Nogmaals klemtoon in bijbelse namen
Wie een Franse Bijbel neemt en daarin leest Abraham, Isaac, Jacob en Jerusalem, ziet bekende woordbeelden. Maar voor wie ze hoort uitspreken is het heel anders. De klemtoon op de laatste lettergreep maakt de namen soms totaal onherkenbaar. In het Frans valt de klemtoon namelijk steeds, ook in bijbelse namen, op de laatste lettergreep. Rechtstreeks tegenover het Frans staat het Hongaars met zijn klemtoon op de eerste lettergreep. In beide talen is dat accent absoluut en in Franse en Hongaarse woordenboeken wordt dan ook geen klemtoon aangegeven.
De Germaanse talen hebben voor hun eigen woorden een veel grilliger accent. Dat komt zelfs openbaar in woorden met dezelfde stam: voorwaarde - voorwaardelijk, the present te present. Omdat wij Germanen dus veel meer speelruimte hebben dan Fransen en Hongaren, kunnen we in bijbelse namen veel beter naar het oorspronkelijke accent benaderen.
Maar aan die grotere mogelijkheden beantwoorden ook grotere moeilijkheden. Men weet hoe moeilijk het is de Bijbel nauwkeurig te vertalen. Nederlandse vertalers worden bovendien nog geconfronteerd met het probleem: Hoe kunnen we, ook in klemtoon, de Nederlandse namen toch nog zoveel mogelijk op die uit de grondtalen doen lijken en er toch voor zorgen dat ze voor ieder „uitspreekbaar" zijn?
Nu heb ik naar aanleiding van het stukje over bijbelse klemtonen (RDPlus van 18 januari) vragen over dit onderwerp ontvangen en ook kritiek op het lijstje dat ontleend was aan Van Dale. Bij dit lijstje had ik eigenlijk een ietwat nadrukkelijker voorbehoud moeten maken. Daar dit niet gebeurd is en er bovendien de niet van mij afkomstige kop „De Juiste Klemtoon" boven stond, kon dit de indruk wekken van een dwingend voorschrift. Dat is jammer.
Fouten
Toen ik hierover van enige deskundigen gefundeerde kritiek ontving o.a. naar aanleiding van enkele zwakke punten die ikzelf ook al ontdekt had, ben ik erover na gaan denken hoe het toch mogelijk was dat Van Dale in dit lijstje zulke erg „domme" fouten maakt. De zeer geleerde professorentaalkundigen die het na de dood van Van Dale hebben toegevoegd kenden ongetwijfeld uitstekend Latijn en Grieks. Het is dus bijna niet aan te nemen dat ze niet wisten dat Aquila (Latijns woord voor arend) en Thessalonica uitgesproken moeten worden met het accent op de vetgedrukte lettergreep. In tegenstelling tot die algemeen gangbare uitspraak (men zie de woordenboeken voor de betreffende talen) geeft Van Dale echter: Aquila en Thessalonica. Nu staan er in ieder woordenboek onjuistheden en meer dan men soms denkt, maar zulke elementaire fouten in de Grote Van Dale, dat valt toch wel tegen. Zou daar een verklaring voor kunnen zijn?
Nu heb ik als kind altijd (het onjuiste) Thessalonica horen zeggen. En evengoed (het onjuiste) Aquila. Zou dat kunnen komen omdat dat vooral voor een onontwikkelde Nederlander beter in het gehoor ligt? Daarom heb ik me afgevraagd of Van Dale niet bewust deze onjuiste klemtoon aangeeft. Dit is echter maar een veronderstelling, een heel persoonlijk ideetje van me. Maar hoe het ook moge zijn, ik ben het verder geheel met mijn critici eens: men doet er veel beter aan Aquila en Thessalonica te zeggen.
Nu ik dus gedwongen ben hierop terug te komen wilde ik van de nood een deugd maken en niet alleen de fouten van Van Dale bespreken. Er staan in zijn lijst namelijk andere woorden waar zo dikwijls mee gesold wordt dat het waard is ook die te noemen, namelijk Stefanus en Efeze. Mede door het zien van deze klemtoon ben ik tot de gedachte gekomen iets over bijbelse klemtonen te schrijven. Wat die Griekse namen, betreft, er staan er in een andere lijst van Van Dale nog twee, koning Dareios en de ketter Areios. Aan deze Griekse vormen kan ieder gymnasiast zien dat men ze niet de veel gehoorde uitspraak Darius en Arius moet geven, maar Darius en Arius. U zult deze klemtoon wel nergens op een andere wijze aangegeven zien.
Tenslotte gaf Van Dale (8e druk, 1961) ook nog de klemtoon Philemon. Deze fout is maar op één manier te verklaren: het moet een vergissing geweest zijn. In de laatste druk is het dan ook verbeterd in Philemon.
