Landbouw zonder stikstof-kunstmest is goed mogelijk
WAGENINGEN — Omschakeling van de totale Nederlandse landbouw op een biologisch systeem, waarbij geen stikstofkunstmest meer gebruikt wordt, is mogelijk zonder dat de voedselvoorziening gedurende de komende 20 tot 50 jaar in gevaar komt. Binnen de huidige economie heeft algemene invoering van alternatieve landbouw echter geen kans.
Dit concludeert de voormalige projectgroep biologische landbouw van de Landbouwhogeschool te Wageningen in een vorige week gepubliceerd verslag van haar werkzaamheden. Het verslag zal als uitgangspunt dienen voor een symposium over dit onderwerp, op 14 december, in Wageningen.
Voorwaarde bij een overschakeling op het biologische systeem is wel dat de gehele bevolking overgaat op een dieet waarin het verbruik van suiker en aardappelen twintig procent lager ligt dan nu, de consumptie van vlees vrijwel wegvalt, twintig procent minder zuivel gebruikt wordt en waarin veel meer granen en peulvruchten gegeten moeten wortden. Daarbij moet. van export afgezien worden, aldus de onderzoekers.
Bij natuurlijke stikstofbemesting en een zelfvoorzienende landbouw zou de helft van de cultuurgrond bouwland moeten zijn. Het areaal akkerbouwgrond moet dan uitgebreid worden ten koste van permanent grasland.
Het produktieniveau van de akkerbouwgewassen zou bij een zelfvoorzienend biologisch landbouwsysteem dertig procent lager liggen dan de huidige opbrengst per hectare. De totale produktie van de consumptiegewassen zal iets groter zijn, omdat er dan meer grasland met melkvee zal terug moeten vallen van 2,4 naar 1,4 stuks grootvee per hectare en de melkproduktie zal per koe met een vijfde deel afnemen.
Twee manieren
De natuurlijke stikstofbemesting kan op twee manieren plaatsvinden, zo menen de onderzoekers. Elen groot deel van de stikstof die via stalmest, gier, recirculatie van stadsvuil en rioolwater aan de gewassen te geven zou zijn, is nodig om het huidige niveau van opbrengst in de tuinbouw te handhaven.
Daarnaast gaat de groenbemesting voor de natuurlijke stikstofvoorziening een rol spelen. Vlinderbloemigen als luzerne en klaver kunnen grote stikstofopbrengsten leveren door binding van stikstof uit de lucht. In de akkerbouw is er met natuurlijke mest in combinatie met groenbemesting heel wat te bereiken zo menen de onderzoekers, maar de opbrengsten per hectare zullen toch teruglopen tot zeventig procent van wat ze nu zijn.
Waarom Nederland
De werkgroep voert verschillende redenen aan waarom juist in Nederland met alternatieve landbouw geëxperimenteerd kan en moet worden: Nederland draagt heel weinig bij aan de wereldvoedselvoorziening, de voor export interessante landbouwgewassen beslaan een relatief klein oppervlak, de landbouwkundige kennis is hoog ontwikkeld. BARENDRECHT ZUIO-HOLLAND-ZUID 30 nov. Aardappelen: 12.000 kg, bintje 23-30, eigenheimer 47-49, Irene 31-34, andijvie: 14.000 kg, kas 78-170, natuur 36-116. bloemkool: 13.000 St., 6 st.p.bk. 180-350, 8 st.p.bk. 120-250,10 st.p.bk. 50-190,12 st.p.bk. 40-130, 15 st.p.bk. 35-60, boerenkool: 2.000 kg, 23-68, broccoli kl. Ill 250 kg 100-370, bruine bonen: 128-135, chinese kool: 1.000 kg, 105-116, knolselderij: 6.000 st., 8 st.p.bk., 10 st.p.bk. 59-68, 12 st.p.bk. 57-68, 15 st.p.bk. 19-56, 20 st.p.bk. 4-41, knolserderij: 1.000 kg, 19-26, koolrapen: 2.000 kg, 28-35, groene kool: 3.000 kg, 16-39, witte kool: 28-40, rode kool: 3.000 kg, 18-51, gele kool: 1.000 kg, 30-34, kroten: 1.000 kg, 13-43, paprika: 1.500 kg, 380-430, peterselie: 10.000 bs., 8-59, pepers: 320-570, prei: 15.000 kg, 63-86, dun 35-67, radijs rood: 3.000 bs, 82-90, witpunt 53. selderij: 21.000 bs. 7-46, sla glas: 90.000 st. 13/14 13, 15/16 15-19, 17/18 18-26, 19/20 20-36, 21/22 25-40 23/24 26-45, 25/28 32-47, snijbonen: 820-930, pompoenen: 50-80, mispels: 130, druiven allcante: 650-660, spinazie: 1.000 kg, kas 330-440, natuur 260-270, spitskool: 13.000 kg 27-99, spruiten: 222.000 kg, midd. prijs A I (95) 93-97, A II (91) 90-93, B I (101) 99-103, B II (95) 93-96, C il (89) 88-91, A III (64Vi) 58-71, A IV (49) 49, B ill (47'/2) 46-50, DI (154) 152-156, D li (126'/.) 123-132, D III (94) 91-101. D IV (74) 74, E I (135) 135, E II (88'/:) 83-94, E III (62) 62, E IV (50) 50, tomaten: 400 bk, A 380-810, B 610, C 300-640, uien: 22.000 kg, bonken 33-51, grof 30-50, middel 29-40, drieling 15-31, picler 12-28, geschoond 63-87, veldsla: 700 kg, 110-250, venkel: 100-210, waspeen: 1.000 kg, 58-62, winterpeen: 22.000 kg, grof 25-38, middel 20-34. fijn 16-20, witlof: 42.000 kg, A I In dozen 250-360, A I 250-350, A II 230-320, A ill 160-260, D I 240-310, D II 160-270, O III 140-230, afwijkend 130-220, stek 60-160, blad 40-80.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 3 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 december 1979
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's