CAO-overleg grootmetaal vastgelopen
Bonden: Prijscompensatie handhaven
ZOETERMEER — De onderhandelingen over de CAO-grootmetaal (275.000 werknemers) voor 1980 zijn dinsdag vastgelopen op de eisen van de vakbonden dat de automatische prijscompensatie moet worden gehandhaafd. Oe werkgeversorganisatie FME was niet bereid vooraf de toezegging te doen dat er aan de automatische prijscompensatie niet zou worden getornd. FME-voorzitter Ir. W. J. ter Hart heeft dat verklaard na afloop van bet gesprek dat dinsdag één uur heeft geduurd.
De werkgevers wilden eerst het volledige pakket verlangens van de bonden op tafel hebben. Dat pakket zou dan getoetst moeten worden aan de vraag of de concurrentiepositie van de metaal- en elektrotechnische industrie zou kunnen worden gehandhaafd. De FME ging er daarbij vanuit dat bij een verwachte produktiviteitsstijging van nul procent in 1980 alleen maar verbetering in arbeidsvoorwaarden mogelijk zou zijn als daarvoor verworven rechten zouden worden ingeruild.
Onderhandelaar D. Rijkse van de Indu.striebond FNV zei, dat de bonden geen genoegen konden nemen met het antwoord van de werkgevers dat ,,geen ja en geen nee" was. De bonden wilden hun hele voorstellenpakket ter discussie stellen en zij hebben ook de inruil gedachten niet afgewezen, maar handhaving van de volledige automatische prijscompensatie stond bij hen voorop. Overigens is bij het overleg niet duidelijk geworden wat de werkgevers „ter inwisseling" aan wilden bieden.
„Het gaat puur om het inleveren. De werkgevers bieden nul komma nul en ze willen eigenlijk niets anders dan dat de werknemers hun portemonnee trekken om te kijken of zij nog een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van de concurrentiepositie van de metaalindustrie", aldus Rijkse. Voorzitter L. Ester van de industriebond CNV had in dit verband over ,,het inleveren van 'n blanco cheque via de ruilbeurs van Ter Hart die voor ons onaanvaardbaar is".
De bonden hadden ook willen praten over een verbetering van de kwaliPrijzen voor wedstrijd geluidshinder uitgereikt teit van de arbeidsplaatsen. Zo zou een verloop en een tekort aan werkneihers kunnen worden tegengegaan, hetgeen de produktiviteit in deze bedrijfstak weer ten goede zou komen. , Volgens de vakbondsonderhandèlaars beperkten de metaal-werkgevers zich echter voornamelijk tot materiële zaken. De bonden gaan zich nu eerst intem beraden op de situatie. Acties sluiten ze niet uit, ook de industriebond CNV niet.
De vakbonden zullen ook overwegen, nu over de arbeidsvoorwaarden voor 1980 te gaan onderhandelen met individuele ondernemers. Die zijn hier en daar tengevolge van personeelsgebrek toch al geneigd om meer te bieden dan de CAO.
Ter Hart zei dat het voor de werkgevers gegaan is om twee hoofdzaken: De concurrentiepositie van de Nederlandse metaalindustrie (vooral ten opzichte van West-Duitsland) en de moeilijke situatie op de arbeidsmarkt. De loonkosten per eenheid produkt vormen hierbij de belangrijkste factor. Die loonkosten zijn vanaf 1 januari al met vijf procent gestegen door de overloop van de prijscompensatie en de stijging van het incidentele loon. Ter Hart constateerde daarom dat er eigenlijk geen ruimte bestaat voor verbeteringen, tenzij de produktiviteit toch zou verbeteren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's