De wetenschap als een nieuw geloof?
In 1543 deed de Pool Nicolaas Copernicus een uitspraak die een hevige beroering teweegbracht onder toenmalige geleerden. Deze uitspraak is vervat in zijn werk „De Revolutionibus orbium coelestium" (= „De omwentelingen der hemellichamen"), waarin hij zijn idee van een heliocentrisch zonnestelsel naar voren bracht (d.w.z. met de zon als middelpunt, de aarde draait om de zon). Algemeen was men in die dagen van oordeel dat de aarde het rustend middelpunt zou zijn. (de zon draait om de aarde). Men ging meer uit van autoritaire dogma's, dan van observatie.
En toen ook Galileo Gaiiieï, die in het begin van de 17e eeuw de telescoop had uitgevonden, de ideeën van Copernicus verdedigde, waren de poppen echt aan het dansen. De Roomse Kerk viel Galileï en Copernicus aan, omdat hun leer in tegenspraak was met de Roomse geloofsleer. Galilci werd in 1632 door de inquisitie veroordeeld. Daarna moest hij zwijgen.Hij bleef echter schrijven dat Copernicus gelijk had.
Is dat niet in strijd met o.a. Jozua 10:12. Waar Jozua zegt: „Zon staat slil te Gibeon"? Ten eerste zou ik willen zeggen; Jozua was ook een kind van zijn tijd. Maar wat groot is Gods genade dat Hij in menselijke/begrijpelijke taal tot ons wilt komen. Wij spreken toch ook van de zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen, terwijl wij het heliocentrische zonnestelsel als waarheid aanvaarden.
En ten tweede, deze uitspraak doet niets van het feitelijke wonder af. Het is niet zo, dat de Bijbel een handboek der natuurwetenschap is. Andere denkers gaan verder met het observeren van de schepping. De Fransman Blaise Pascal, maakte de eerste bruikbare barometer. Daarnaast erkende hij dat Christus de Zone Gods is, die ook voor hem aan het kruishout heeft geleden. Ook in Engeland boekte de wetenschap vooruitgang. Hier was het Isaac Newton. Hij observeerde de dingen om zich heen en mat de snelheid van het geluid. In 1666 verklaart hij de zwaartekracht, hetwelk hij vastlegt in zijn invloedrijk boek „Mathematische Principes der Natuurkunde". Er wordt nog weleens wat afgedongen op de wetenschap van de 17eeéuwse geleerden. Er wordt nl. weleens beweerd dat zij alleen het „hoe" en niet het,,waarom" wilden weten.
Maar dat is niet waar. Voor Newton en zijn tijdgenoten was het „waarom" geen probleem. Newton ging uit van " het feit dat God het heelal had geschapen. Hij had een diepgaande interesse in de Bijbel. Al het „waarom" in de schepping ligt in de Schepper, en dat is God. Is het tegenwoordig vaak niet zo dat men het „waarom" builen God zoekt. Overal zoekt men een „wetenschappelijke" verklaring voor.
Geloof was basis
Met God wordt geen rekening gehouden. God is dood. Francis Bacon verklaarde echter: ,,God gaf de mens de heerschappij- over de natuur. Bestudering van de natuur betekent Gods prachtige schepping onderzoeken". Bacon schreef ook: ,,Laat geen mens uit valse bescheidenheid denken dat hij te ver kan zoeken of te veel kan weten van het boek van Gods woord of het boek van Gods werken". (= de natuur).
Ook Michael Faraday, natuurkundige, die in 1831 de elektrische inductiewei introduceerde, huldigde Bacons opvattingen hieromtrent. „De natuur is een open boek voor allen en niet alleen de intellectuele elite". Ook huldigde hij de stelregel ,,Waar de Schriften spreken, spreken wij ook; waar de Schriften zwijgen, zwijgen wij ook". Echter, niet alle geleerden waren christenen, maar ze leefden wel allemaal in een christelijke invloedssfeer. Hel christelijk geloof was de basis van de wetenschap. Zonder deze basis was de moderne Westerse wetenschap nooit geboren.
Omdat het die basis miste is de veelbelovende Chinese wetenschap nooit tot rijpheid gekomen. Eveneens bij de Arabieren. Zonder christelijke basis verlot'en ze hun interesse in de wetenschap. In 1962 zei Robbert Oppenheimer (kernfysicus) dat de moderne wetenschap uit het christelijk geloof is geboren.
Racisme
Na de eerste helft van de 19e eeuw ging de wetenschap het buiten God stellen. In 1859 kwam Charles Darwin naar voren met de „survival of the fittest" (= het blijven voortbestaan, de sterkste soorten winnen). Dit werd het begin van het einde. Het racisme werd tol wetenschap verheven.
„De sterkste soorten winnen" was een vrijbrief voor de oprichting van vernietigingskampen. We leven in een systeem van oorzaak en gevolg. Daarin is geen plaats voor liefde, geen plaats voor Hem die uit liefde voor Zijn volk aan het kruishout stierf. Geen plaats voor moraal. Geen plaats voor vrijheid. En geen plaats voor menselijke waardigheid. De mens wordt een nul. En het leven heeft dan geen betekenis meer. Daarom bloeide het Darwinisme, nazisme enz. De grenzen van de medische ethiek verdwijnen. Transplantatie kan zeer nuttig zijn. Maar om goede organen te krijgen moet de chirurg wachten tot er iemand sterft. Vroeger werd men als dood beschouwd als het hart ophield met kloppen. Tegenwoordig bij hel staken van de hersenfunctie. Dit is op zichzelf niet verkeerd maar maakt misbruik mogelijk.
Gebruiksvoorwerp
Ook zonder hersenfunctie kati men in leven worden gehouden als bloeddonor en donor van organen voor transplantaties en voor experimenten. Maar dan is de mens gebruiksvoorwerp geworden. Is dat Gods bedoeling met de mens? t>e genetica wordt aangewend om de sterkste mensen te laten overleven en zo een nieuwe generatie voort te brengen. De mens beschikt over leven en dood en niet God. Enkele personen zullen alles voor het zeggen hebben en zij beschikken tegenwoordig over veel meer vormen van manipulatie dan vroeger. De ander wordt een geprogrammeerde machine. De mens aanbidt de wetenschap. De wetenschap zorgt immers yoor zijn heil. De wetenschap staat voor niets.
Tegenwoordig hoort men: „Ik geloof dat de wetenschap...." Deze ontwikkeling mag ons wel beangstigen. Zijn dit geen kenmerken van de apocalyptische tijd? „En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve?
En allen die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld" (Openb. 13:4 en 8).
Laten we vertrouwen op Hem, die is en die was en die komen zal. Dat we door Gods genade mogen zeggen: ,.J»i, Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus".
Hopelijk geeft het hierbovene een aanzei tot verdere discussie, hetzij thuis of op de vereniging.
W. Bussink
Culemborg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1979
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1979
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's