Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vier vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vier vrienden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerst lezen ze uit de Bijbel, psalm 23 over de Heere is mijn Herder en zingen daarna psalm 23:1.

Meneer Diks (geschiedenisleraar) vertelt daarna over Erasmus, de prins der humanisten. Hij werd in 1469 geboren te Rotterdam. Erasmus was al vroeg wees en moest naar een klooster. In 1488 legde hij drie geloften af: kuisheid, armoede en gehoorzaamheid. Ook heeft hij veel boeken geschreven over „De lof der zotheid" en „De wl is vrij" enz. Van 11 op 12 juni 1536 stierf Erasmus. Als meneer Diks het huiswerk heeft opgegeven gaat de bel.

De vier vrienden hebben hun gedachten niet goed bij de les gehouden, vooral Wim niet. Hij denkt steeds aan zijn plannetje. De puzzeltocht die hij gisteren samen met zijn zusje Tineke gemaakt heeft. Om 1 uur gaat de bel en rijden ze weer naar huis. Piet, Jan, Barend en ook Wim denken aan het plannetje. Piet mag van zijn moeder en Barend ook maar mevrouw Van den Berg twijfelt. Nou ja, vooruit dan maar. Om half twee zijn ze bij Wim. Een grote fles Sinas en vier repen chocolade heeft Wim in zijn tas. Barend heeft vier appels en Jan een deken. Na een half uurtje gefietst te hebben, komen ze op de bestemde plaats. De fietsen worden op slot gezet en zij wandelen het bos in. De deken wordt uitgespreid en de tassen daarop gezet. Piet mocht beginnen met de puzzeltocht, daarna Jan en tenslotte Barend. De laatste heeft gewonnen en krijgt een boek Snuf en de Ijsvogel. Hij bedankt Wim hartelijk voor het mooie boek. Jan en Piet krijgen als troostprijs een zakmes. Een glas Sinas met de repen chocolade smaakte hun goed. Het was inmiddels al vier uur en ze reden weer naar huis. De appel van Barend kon er ook nog wel bij. Om half vijf waren ze allen weer thuis.

Dit leuke opstel ontvingen we van de 13-jarige Marja Top uit Kootwijkerbroek.

413 Jeans ogen glinsterden. „Daar heb je ze. Wie kunnen 't anders wezen. Maar ik moet zekerheid hebben." Toen Lieuwe voor Jan de paling vilde en Jelle de aardappelen schilde, vermoedde niemand van de drie vrienden, dat vanuit het riet Jean hen nauwkeurig gadesloeg. Nadat de drie mannen zich aan tafel hadden gezet, sloop hij dichterbij. Pas echter toen het goed donker geworden was, durfde hij aan het venster te Ixüsteren, staande op een mand. Toen Jan Jochemsz opstond om hout te halen, kon hij zich nog op tijd met de mand verwijderen. Zodoende had deze niets gemerkt. Nadat Jan Jochemsz in huis teruggekeerd was had Jean z'n plaats weer ingenomen. Ongelukkig echter was de mand niet al te sterk. Jean was er doorgezakt en tamelijk onzacht op de grond terechtgekomen. Dat was de slag die de mannen in de kamer gehoord hadden. Jean maakte zich daarna snel uit de voeten. „Hoe kon ik zo stom vallen," bromde hij. „Maar ik heb genoeg gehoord. Of wacht " Hij bleef stilstaan, toen hij merkte dat de man, die uit de deur was gekomen, hem niet volgde. „Ik moet weten of ze vannacht blijven...." Jan Jochemsz was, zoals we weten, om het huls heen gelopen. Daarna had hij het schuurtje doorzocht en was toen in huis teruggekeerd. Jean zag hem nog net verdwijnen.

414 „Nu dubbel oppassen, Jean," mompelde hij. Heel voorzichtig naderde hij het raam. Door een kier van de blinden zag hij de mannen in de kamer druk gebaren. Stijf drukte hij z'n oor tegen de kier. Hij durfde niet meer op de mand te klimmen. Maar ook zo kon hij genoeg verstaan. Zo vernam hij het plan van Jan Jochemsz. „Is Jean Bonnefoi nog niet terug?" Geërgerd klonk de stem van de kapitein, „'t Is vijf voor tien. Staan de paarden klaar? 'k Had nog graag zijn rapport gehad, maar.... Ha, daar heb je hem zeker net." 't Was inderdaad Jean Bonnefoi, die het vertrek binnentrad. Hijgend van het snelle lopen stond hy voor zijn meerdere. „En....?" vroeg deze. „Heb je iets gevonden?" „Ik heb ze ontdekt, kapitein. Het zijn vast die smokkelaars uit Anjum!" Met gespannen aandacht luisterden de kapitein en de luitenant naar het rapport van de speurder. De kapitein wreef zich vergenoegd de handen. „Luitenant, laat de mannen onmiddellijk opstijgen. We zullen onze tocht naar Anjum maar weer uitstellen en eerst die schurken gevangen nemen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1980

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

De vier vrienden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1980

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's