WAAR STAAT HET CDA?
DEN HAAG HAAG — Het gisteren verschenen program van uitgangspunten van het CDA moet zo'n vijftien jaar mee", zei de voorzitter van de commissie, dr. J. Kremers. Dat is een hele tijd. Dr, H. Neuman, die gisteren het rapport over Vrede en Veiligheid op een persconferentie, inleidde, zei dat zijn rapport een beduidend korter leven beschoren was.
Dat is, gezien de materie die dat rapport behandelt voor de hand liggend. Als we nü spreken over bijv. de neutronenbom, spreken we over vier jaar wellicht over wapens die een nog hogere graad van perfectie hebben, hetgeen de maatschappelijke discussie dan weer in niet geringe mate zal beïnvloeden.
Anders ligt het met een progran van uitgangspunten van mensen die zich in hun politieke handelen gebonden willen weten aan het Woord van God. Artikel 1 van het program geeft in ieder geval reden tot optimisme. „Het CDA acht het Bijbels getuigenis van Gods beloften en geboden van beslissende betekenis voor mens, maatschappij en overheid. Het richt zich naar de oproep van het Evangelie, . zonder zijn politieke handelen daarmee te vereenzelvigen". Dit artikel is óók het eerste artikel van het beginselprogram van de CHU en het behoeft geen betoog dat de vice-voorzitter van het CDA, drs. G. van Leyenhorst, zich daarin herkent. ,,In grote lijnen kan ik achter dit program staan. Het geeft duidelijk de plaats aan in het politieke leven, waarin nadrukkelijk naar voren komt dat het CDA een christelijke partij wil zijn", aldus Van Leyenhorst.
Sleutelkwestie
In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten samengevat. De sleutelkwesties voor de jaren tachtig waarover de christen-democratische beweging zich een oordeel zal moeten vormen zijn o.m.: • de vormgeving van de onderlinge solidariteit, de verbondenheid van de mensen, zowel nationaal (het sociale zekerheids- en welzijnsbeleid) als internationaal. „Wij zijn minder zeker dan voorheen van de wijze waarop het rijke Weste'n de snel groeiende bevolking in de arme landen echt kan bijstaan". • De groeiende wanverhouding tussen de doeleinden van een vredes- en veiligheidsbeleid én de instrumenten die daartoe worden aangewend. Er is een gevolgen voor de inrichting van onze samenleving, bijv. ter zake van arbeidsomstandigheden en het snelverkeer". voortgaande perfectionering en Op dit, maar ook op andere punten groeiende vernietigingskracht van de militaire machtsmiddelen; de ontwikkelingssamenwerking blijft permanent achter bij de verwachtingen. • De problemen van leven en dood: onze samenleving blijkt moeite te hebben voldoende ruimte te bieden aan kwetsbare vormen van leven of aan menselijk leven dat niet beantwoordt aan de doomsee opvatting van wat volwaardig menselijk leven is".
Bescherming
Dit lezend, met artikel 1 in gedachten, sla je dan nieuwsgkgierig de paragraaf op over de beschermwaardigheid van het menselijk leven. Artikel achttien hult zich echter in een wat omzichtig taalgebruik: ,,Eerbied voor en bescherming van menselijk leven, in een wat omzichtig taalgebruik: „Eerbied voor en bescherming van menselijk leven, ongeacht ontwikkelingsstadium of verschijningsvorm, behoort hoeksteen te zijn van onze rechtsorde". Wanneer dit artikel slechts alleen uit deze zin zou bestaan, zouden we er volledig achter kunnen staan. Of het dan in de praktijk ook zo uitgewerkt zou worden, is natuurlijk een andere vraag. Het artikel bevat evenwel nog een zin: „De vrouw heeft recht op bijstand bij ongewenste zwangerschap". Hiermee is m.i. niet aangegeven of de ongeboren vrucht inderdaad bescherming behoeft van overheidswege. „De vrouw heeft recht op bijstand enz." Ook de toelichting in hoofdstuk drie laat ons wat dit betreft in het ongewisse. ,,Het beschermen van menselijk leven dat weerloos is, ongewenst of onvolmaakt, of dat niet voldoet aan de doorsnee opvatting van wat menswaardig is: dit zal een hoeksteen in onze rechtstaat moeten blijven. Onze medemensen zijn ons immers toevertrouwd, of wij willen of niet. De beschermwaardigheid staat hier centraal. Daarbij rust op de samenleving de plicht desgewenst bijstand te verlenen om dit weerloze, ongewenste of onvolmaakte leven dragelijk te maken, maar ook voor de naast betrokkenen. Wij denken in het bijzonder ook aan de bijstand aan vrouwen bij ongewenste zwangerschap. Het uitgangspunt van de beschermwaardigheid van menselijk leven heeft tevens verstrekkende is het program aan de vage kant. De zojuist weergegeven noties over de beschermwaardigheid van het menselijk leven doet niet bepaald vermoeden dat de commissie hier een constructieve bijdrage heeft geleverd in aan discussie over de abortusproblematiek.
