Océ-v.d. Grinten doet het prachtig
Met een zucht van verlichting nam de beurs kennis van het goede resultaat dat Océ van der Grinten vorig jaar, en met name in het vierde kwartaal heeft kunnen boeken. Het aandeel veerde er krachtig door op na aanvankelijk uit vrees voor tegenvallers fors te zijn gedaald. Er waren dagen in januari dat er met dit fraaie beleggingsfonds geen goed kon worden gedaan. Gesloten op ƒ 130 in 1979 zakte Océ-van der Grinten vorige maand weg tot ƒ116 aan het slot om nadien weer op te springen tot rond ƒ 125 thans. Ruwweg gesproken steeg vorig jaar de bedrijfswinst met 9% en de nettowinst ruim 3%. Maar het aandeel zakte sedert vorig jaar hoogste stand van ƒ 186. Het is dus wel op harde wijze als beleggings- en groeifonds uit de gratie geraakt, ondanks enig eerherstel in deze maand. Niet helemaal zonder reden want het groeitempo kwam vorig jaar onder flinke vertraging en de eerste drie kwartalen lieten maar amper een stijging in de winst zien.
Maar in het kwartaal per 30 november vorig jaar trad hier een zekere wijziging in. Zowel omzet als winst namen weer een versnelling aan die nog groter zou zijn geweest indien Océ als internationaal georiënteerd bedrijf geen rekening had te houden met valutaproblemen. Vooral het grote belang in Engeland heeft tot dusver tot niet veel andere dan ongunstige valutafacctten geleid.
Desondanks steeg in het vierde kwartaal de omzet met 10% maar zou nog 2% hoger zijn geweest zonder het zojuist genoemd valuta-effect. Gelukkig voor het concern is ook de omzet in volume toegenomen. Het bedrijfsresultaat steeg zelfs met 20%. Vergeleken met de jaarstijgingen van resp. 4,3% en 9,1% springt dit vierde kwartaal er dus bijzonder gunstig uit. Maar deze cijfervergelijking geeft tevens aan hoe traag de ontwikkeling eerder in het afgelopen boekjaar is geweest.
De 20% meer aan bedrijfsresultaat kwam bovendien nog tot stand ondanks een 30% hogere afschrijving. Geen wonder dat het aandeel van het bedrijfsresultaat op de omzet opliep van 8,i op 8,7. In het eerste kwartaal van het afgelopen boekjaar was dit aandeel zelfs ingezakt tot 6,4. Nog een bewijs van de slechte start, maar het glorieuze einde van dat boekjaar.
Wel vereiste de alom aanzienlijk hogere rente een hogere bedrijfslast, terwijl derde belangen 'JH'Kéf'cóhcern eveneens meer eisten. Hierdoor bleef de netto winststijging in het vierde kwartaal beperkt tot 5% en op jaarbasis tot 3,3%. Vergeleken met de inflatie is dit natuurlijk te weinig wat dan op de beurs in de koersontwikkeling wel tot uitdrukking werd gebracht.
Maar juist door de verbetering in de laatste drie maanden heeft het bestuur van Océ goede hoop voor 1980 welk jaar is ingegaan^ op een winstbasis van ƒ 42,7 miljoen of ƒ 23,64 per aandeel en een dividendverhoging van ƒ 7,60 naar ƒ 8.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's