De deelwoorden van het werkwoord (3)
Zoals bekend bezit het huidige Nederlands twee deelwoorden: het tegenwoordig of onvoltooid deelwoord en het verteden of voltooid deelwoord. Het eerstgenoemde wordt in het algemeen gevormd door -end of ende achter het werkwoord te plaatsen: ,,kloppend" of ,,kloppende". Het verleden deelwoord vormt men door ge- + werkwoordstam + of t: ,,geklopt", ,,gewandeld". Deze regel geldt dan voor zwakke werkwoorden. Voor sterke werkwoorden geldt dat ze in het algemeen het voorvoegsel gehebben en eindigen op -en: „gelopen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1982
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1982
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's