Verbeteringen
Wat de Oudtestamentische namen betreft, een van de lezers zond me het volgende lijstje verbeteringen. Tussen haajes staat de aangevochten lezing van Van Dale.
Ahimaäz (Ahimaaz)
Ahinoam (Ahinoam)
Anathoth (Anathoth)
Ariël (Ariël)
Astoreth (Astoreth)
Beor (Beor)
Elifaz (Elifaz)
Esar-Haddon (Esarhaddon)
Johanen (Johanan)
(Van Dale geeft Jochanan)
Peor (Peo)
Uzzia (Uzzia)
Wanneer ik dit lijstje overlees dan kan ik niet anders zeggen dan dat de verbeterde versie veel gangbaarder is en veel beter in het gehoor ligt dan die van Van Dale. En juist daarom zijn ze in deze lijst terechtgekomen, want ik heb van de 400 à 500 woorden juist twee categorieën woorden opgenomen, en wel:
1. Die waarvan ik dikwijls van een ander een minder juiste uitspraak had gehoord (bijvoorbeeld Zedekia i.p.v. Zedekia).
2. Die waarvan ik van mezelf steeds de „verkeerde" d.w.z. de niet door Van Dale gegeven klemtoon gehoord heb. Als leek op het gebied van Hebreeuws moest ik toen wel afgaan op het gezag van Van Dale en denken dat ik het fout deed.
Tenslotte was er nog het woord Rehuel i.p.v. Rehuel. Dit is een vergissing van mij geweest.
Hebreeuws
Ik vond het ook heel interessant te vernemen, nog steeds van dezelfde criticus, dat de klemtoon Beor en Peor van Van Dale puur Hebreeuws is. Als men dat wil doen zou men volgens hem echter Be-oor en Pe-oor moeten zeggen, met lange klinker. Hij vertelde me ook dat zo'n slotaccent, gepaard gaande met een lange klinker, nog veel meer voorkomt in het Hebreeuws. Zelfs in de naam Adaam i.p.v. de Nederlandse uitspraak Adam. Dit is een heel mooi voorbeeld, dat me nog versterkt heeft in de mening dat de uitspraak van bijbelse namen niet alleen door Hebreeuwse regels bepaald mag worden. Want hoe men deze naam in het Hebreeuws ook uitspreekt, wij blijven Adam zeggen. In veel gevallen zijn de Nederlandse uitspraak- en accentgewoonten minstens even belangrijk. (Een aardig voorbeeld daarvan is ook de Nederlandse uitspraak Luther i.p.v. Loether).
Verder hoorde ik nog dat veel Hebreeuwse woorden via een omweg tot ons gekomen zijn en daardoor nog erger verbasterd zijn. Hetzij via de (Griekse) Septuaginta, hetzij via de (Latijnse) Vulgata. (Aan de Vulgata hebben we ook de spelling Christus te danken i.p.v. Christos). Al die namen konden dus in spelling, uitspraak en klemtoon heel vreemde veranderingen ondergaan. Moeten de taal- (en god)geleerden dan toch weer teruggrijpen naar de grondtekst? In veel gevallen is het moeilijk de juiste criteria aan te leggen.
GBS-Bijbel
Mijn zegsman vertelde me dat er juist over de aard en de toepassingvan deze criteria veel gesproken is op de vergaderingen van de Gereformeerde Bijbelstichting voor de GBS-Bijbel, om meer eenheid te krijgen in de uitspraak. Hij vertelde dat de accentregels daar zeer deskundig gehanteerd zijn en dat in sommige twijfelgevallen geen aanwijzing gegeven is. Hij verzocht daarom of er misschien niet in een of andere vorm een rectificatie opgenomen kon worden, omdat er anders onder de bezitters van de GBS-Bijbel verwarring zou kunnen ontstaan. Nu is het des te gemakkelijker aan dit verzoek te voldoen omdat de kritiek die er van andere zijde binnenkwam slechts op ondergeschikte punten afweek van de zijne. Hun systeem schijnt vrij algemeen aanvaard te worden, zodat er door het opvolgen van hun regels ongetwijfeld veel minder verwarring zgJ ontstaan dan met ciie Van Van Dale.
Nu zou men uit het bovenstaande de indruk kunnen krijgen dat Van Dale toch wel heel onnauwkeurig is. Dat zou onjuist zijn, want men moet alles in zijn juiste proporties zien: Van Dale heeft geen concordantie geschreven, en deze lijst van 8 pagina's is slechts een bijlage. En nog wel een bijlage waar men heel veel waardering voor kan hebben. Want van de korte, maar heel exacte gegevens, steeds met tekstverwijzing, kan men ; heel veel leren. Voor hen die Van Dale bezitten: ter lezing aanbevolen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's