Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HIJ RECHTVAARDIG VOOR DE ONRECHTVAARDIGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HIJ RECHTVAARDIG VOOR DE ONRECHTVAARDIGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christus heeft ook eens voor de zonde geleden. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen: 1 Petrus 3 vers 18a

Het doel van Petrus' brief aan de vreemdelingen verstrooid in Pontus, Galatië, Kappadoclë, Azië en BIthynië is om de gelovige lezers op te wekken tot geloofsgehoorzaamheid. Een gehoorzaamheid die zich niet alleen moet uiten in het belijden van de rechtzinnige leer maar ook in de geloofsbeleving met de Drieënige God. Het zal openbaar moeten komen ook in de dagelijkse levenswandel onderde heidenen en in de omgang, met de gelovigen onderling.

Dat kan betekenen smaadheid dragen om de Naam van Christus. En acht de hitte der verdrukking ook geen vreemde zaak. Immers Christus is ook gesmaad op aarde. En indien gij gesmaad wordt om de Naam van Christus, zo zijt ge zalig, aldus Petrus in hoofdstuk 4 vers 14. En als ge nu om Christus' wil als onschuldigen lijdt en niet als kwaaddoeners, bedenk dan, dat Christus ook eens onschuldig geleden heeft.

En toch is er groot onderscheid. Want al zijn de gelovigen tot wie Petrus zijn brief richt, onschuldig tegenover hun verdrukkers, tegenover God staan ze geenszins onschuldig. En Christus was onschuldig. Christus' lijden was een hoger lijden en moet dienen om zondaren tot God te brengen. En het lijden van de gelovigen dient om hen nauwer aan den Heere te binden.

Deze lijdensweken bepalen ons weer bij Christus' lijden en sterven. Wij volgen de Man van smarten op de via dolorosa. Hij werd gezocht en gevangen genomen. Gebonden voerde men de Heere Jezus af naar Kajafas. Maar vóórdat dit alles plaats greep, had de Zone Gods zwaar geworsteld in de hof en driemaal gebeden of de Vader de drinkbeker van het lijden aan Hem kon doen voorbijgaan. Maar niet Jezus' wil is hier beslissend, maar die van de Vader.

Wat een kinderlijke overgave van de Borg aan de Vader. Gegeseld, bespuwd alsmede fel bespot staat Jezus voor Pilatus. Straks gaat de lichaamspijn feller worden als door Jezus' handen en voeten de spijkers geslagen worden om Hem te bevestigen aan het vloekhout. In de naaktheid hangt Hij ten spot en hoon voor Joden en Romeinen.

Wondkoortsen verteren zijn lichaam.

Maar hoe oneindig diep is Zijn lijden, als Hij door Zijn Vader verlaten wordt en de helse smarten over Hem heengaan. Wie onzer kan dit ooit peilen? Al onze fantasie schiet daarbij tekort. Hij lijdt naar lichaam en ziel. En de tekst verklaart het: om onze zonden.

Voor de zonden geleden maar niet voor Zijn zonden. En let er op, dat de apostel schrijft Christus en niet Jezus. Immers Christus betekent: Gezalfde. Hij is gezalfd met de Heilige Geest om de enige en ware Hogepriester te zijn. En de betrekking waarin Hij staat tot den Vader wordt ook gemeld: „Hij rechtvaardig." Geeniaondesmet aan Hem. Geen zonde ooit bedreven. Hij is de Volmaakt Heilige mens tegenover den Vader. Ook al verkeerde Hij op aarde onder de grootste zondaren, rein bleef Hij. Geen daad, geen woord, geen gedachte van Jezus Christus druiste tegen Gods wet in. Dat moeten zelfs mensen verklaren.

