Oplossing puzzel nr. 242
gankelijk - bunzing (gew.) - specerij water in Friesland; 8. toorn - werelddeel - joftgensnaaih - vod; 9. plant - erg dom - verlangen - gesteente; 10. gevolg - ogenblik van plotselinge wending - Son Excellence (afk.) - hoofdconducteur (afk.); 11. vaartuig- genotmid' del - zijrivier van de Maas - voorzetsel halsbont; 12. verwijdering - plaats in Gelderland - gering; 13. gebogen been gravin van Holland - kledingstuk - ontvangstbewijs - hoogste punt van een gebouw - Chinese maat; 14. Europeaan loonsverhoging - dun (van lucht) - op de dag; 15. deel van een kolenkachel - gedwee - zijde - naar beneden - ongezouten; 16. inhoudsmaat (afk.) - vogeleveneens - getal - militair (afk.) - profeet; 17. weeklagen - streling - hemellichaam; 18. rente - roem - geestdrift ;plaats in Gelderland; 19. bloem bloem - bloem. Hor.: 3. wapen, 6 amandelen, 7-. gras, 9. mist, 12. reiziger, 13. Psalmens 14. mei, 15. strand, 16. Rijn, 17. sonnetten. • : Vert.: 1. zwaard, 2. meid, 4. plas, 5; gelukkig, 8. boerderijen, 10. tuinman, 11. knop. aan mee te doen. Bart komt met een grote doos* boodschappen terug, tilt Nel van de grond, loopt door de keuken met haar, zegt lachend en wat uitgelaten: ,,Nou, Nel, hoe vind je het? Het wordt weer een stralende zomerse dag en op het water is het nou fantastisch. Laten we vlug voortmaken." Precies om half tien zijn ze bij Joop, die aan de rand van Soest woont. In zijn auto rijderi ze vlug naar hun doel en varen om tien uur in de omgeving van Kortenhoef in de richting van een uitgestrekt gebied van plassen en moerassen. De béide vrouwen zitten op' de achterbank, Bart roeit en Joop zit vooraan. Nel vindt dat prima, zo mét wat afstand tussen hen. Joop • irriteert haar vaak, door zijn opmerkingen en ook door de manier waarop hij haar kan observeren, al weet ze van zichzelf dat ze daarin* vaak te gevoelig is. Op het kanaal, Het is drukkend warm en stil en hun gesprek wil niet erg vlotten. Als ze een zijsloot invaren, wórdt het nog stiller; daar is een natuurgebied, waar geen motorboten mogen komen en de brede sloot komt uit op een kleine plas. Van de overkant klinkt geroep en gejoel; daar is een stel jongelui aan het zwemmen en hun vrolijke stemmen klinken ver over het water. „Zullen we ook eerst gaan zwemmen, lui?" stelt Joop voor. Meteen voelt Nel weerzin. ttW ^ft
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1981
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1981
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's