Fruitteelt wacht ook in toekomst veel problemen
Fruitteler Van Giessen uit Poederoyen:
POEDEROYEN — „Daar de kosten van pluklonen en bespuitingen steeds hoger worden en de fniitprijzen slecht te noemen zijn, heb ik besloten twee hectare bomen te rooien. Bovendien zijn de bomen van zo'n grootte, dat ze nogal arbeidsintensief zijn. De rest van de boomgaarden, vijfeneenhalve hectare is vrij jonge aanplant. Die laat ik momenteel staan".
Aan het woord is de heer M. van Giessen, fruitteler in de gemeente Poederoyen. Zijn uitspraak is typeBeeld van een struikboomgaard. rend voor de situatie in de fruitteelt. De fruitteelt werd in Midden-Nederland in vroeger tijden als nevenbedrijf uitgeoefend. Nu is dit gebied het grootste fruitteeltcentrum van ons land. Door grote aandacht te besteden aan het snoeien, bemesten en bestrijden van de ziekten heeft de fruitteelt een revolutionaire ontwikkeling meegemaakt. Het wetenschappelijk werk op dit gebied verricht is niet zonder vrucht gebleven.
De hoogstammen, die men vroeger bij vrijwel elke boerderij aantrof, en karakter gaven aan de streek, hebben het veld moeten ruimen voor de snel produktief zijnde zogenaamde struikboomgaard. Echter de laatste jaren zijn de prijzen van het fruit zodanig laag, dat door de telers van dit fruit verliezen geleden worden. Het vruchtbomenhout vindt zijn laatste bestemming door als gretig voedsel voor de open haard te dienen.
Landbouwer
Zo ook bij Van Giessen. Een groot gedeelte van de bomen uit zijn boomgaarden werden door een kraan uit de grond gelicht, en met een motorzaag in stukjes gezaagd. Het langzame groeiproces van de twintigjarige boomgaard werd wreed verstoord door het geweld van de techniek. Van Giessen, die eerst in de land- en tuinbouw zijn brood verdiende, begon als eerste in Poederoyen zich toe te leggen op de fruitteelt.
„Vroeger was een landbouwbedrijf van tien hectare, later vijftien hectare, groot genoeg om er een bestaansmogelijkheid in te vinden", zegt Van Giessen. „Toen ik nog geen fruit had, verbouwde ik onder andere aardbeien, andijvie, kroten, koolrapen enzovoorts. Door de steeds voortschrijdende mechanisatie werden deze bedrijven te klein. De arbeidskosten bij niet-mechaniseren werden steeds hoger, dus heb ik mij toegelegd op de teelt van fruit".
Meststieren
„Van de fruitteelt had ik geen verstand, maar door de hulp van de voorlichtingsdienst en de deskundigen van Betuco te Geldermalsen heb ik me weten te ontwikkelen als fruitteler. Naa.st het telen van fruit heb ik nog een lange tijd 16 koeien gemolken. Wegens de drukke werkzaamheden heb ik die moeten verkopen. Nu houd ik nog meststieren, daar deze niet zo arbeidsintensief zijn", aldus Van Giessen.
Een gedeelte van de jonge aanplant van Van Giessen is van het ras Jonagold, dat goede prijzen opgebracht heeft. Deze bomen zijn echter nog niet produktief genoeg om te kunnen spreken van goede opbrengsten. Van Giessen voegt er aan dat wanneer het fruit van dit ras op de markt komt, de vraag zal blijven hoe een en ander zich zal gaan ontwikkelen.
Overproduktie
„Immers, naar de Golden Delicious was in eerste instantie de vraag groot, maar nu er een overproduktie is van dit ras, zijn er de prijzen ook naar. Bovendien zijn de nieuwe rassen zoals Elstar en Jonagold niet direct leverbaar, zodat men niet voldoende kan inpoten. Het publiek koopt veel buitenlands fruit, waardoor dit van grote invloed is op de prijsvorming van het Hollandse fruit".
Van Giessen gaat gezien de situatie in de fruitteelt niet opnieuw inpoten. Trouwens, een gerooid perceel inpoten met nieuwe rassen gaat al gauw, 40.000 gulden kosten. „De interventieprijs, de prijs die uitbetaald wordt bij doordraai, is ook bijzonder laag" zegt Van Giessen. „Deze prijs bedraagt nog niet de helft van de kostprijs van het fruit. Veehouders weten welke garantieprijs zij voor de melk ontvangen, maar zoiets is in de fruitwereld een onbekend iets."
Opvangen
„Het gerooide perceel gaan we omploegen voor de teelt van maïs voor de stieren", vervolgt Van Giessen. „De verliezen in het fruit worden door het houden van deze dieren enigszins opgevangen. Doch nu de voederprijzen> zo hoog zijn, en de vleesprijzen rela»^ lief niet gestegen zijn is de winst oolfi niet zo hoog. Voorlopig blijft dus vijF| en een halve hectare boomgaard in ge-. bruik, doch het staat te bezien of een' gedeelte hiervan gehandhaafd zal blij-, ven. Eén perceel jonge inplant, die dit^ jaar een grote hoeveelheid fruit gaf?! ligt namelijk in de uitbreidingsplan-"; nen van de gemeente Brakel".
De toekomst voor de fruitteelt zieti er volgens Van Giessen niet rooskleurig uit. „Het is jammer dat het zo ge-i steld is met de fruitteelt. Vroeger heli| ik in het fruit leuk kunnen werken,-, doch de laatste jaren is het mis. In het'' kweken van zogenaamd biologisch fruit, dat inderdaad goedkoper geteelt kan worden, zie ik niet zoveel. Het zou beter zijn dat dan niemand meer spoot voor de ziekten, ook niet in het buitenland. Anders is zoiets moeilijk te verwezenlijken".
Nieuwe rassen
„Mijn fruit verkoop ik, zoals dit genoemd wordt, op het ,,hout", maar ik lever het geplukt af. De fruitkopers kunnen aan het fruit ook niet veel verdienen, want, „regent het hier, dan druppelt het ergens anders", luidt het gezegde. Alleen fruit van nieuwe rassen brengt geld op, maar, zoals ik reeds zei, veel wordt hiervan nog niet aangevoerd. Ik blijf erbij dat veel oude rassen gerooid moeten worden en als de investeringen niet zo hoog waren, nieuwe rassen inpoten. Dan is er wat te bereiken", verzekert Van Giessen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 maart 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 maart 1980
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's