Huwelijk
Ook op andere terreinen rijzen bezwaren. Zo geeft artikel 20 aan dat andere samenlevingsvormen eigenlijk dezelfde rechten en plichten moeten krijgen als als het huwelijk. Daarmee wordt wat relativerend gesproken over het gezin, dat volgens het CDA-verkiezingsprogram ,,hoeksteen en pijler is van de samenleving". Deze stellingname zal zeker op verzet in de CDAgelederen stuiten. Ook drs. Van Leyenhorst is niet gelukkig met deze opvatting. „Aan artikel 20 ligt volgens mij ten grondslag dat het huwelijk uitsluitend als verbondsrelatie gezien wordt. Vanuit die visie worden andere samenlevingsverbanden op één lijn geplaatst. Volgens de iÈijbel is het huwelijk echter een scheppingsordening, hetgeen je niet van andere samenlevingsvormen kan zeggen. Artikel 20 is, derhalve, jammer genoeg onzorgvuldig geformuleerd", aldus Van Leyenhorst.
Hij tekent hier overigens bij aan dat de overheid wel de verantwoordelijkheid heeft, bijv. ongehuwden en dergelijke, eveneens recht te doen. Van Leyenhorst is in ieder geval niet van plan het hierbij te laten zitten en zal zeker, waar nodig, de tekst pogen te amenderen. Dit is trouwens ook de opzet van het program, dat in hoofdzaak als discussiestuk is bedoeld. Alle kritiek dient dan ook met enig voorbehoud te geschieden. De vraag naar energie moet zodanig beperkt worden dat de bouw van kerncentrales overbodig wordt, aldus de CDA-commissie.
Ook artikel 60, waar gesproken wordt van een „humane stervensbegeleiding", zal wellicht bij velen op tegenstand stuiten, „Wanneer een patiënt in de stervensfase verkeert, kan het staken van het medisch handelen, dat het leven poogt te rekken, passen in een humane stervensbegeleiding, zeker, in de gevallen dat de patiënt kenbaar maakt (kan maken), dit te verlangen. Er is moed voor nodig om een dergelijk, een ieder rakend en zo gevoelig liggend probleem, op deze wijze te benaderen. Velen menen dat hiermee de deur is opengezet naar actieve euthanasie, maar anderen wijzen er weer op dat een nodeloos lijden niet gerekt mag worden. Gelukkig is hierover het laatste woord binnen de CDA-gelederen nog lang niet gesproken en heeft ieder lid het recht zijn bezwaren kenbaar te maken, waarbij men zich dan wel zal moeten realiseren dat een alternatief nauwelijks denkbaar is.
Schaduw
In de ontwerptekst staan afgezien van'm.i. ethisch aanvechtbare zaken, toch ook een aantal punten die ons zullen aanspreken. Zo heeft het CDA zich zonder voorbehoud uitgesproken voor een soberder levensstijl, omdat door de Westerse samenleving zo langzamerhand een zodanig welvaartsniveau is bereikt dat schaduwzijden steeds meer zichtbaar worden. Het zal voor iedereen duidelijk worden en dat moet zeker christenen aanspreken, dat het leven met alle comfort, zoals we dat gewend zijn, toch niet te allen tijde kan worden voortgezet. Hierbij moet vooral de vraag wor-' den gesteld of we ons in deze welvaartswereld, waar velen de welvaart als „weivraat" ervaren, wel ooit thuis kunnen voelen.
Het is goed dat de commissie Kremer deze vragen binnen het CDA aan de oide stelt. Onlosmakelijk hiermee verbonden is inkomensmatiging en een rechtvaardige inkomensverdeling. Hoewel het de vraag is of het de middengroepen alleen moeten zijn die moeten matigen, is het zonneklaar dat in dit geval de (aller)sterksten, ook de zwaarste lasten zullen moeten dragen. Doch ook hier past weer enige relativering. Men zal die lasten ook niet kunnen en mogen afwentelen op het bedrijfsleven alleen.
Energie
De commissie toont zich ook bezorgd over het toenemend verbruik van energie. De overheid, zo meent zij, moet maatregelen nemen om dat verbruik te beperken. Zij stimuleert de ontwikkeling van andere, veilige energievormen. Haar streven is erop gericht aldus de aanwending van kernenergie te vermijden, zolang daar te grote risico's aan verbonden zijn.
De ontwerptekst wil ook op dit terrein een discussie los maken. ,,Energie is schaars en bijzonder ongelijk verdeeld. Wij zullen, naar thans is te voorzien, op middellange termijn niet kunnen voldoen aan een blijvende groeiende behoefte aan energie in de geïndustrialiseerde landen, zeker wanneer wij ons rekenschap geven van de groeiende behoefte aan energie waar de arme landen recht op hebben. „Het is uit met de groei van onze welvaart, we zullen pas op de plaats moeten maken.
Dit gegeven loopt als een rode draad door de ontwerptekst." Er zullen weinig Nederlanders zijn die zich in dit program niet zullen kunnen herkennen" zei iemand op de persconferentie. Inderdaad zijn veel belangrijke punten bijzonder vaag gehouden en ook na lezing van het program vraag je je wederom af: „Waar staat het CDA eigenlijk? Hier tegen, daar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 1979
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 1979
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's