Misleiding

Nu wij met dit lichaam des doods zijn omvangen en er een wet in onze leden is, welke Strijdt tegen de wet van ons gemoed, moesten wij veel zuchtende zijn om de dag onzer verlossing, wanneer de gevangenen des rechtvaardigen zullen ontkomen, en de machtige de vang zal worden ontnomen, en dat gezegend besluit zal voortkomen: „O, gevangenen der hope, gaat uit en komt te voorschijn!".

Wij vrezen dat de christenen van dit geslacht een wapenstilstand hebben uitgeroepen , en een vredesverdrag hebben gesloten met hun begeerlijkheden. Niet alleen een offensief, maar ook een defensief verbond hebben gesloten, dat is, dat zij niet alleen hun begeerlijkheden niet zullen aanvallen, maar dat zij ze zullen verdedigen.

Indien wij maar eenmaal dit verdrag en deze overeenkomst met onze afgoden hebben verzegeld, wat zouden zij dan meer van ons kunnen eisen? Mij dunkt, wij mogen met smart zinspelen op dat woord: „Er is er niet een onder de veertigduizend in Israël, bij wie een schild of spies gezien wordt, om in deze geestelijke krijg te strijden".

O, kan u zulk een misleiding bevangen, dat gij kunt overwinnen zonder te strijden? Is uw kracht meerder dan die van hen, die u zijn voorgegaan, dat gij meent, dat gij in één dag deze strijd kunt voleindigen en uw vijanden vervolgen en najagen, totdat gij ze overvallen en verdaan hebt?

O, wanneer zal die dag aanbreken, dat wij dagelijks deze droeve klacht zullen uitzuchten: „Ik ellendig mens! wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?".

Andrew Gray (De geestelijke strijd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen