Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vechten om de kleurplaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vechten om de kleurplaat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is gezellig in de kamer. Klaas en Teus zijn net binnengekomen. Als het buiten donker wordt moeten ze binnen spelen van moeder. Dat vinden Klaas en Teus niet erg. Moeder heeft de schemerlampjes aangedaan en dan is het zo gezellig binnen.

Klaas en Teus gaan nu samen een spelletje domino doen. Ze liggen op hun buik vlak voor de kachel, hun wangen en oren vuurrood. Dat komt omdat ze zo'n poos buiten hebben gespeeld in de sneeuw. Eerst hebben ze voor moeder de stoep aangeveegd en toen hebben ze samen een sneeuwpop gemaakt, \dlak voor het raam, Leuk, nu kan Rieneke, hun kleine zusje die nog in de box staat, er ook naar kijken. Van moeder hebben ze twee zwarte knopen en een wortel gekregen en nu lijkt de sneeuwpop een heuse meneer. Geen gewone meneer, kijk maar eens goed: een politieagent is het. Hij heeft de politiepet op van Teus en het stopbord in zijn hand. „Als vader nu maar thuis durft te komen", heeft moeder gezegd. „Hu, ik zou er bang van worden". En Rieneke zei: da - da.

Maar nu denken Klaas en Teus niet meer aan hun politieagent. Een spelletje domino is ook erg leuk. Wie zou het winnen? Moeder schilt de aardappelen. Plons - plons - gaat het steeds in de pan. Moeder kijkt eens naar haar twee jongens. Wat zijn ze lief bezig samen. Zou dat altijd zo zijn denken jullie? Och nee. Klaas en Teus hebben ook wel eens ruzie, dan doen ze heel lelijk tegen elkaar. Erg is dat. Daarom is moeder blij dat ze nu zo lief spelen samen. Dan ineens: „plof gaat het in de gang. Klaas en Teus horen het en springen tegelijk op. „De' krant moeder". Ze vliegen naar de deur. „Ik pak hem" „Nee ik". Even later komen ze allebei terug met hun handen op de rug. „leze-wieze-wiezewelke krant kiezen?" En kijk eens dan houden ze allebei een krant omhoog. ,,Kijk eens mam, een dikke hè, die is vast voor de Kerstvakantie. Mogen wij er even in kijken", vraagt Klaas. „Er staat vast een kleurplaat in", zegt Teus slim, „want op e_en andere keer kwam er ook zo'n dikke krant en toen stond er ook 'n kleurplaat in, weet je nog Klaas? „Jaaa", roept Klaas blij „enne.....jij hebt hem toen gekleurd". „Nietes". „Ho-ho", zegt moeder, „geven jullie die krant eens hier, want anders is hij nog stuk voordat vader hem gezien heeft. Weet je wat? Maken jullie je spelletje maar eerst af, dan ben ik zo met de aardappelen klaar en zal ik de kleurplaat opzoeken. Want zulke wilde jongens mogen beslist niet aan de krant komen".

Klaas en Teus kijken sip. Ze willen allebei zo graag de kleurplaat en ze hebben heel geen zin meer in het dominospel. Gelukkig, moeder is klaar met de aardappelen. Ze pakt de dikke krant en samen gaan ze kijken of er een kleurplaat in staat, „Ja daar", roept Teus blij. „Kijk eens mam, wat leuk, de kleurplaat gaat ook over de sneeuw. Wat een raar sleetje hebben die dieren". „Ach joh, dat zijn ski's", zegt Klaas wijs. Klaas zit al in de eerste klas van de grote school, dat kun je wel merken. Teus zegt maar niets meer. O, wat zou hij graag de kleurplaat kleuren. Hij heeft er zo'n zin in. Klaas ook. Moeder weet dat wel. Ze zegt: we doen heel eerlijk. Een getal raden onder de tien. Jij eerst Klaas. „Vijr', zegt Klaas. „Mis". „Drie", zegt Teus. „Weer mis". „Zeven", zegt Klaas en hij heeft het geraden. Teus kijkt op zijn neus maar moeder weet al iets. „Joh, ga jij maar eens bij tante Hermien vragen. Haar jongens zijn al groot, die doen vast niet mee". Die moeder is slim zeg! Teus gaat dadelijk zijn jas aantrekken en holt weg. Tante Hermien woont dichtbij.

Teus loopt achterom naar binnen. Hij hijgt van het harde lopen en vergeet helemaal gedag te zeggen. „Tante Hermien, mag ik de kleurplaat uit de dikke krant?" „Dag Teus", zegt tante Hermien en verder niets. „Dag tante Hermien", zegt Teus gauw. „Eh, ik kwam voor de kleurplaat, moeder zegt dat u hem misschien niet hoeft, want Kees en Gerrit zijn al groot enne oom Aart en u ook, dus... mag ik hem dan?" Tante Hermien is juist in de dikke krant aan het lezen. Ze kijkt eens over haar bril naar Teus, een beetje streng. „Zo, zo", zegt ze dan ,,zo, zo, en moet ik dan mijn nieuwe krant zomaar stuk knippen? Mooi is dat". Teus ziet niet dat er pretlichtjes in tantes ogen zijn. Hij kijkt naar de grond. Wat jammer toch. Zou tante Hermien hem een brutale jongen vinden? „Nou weet je wat", zegt ze dan. „Als je de kleurplaat heel netjes kunt uitknippen, dan mag je hem meenemen". „Dat kan ik best", zegt

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1980

Reformatorisch Dagblad | 68 Pagina's

Vechten om de kleurplaat

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1980

Reformatorisch Dagblad | 68 Pagina's