Veel overeenkomsten met wijziging loonwet in '76
Bonden reageren afwijzend op wetsontwerp
DEN HAAG — Het kabinet verwacht het advies van de Sociaal-economische raad over een raamwet op de inkomensvorming halverwege dit jaar. Op basis van dat advies zal het kabinet zelf met definitieve voorstellen komen voor het wettelijke inkomenspolitieke instrumentarium, aldus de ministers Albeda (Sociale zaken), Wiegel (Binnenlandse zaken) en Scholten (Defensie) in de toelichting op de maandag ingediende wijziging van de wet op de loonvorming.
Die wijziging is niet aan een uitdrukkelijk vastgestelde termijn gebonden, omdat het advies van de SER binnen afzienbare termijn wordt uitgebracht. Het nu ingediende wetsvoorstel vertoont overeenkomst met een wijziging van de wet op de loonvorming zoals die in 1976, ten tijde van het kabinet-Den Uyl, werd aanvaard. Die wijziging had een duur van zes en in sommige gevallen zeven maanden.
De wet op de loonvorming stamt uit 1970 en was van de hand van de toenmalige minister van Sociale zaken Roolvink. De bevoegdheden zoals de overheid die in deze wet kreeg om in te grijpen in de loonvorming, zijn deels zeer omstreden geweest. Twee artikelen hebben in die discussie de belangrijkste rol gespeeld: artikel 10, waarvan nu opnieuw een wijziging wordt voorgesteld en artikel 8, dat inmiddels uit de wet is verdwenen.
Genuanceerder
In artikel 10 wordt het belang van de nationale economie als reden voor ingrijpen in de loonvorming ingevoerd. De huidige tekst spreekt van „maatregelen ten aanzien van de loonkosten in samenhang met andere maatregelen". In de nu voorgestelde wijziging is sprake van „regelen....betreffende lonen en andere arbeidsvoorwaarden." Daaraan wordt toegevoegd: „Deze regelen kunnen voor verschillende categorieën van werknemers naar functie of naar inkomensniveau verschillend zijn." Met deze wijziging wil het kabinet een genuanceerder ingreep mogelijk maken.
De bestaande wet spreekt voorts over een variabele looptijd van de loonmaatregel van ten hoogste een jaar met een daarop aansluitende vaste termijn van ten hoogste zes maanden. In het wijzigingsvoorstel is geen sprake meer van een termijn. Maakt het kabinet van de mogelijkheid om in te grijpen gebruik, dan zal het op dat moment ook bepalen hoe lang de maatregel moet gelden.
Een genuanceerde mogelijkheid tot ingrijpen was ook het doel van de (tijdelijke) wijziging van de wet in 1976. Naast het binden van de loonmaatregel aan een beperkte periode kreeg de minister van Sociale zaken toen de bevoegheid bepaalde loonsverhogingen in verband met kostenstijgingen bindend voor te schrijven. Dat gebeurde ook via een minimumprijscompensatie voor de tweede helft van 1976 in de tweede loonmaatregel van dat jaar. .
Artikel 8 gaf de minister van Sociale zaken de mogelijkheid een CAO, zo die nog niet in werking was getreden onverbindend te verklaren als het algemeen, sociaal-econpjnisch belang dat vereiste. Het artikel stuitte bij de vakbeweging op grote weerstand. De Tweede kamer ging uiteindelijk met het artikel akkoord, maar daar was wel de dreiging met een kabinetscrisis voor nodig. Overigens werd het al spoedig in de ijskast gezet. In 1978 werd deze beperking van de vrije loonvorming uiteindelijk uit de wet geschrapt.
Een veel bredere ingreep vond onder het kabinet-Den Uyl plaats in 1974. Het kabinet oordeelde het toen nodig de gevolgen van de oliecrisis op te vangen via de machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid. Deze wet gaf de minister van Sociale zaken voor 1974 de mogelijkheid op te treden teri aanzien van lonen en arbeidsvoorwaarden bij bedrijfsleven en overheid, maar ook ten aanzien van huren, dividenden. pachten en het ontslag en werkgelegenheidsbeleid.
Woedend
FNV-voorzitter Wim Kok zei woedend te zijn over het wetsontwerp dat een nieuwe ingreep in de lonen mogelijk moet maken. De regering houdt de vakbeweging aan het lijntje door de loonpauze te willen verlengen, zo meent Kok. Hij verwacht dat de acties tegen het loonbeleid van de regering die maandag zijn begonnen zich nu „vanaf de basis" zullen uitbreiden en grimmiger zullen worden. De actievoerders kunnen volgens Kok in ieder geval op FNV-steun rekenen.
