdruk op herdruk beleefden. Wij noemen:,, Juich, aarde juich", „De grote verdrukking", „Onder het juk van Kerstmis", en „Scheel Engeltje".
Van dit laatste verscheen in 1978 de achtste druk. Het vormt het begin van een reeks over een gewoon gezin, waarin een geestelijk gehandicapt kind wordt geboren. Dit kind, „eerst een bode van leed en verdriet" scheen tenslotte een „engel" te zijn, een bode van dieper leven. Op dit boek volgden nog: „De engel en de blindeman" en ,,Afscheid van de engel", waarin zich de strijd afspeelt van de ouders van het kind, nu het niet langer thuis kan zijn doch in een andere omgeving moet worden opgenomen om ,,nog meer zichzelf te kunnen zijn". Deze „trilogie" kan als een autobiografisch werk worden beschouwd, aangezien deze engel de vierde zoon is van het echtpaar Van der Hoeven.
Van de overige zoons is de oudste directeur van een assurantiekantoor, de tweede is evangelist in Jeruzalem geweest, de derde, die zes jaar als arts in een hospitaal in Zambia heeft gewerkt, is thans huisarts en is ook actief in de Diaconale raad der Ned.Herv.kerk, terwijl de vijfde en jongste zoon socioloog is.
Nu 22 jaar geleden werd mr. Van der Hoeven aangezocht voor de functie van particulier secretaris van de Koningin, welke functie hij nog steeds met grote voldoening bekleedt en als zodanig grote bekendheid geniet. Op het bureau in zijn werkkamer in zijn woonhuis naast paleis Soestdijk staan vanzelfsprekend de portretten van de Vorstin en andere leden van ons Vorstenhuis. Hoe zou het ook anders kunnen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1979
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1979
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's