Hoor Pilatus het zeggen: ik vind geen schuld in Hem! Let op de schreeuw van de verrader Judas: ik heb verraden onschuldig bloed! Hoor de hoofdman bij het kruis: Waariijk, deze Mens was rechtvaardig! Maar het krachtigste bewijs geeft God Zelf: „Die krachtiglijk bewezen is te zijn de Zpon Gods naar den Geest der heiligmaking uit de opstanding der doden". (Rom. 1 vers 4)

En toch leed Christus voor Zijn zonden. Het zijn immers de Hem toegerekende zonden van Zijn volk op aarde. In Adam zijn alle mensen verdoemelijk voor God. De hoogste, de eeuwige straf, de eeuwige dood past hen. Maar uit Gods hart wellen op gedachten tot behoud van zondaren. In de Borgstelling van Christus worden zij, die gevallen zijn in Adam, opgevangen. Voor dat volk moet de schuld betaald worden en aan Gods geschonden recht moet worden voldaan. Dat doet Christus.

„Zie, Ik kom, o God, om Uw wil te doen".

Hij lijdt voor de onrechtvaardigen. Dat wil zeggen: in hun plaats en te hunnen behoeve. Zijn lijden heeft een doel. En dat doel is om zondaren tot God te brengen. Eens zullen alle mensen, klein en groot, staan voor Gods rechterstoel. Johannes schrijft: „En ik zag de doden klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend". Wat zal dat vreselijk zijn, als de boeken opengaan over ons leven. Schaamte zal ons aangezicht bedekken, want daar staan alle onze openbare en verborgen zonden in. Geen bedeksels voor ons kwaad kunnen we aanvoeren.

Ga weg van Mij, gij werkers der ongerechtigheid! Tenzij, ja tenzij, Christus ons tot God brengt Misdadigers worden onder geleide naar de rechter gebracht. En nu zijn we misdadigers van nature. Wat lees ik in Gods Woord? Hij is met de misdadigers gerekend, opdat misdadigers nog tot God gebracht zouden kunnen worden en dan niet als misdadigers maar als aangenomen kinderen en'erfgenamen Gods. Vrijspraak en eeuwig leven. Wat een rijkdom, maar wat een ellende bij ons mensen. Want een mens heeft geen lust om den Heere te zoeken. Niet tot één toe.

Komt de Heere dan nooit aan Zijn eer? Ja, zeker!, u vergat het werk van Gods Heilige Geest. Die opent gesloten harten. Die gaat overtuigen van schuldi Die komt op voor de eer van God. Jesaja sprak van Christus: „Hij zal zaad zien. Door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige (hoort u dit goed?) velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen (Jes. 53). Dit zal geschieden als Hij Zijn ziel tot een schuldoffer gesteld zal hebben.

De Goddelijke Vader trekt nog door Zijn Woord en Geest. Hij alleen de eer en niet de mens. Wat kan die Geest nog dode mensen levend maken. En dan denkt die arme mens: Ik ben verkocht onder de zonde en dood door de zonde en misdaden. Rijk als die God ons trekt tot Zijn Zoon Christus. Als de bede opstijgt: wees mij genadig naar Uw barmhartigheden. U behoeft niet eeuwig om te komen. De Vader trekt zondaren tot Zijn Zoon en niemand komt tot den Vader dan door Mij, zegt Christus. Hij wil onrechtvaardigen brengen tot God.

Heeriijk als we onder de bewerking van Gods Geest en Woord zo'n onrechtvaardige worden in eigen oog. Christus brengt ons. Wij doen het niet zelf. Hij doet het. En Hij wil het doen. Het is Christus een vreugde om zondaren nog te brengen tot Zijn Vader. Dat wij van onze onwil verlost mogen worden. Hoe menigmaal heb Ik u bijeen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens, zegt Jezus. „Och, of gij ook bekendet, ook nog in deze uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Dat ons anhwoord zijn mag; Leid mij In Uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils.

NIEUWER TER AA DS. A. J. MULDER

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1980

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

HIJ RECHTVAARDIG VOOR DE ONRECHTVAARDIGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1980

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's