Kok heeft er weinig vertrouwen in dat hij met de regering zaken kan doen zolang de lonen aan banden liggen. „Dat blijkt wel uit de onderhandelingen die we op 10 januari hebben gevoerd," zo zei hij. Op die dag namelijk kondigde minister Albeda van Sociale zaken een loonpauze van twee maanden aan nadat was gebleken dat de FNV vasthield aan een looneis van twee procent.
Kok voelt er weinig voor om in het huidige stadium met de regering en werkgevers om de tafel te gaan zitten. Ten eerste wil de vakbeweging volgens Kok in vrijheid onderhandelen en ten tweede moet de regering eerst maar eens haar huiswerk goed doen, zo meent hij. Daarmee bedoelde Kok dat hij wacht op de resultaten van de kabinetsbesprekingen over de omvang van het nieuwe bezuinigingsprograrama.
Kok wilde gisteren nog niet ingaan op het voornemen van de regering in de nieuwe loonmaatregel ruimte open te houden voor beloning van vuil, zwaar en onaangenaam werk, omdat hij nog geen inzicht had in de technische uitwerking hiervan. Het gaat er volgens hem in eerste instantie om dat meer in vrijheid onderhandeld moet kunnen worden.
Hij vreest dat de regering de loonpauze anders als ,,troefkaart" gebruikt die wordt uitgespeeld als de bonden niet op de voorstellen van minister Albeda willen ingaan.
Het argument van minister Albeda in zijn toelichting op het wetsontwerp dat de periode van twee maanden van de huidige loonpauze wel eens te kort zou kunnen zijn om het overleg van kabinet met werkgevers en werknemers over de sociaal-economische ontwikkelingen af te ronden, wijst Kok van de hand. Hij wijst erop dat het wachten nu juist op de regering is die het in eigen huis niet eens kan worden over de ombuigingsmaatregelen.
Onzekerheid
Het Koninklijk Nederlands Ondernemers Verbond (KNOV) voorziet grote problemen wanneer minister Albeda het loonpauzebesluit zou verlengen tot april. Alle CAO-onderhandelaars komen hiermee in onzekerheid waarover ze nu wel en niet kunnen praten met de vakbeweging, zo zegt het KNOV in reactie op het wetsontwerp, dat een nadere loon-ingreep mogelijk moet maken.
De organisatie van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf heeft er verder moeite mee dat de minister een gedifferentieerde loonmaatregel wil nemen. Onvermijdelijk betekent dit dat met name loonsverhogingen in de laagste inkomensklassen worden toegestaan. Slechts de ondernemer in het midden- en kleinbedrijf — gezien het gemiddelde lage loonniveau daar — wordt kortom opgezadeld met loonkostenstijgingen. Beter is volgens het KNOV een niet-gedifferentieerde loonmaatregel, gecombineerd met een lastenverlichting voor de lagere inkomens.
De Raad voor middelbaar en hoger personeel MHP noemt het wetsontwerp een stok achter de deur. „Die zal worden gebruikt als het overleg op centraal niveau over lonen en arbeidsvoorwaarden niet tot resultaten leidt." Het is volgens de raad volstrekt onjuist dat de regering nu reeds een machtigingswet indient terwijl er nog niets over Ae voorgenomen ombuigingsmaatregelen bekend is. Naar hef oordeel van de MHP zal de regering een klimaat moeten scheppen waarin een constructief overleg mogelijk is. Werkgevers en werknemers moeten voor een dergelijk overleg echter over concrete regeringsvoorstellen beschikken en daar ontbreekt het nu geheel aan, aldus de raad MHP.
Bankroet
De politiek van de regering inzake lonen, uitkeringen en voorzieningen is bankroet. Dat heeft de Communistische partij van Nederland (CPN) in een verklaring gesteld. Voor een daadwerkelijke crisisbestrijding is meer oog nodig voor de eisen en rechten van de werkers, aldus de CPN. De lonen moeten verdedigd worden, met name de handhaving van de prijscompensatie. Werk, sociale uitkeringen en voorzieningen moeten worden veilig gesteld, aldus de CPN-verklaring.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's