verhaaltjesklok
'DoorJ. Visser-Vlaanderen
Henriëtte en Dini, wie zijn lat? Ze zijn allebei niet zo f root. Maar weet je wat ze wel zijn.... ? Twee deugnieten. Ze zaten op de kleuterschool al naast vlkaar, en nu ze in de tweede filas zitten, ook. Henriëtte en Dini wonen ruiast alkaar. Henriëtte in het grote huis op de hoek en Dini op de boerderij ernaast, ^e hebben altijd de grootste pret. Vooral vandaag. Weet je waarom...? Met hun laarzen aan, zijn ze heerlijk 'door de sneeuw naar school gelopen. Anders zijn ze er zo, maar nu hebben ze er wel een half uur over gedaan. Ze waren maar net •op tijd!
Vanmiddag let er haast niemand op in de klas. Meester Dijkstra heeft al verschillende keren moeten waarschuwen. Hoe komt dat toch...? Natuurlijk door de sneeuw. Ze kunnen hun ogen er niet van afhouden. Het is ook zó mooi, al die witte vlokjes. Je raakt er nooit op uitgekeken. Het lijken wel watjes.
De meester begrijpt het wel een beetje, en zegt: „Ik denk, dat jullie allemaal wel graag in de sneeuw zouden willen spelen. Maar jullie moeten nog even geduld hebben. Weet je wat, als jullie nu vlug en netjes de taalles afmaken, ga ik het laatste half uurtje voorlezen. Dan kunnen jullie fijn naar buiten kijken".
„Hoera!" roepen ze door elkaar. Wat een fijne meester hebben ze toch! IJverig werken ze door. Jan, die op de eerste bank zit, heeft geen erg, dat het puntje van zijn tong uit zijn mond komt. De meester moet er een beetje om lachen.
Na een poosje zijn ze allemaal '^klaar, en haalt meneer Dijkstra de schriften op. Hij hoeft geen twee keer te zeggen, dat de meisjes en jongens netjes met hun armen over elkaar moeten gaan zitten. Als de meester leest, zitten ze als muisjes zó stil. Rustig valt de sneeuw naar beneden. De kinderen zien, dat op het dak, van het huis aan de overkant, al een dikke laag sneeuw ligt. O zo mooi....!! Straks fijn sneeuwballen gooien.
Meneer Dijkstra vertelt een mooi verhaal van prins Willem van Oranje. Het is zó spannend, dat de kinderen haast vergeten, om naar de sneeuw te kijkeru Ht half uur vliegt om. Meneer Dijkstra kan altijd zo boeiend de vaderlandse geschiedenis vertellen. Hij vindt het nuttig, als de kinderen daar veel van weten. Ze horen de kinderen uit de andere klas al zingen. De meester geeft ook een psalm op. Als ze gezongen hebben, en de meester heeft gedankt, willen ze zo vlug mogelijk naar buiten gaan.
„Wacht even", zegt meneer Dijkstra, „ik wil jullie allemaal nog waarschuwen. Het heeft vannacht gevroren, maar ik denk, dat het ijs nog lang niet sterk genoeg is. Denken jullie er om kinderen, datje niet te vroeg pp het ijs gaat!" ^,Ja... ja meester", roepen ze '*door elkaar. Sommigen horen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1980
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's