Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geheel herziene kinderbijbel van Vreugdenhil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geheel herziene kinderbijbel van Vreugdenhil

Een oude bekende in nieuw gewaad (I)

5 minuten leestijd

UTRECHT — De laatste jaren is de Bijbelse boodschap op verschillende wijzen voor onze kinderen verwoord. We noemen slechts de Kleuterbijbel en de Kinderbijbel van Evert Kuijt, die uitgegeven werden door het Boekencentrum, Vertellingen bij de Bijbel van C. J. Meeuse uitgegeven bij De Bron en Vertellingen uit het grote Boek, een soort dagboek, van De Banier. Daarvoor had reeds een andere „kinderbijbel" een vertrouwde plaats in veel van onze gezinnen; ik bedoel de ,,kinderbijbel" van Vreugdenhil. Op deze oude bekende mag ik nu opnieuw de aandacht vestigen.

Velen met mij vinden de term kinderbijbel ongelukkig gekozen. Er is namelijk maar één Bijbel en deze is ook voor onze kinderen bestemd en ook zij moeten  leren reeds vroeg met de echte Bijbel om te gaan. Ook de heer Vreugdenhil gebruikt de naam kinderbijbel niet. Hij gaf zijn werk de naam: „De Bijbelse geschiedenis verteld aan onze kinderen".

Met deze benaming kan ik van harte instemmen. Anderzijds is het waar dat de naam kinderbijbel ook onder ons ingeburgerd is en voor het gemak wil ik ook van deze naam gebruik maken.

De schrijver

Johannes Vreugdenhil was in onderwijskringen een bekende persoonlijkheid. Jarenlang was hij hoofd van de lagere Groen van Prinstererschool in Kampen en onder ons ook bekend door zijn vier delen Kerkgeschiedenis. Bovendien schreef hij voor het catechetisch onderwijs Onze Geloofsleer en een tweetal jeugdboeken: Anton en zijn vrienden en Evert Kooistra.

In de jaren 1947 en 1948 heeft hij de Bijbelse geschiedenis geschreven. De eerste drukken verschenen in vier delen. Dat er naar zo'n zuivere kinderbijbel vraag was en is bleek wel uit het feit dat er vele herdrukken moesten verschijnen. Vorig jaar (3 april) is de heer Vreugdenhil overleden.

Den lezer heil!

Het was de bekende ds. A. Verhagen uit Kampen, die in 1948 een voorwoord bij de eerste druk schreef. Hij schreef onder meer: „Wie dit werk leest, zal bemerken, dat de schrijver getracht heeft tot in de wereld van het kind af te dalen. Niet kinderachtig, maar kinderlijk heeft hij getracht des Heeren Woord op zulk een wijze te veïtellen, dat het niet boven de bevatting van het kind uitging".

Met deze woorden zijn we het nog steeds van harte eens. Reeds ruim 30 jaar heb ik de vier delen van de tweede druk in mijn bezit en nog dikwijls neem ik onder andere „Vreugdenhil" ter hand bij de voorbereiding van mijn vertellingen. Zonder de andere kinderbijbels te veroordelen ben ik van mening, dat deze nog steeds de beste is, met alle waardering voor de andere overigens.

Een hernieuwde uitgave

Hoewel duidelijk staat aangegeven, dat dit de tiende druk is moet er wel bij vermeld worden, dat het een verbeterde druk is dat wil zeggen dat het een geheel herziene uitgave is.

Bij deze hernieuwde uitgave heeft wijlen de heer Vreugdenhil nog zelf een voorwoord geschreven, waarin hij „verantwoording" aflegt van het waarom van deze uitgave. Hij legt er de nadruk op dat de inhoud onveranderd is en de strekking niet gewijzigd. „Wat vroeger waarheid was is nog waarheid. Onverzwakt is gehandhaafd de noodzakelijkheid, dat ieder mens, jong of oud, jongen of meisje, van dood... levend gemaakt moet worden door Gods Geest".

Verder zegt hij: „De pastorale stukjes heb ik laten staan. Enkele moraliserende gedeelten zijn weggelaten. Verouderde woorden zijn vervangen door nieuwe". Deze uitgave is aangevuld met tien vierkleurenplaten en nieuwe stofomslagen.

Zeer kritisch bekeken

Bij het lezen en vergelijken van de „oude" met deze hernieuwde druk valt het op dat de schrijver zijn eigen werk grondig heeft nagezien. Inderdaad was er een aantal woorden die veranderd moesten worden, omdat ze de jeugd niet meer aanspreken.

Woorden als eensklaps, geschieden, gereed, doch, een weinig, worden door de kinderen nu eenmaal niet gebruikt ook al begrijpen ze de betekenis wel. We weten nu eenmaal dat we een levende taal hebben, waaruit woorden verdwijnen of aan betekenis inboeten of een andere gevoelswaarde krijgen; ook komen er steeds nieuwe woorden bij.

Omgangstaal

Woorden die we dertig jaar geleden allen nog gebruikten komen nu in de omgangstaal bijna niet meer voor. Er zal nu geen jongen meer tegen zijn vriendje zeggen: Geef mij een weinig water. Vandaar dat ik nu lees over de komst van de Zaligmaker als mens op aarde, en niet meer: de komst van de Zaligmaker in het vlees.

Wat gelukkig dat de schrijver zelf dit nog heeft mogen en kunnen doen. Hadden anderen dit gedaan dan had dat ongetwijfeld vragen opgeroepen. Ook de stijl is hier en daar aangepast aan deze tijd. Dit wel echter geenszins zeggen dat de schrijver platvloers zou zijn geworden.

De Bijbelse boodschap moet ook aan onze kinderen in een min of meer verheven stijl gebracht worden, zonder overdrijving uiteraard. Wel in hun eigen taal zonder banaal te worden.

De schrijver heeft overbodige woorden en tussenzinnen weggelaten. Ook heeft hij getracht het in herhaling vallen te voorkomen.

Veranderingen

Heel bewust heeft de auteur de inleiding van hoofdstuk één herschreven. Hij heeft duidelijk het onderscheid willen laten uitkomen tussen maken en scheppen In de oude uitgaven gebruikte hij als voorbeelden: tafel, schilderij, huis.

In deze nieuwe uitgave gebruikt hi; als voorbeeld een sneltrein, een vliegtuig en een modern schip; dus hij laat nu meer uitkomen waartoe de mens in staat is. Hij laat de volle nadruk vallen op de kracht, de snelheid, of grootte en luxe van de tegenwoordige uitvindingen. De moderne mens is tot veel in staat.

Daartegenover zet hij dan de bloempjes tussen het gras en het riet aan de oever van de rivier. Zo ontstaat er een groot contrast tussen het machtige van de mens en het eenvoudige van de schepping. En dan de vraag: kunnen de mensen dan alles maken? Neen, alles wat de mensen maken is dood. Het leven kunnen de grootste geleerden van de hele wereld niet maken. Dat kan God alleen.

Ik geloof, dat deze verandering voor de jeugd van onze tijd inderdaad een verbetering is. Het is toch geoorloofd om beelden uit de eigen tijd te gebruiken om anderen, in dit geval kinderen, iets duidelijk te maken. Deed de Grote Meester dit Zelf ook niet toen Hij op aarde was?

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1982

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Geheel herziene kinderbijbel van Vreugdenhil

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1982

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's