Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog altijd te weinig publiciteit over vervolging in Sovjet-Unie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog altijd te weinig publiciteit over vervolging in Sovjet-Unie

SCHIJN VAN KERKEN EN PALEIZEN BEDRIEGT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MOSKOU — Iedere Westerse toerist die de Sovjet-Unie bezoekt, wordt door de Intourist-gidsen geleid langs tal van kerken. In het Kremlin vormen de particuliere kerken en privé-kapellen van de vroegere tsaren nog steeds de belangrijkste toeristische attracties. Zo was ook mijn verblijf in de Sovjet-Unie gevuld met het bezoeken van oude kerken en voormalige paleizen van de tsaren in Leningrad, Kiev en Moskou. Bezoeken aan gebouwen die na 1917 zijn gesticht, vormen een hoge uitzondering.

De horizon van de drie steden wordt gedomineerd door kruisen en kerktorens. Dit lijkt tegenstrijdig in een atheïstische staat. Bij nadere beschouwing blijkt dat deze gebouwen overblijfselen uit het verleden zijn en niet als kerk functioneren. De meeste doen dienst als musea of historische bezienswaardigheden. Zo is het museum van het atheïsme merkwaardig genoeg gevestigd in de St. Basilkerk op het Rode Plein.

Hoewel elke stad enkele kerken kent waar nog een eredienst wordt gehouden, is het moeilijk er een te vinden. Deze kerken zijn voor het merendeel slechts in naam christelijk. Het gaat hier om officiële of geregistreerde kerken. De leiding van de kerken wordt door de staat gecontroleerd en hun activiteiten worden nauwlettend gadegeslagen. Het is deze kerken bijvoorbeeld verboden catechisatie aan kinderen te geven. Aan hen wordt vanaf de eerste klas op de lagere scholen het atheïsme onderwezen.

Godsdienstvrijheid"

Als aan de Russische autoriteiten gevraagd wordt of in hun land vrijheid van godsdienst bestaat is het antwoord altijd „ja". Volgens hen waarborgt de grondwet deze vrijheid. Graag wordt dan verwezen naar het voorbeeld van Billy Graham die tijdens zijn bezoek aan Moskou in een baptistenkerk predikte. Dit is dus het misbruik dat de Russen maken van Grahams bezoek en waarvoor critici hem destijds hebben gewaarschuwd.

De door de autoriteiten gesuggereerde godsdienstvrijheid staat in schril contrast met de werkelijkheid. Christenen, joden en moslims die hun geloof willen belijden in de niet-geregistreerde kerken, worden vervolgd. Een onlangs naar het Westen gesmokkeld rapport van V. Furov getiteld „Het kader van de kerk en wettelijke maatregelen om hun activiteiten te beperken" maakt duidelijk op welke wijze de Russische staat de Russisch-orthodoxe Kerk controleert.

Zo blijkt uit het rapport dat de staat probeert het aantal theologische studenten te beperken. Leden van de raad voor godsdienstige zaken werken samen met plaatselijke autoriteiten om te voorkomen dat „fanatici, extremisten en geestelijk labiele personen" tot de theologische scholen worden toegelaten. Partijfunctionarissen trachten aan de hand van partijvoorschriften zoveel mogelijk te verhinderen dat studenten worden toegelaten. Studenten die contacten met het buitenland onderhouden of van wie de familie betrokken is geweest bij de Oekraïnse nationalistische beweging, worden bij voorbaat afgewezen.

Naast het weigeren om studenten toe te laten streeft de raad er naar de toekomstige geestelijken zo pro-Russisch mogelijk te onderwijzen. Furov laat in zijn rapport geen twijfel over het doel van deze indoctrinatie bestaan. „Dit zal het ontstaan van geestelijke en mystieke idealen bij de toekomstige geestelijken voorkomen. Bovendien zal het hen te zamen met andere objectieve en subjectieve factoren de zin van hun taak doen begrijpen."

Om het belang van een nauwgezette controle van de theologische opleiding extra te benadrukken, publiceerde de raad voor godsdienstige zaken in 1974 een rapport met als titel „Richtlijnen voor het toezicht op de activiteiten van Russisch-orthodoxe theologische opleidingen". Het voornaamste doel van het toezicht moet volgens dit rapport zijn te voorkomen dat fanatici als student of als medewerker toegang tot de opleidingen krijgen.

Censuur

In hoofdstuk vier van zijn rapport behandelt Furov de publikaties van de Russisch-orthodoxe Kerk. Volgens Furov omvat het blad van het Moskouse patriarchaat 15.000 exemplaren. De Russisch-orthodoxe Kerk telt daarentegen zo'n 50 miljoen leden. Furov maakt voorts melding van censuur die op het blad wordt toegepast: „Voordat het wordt gedrukt leest de raad het en stuurt het terug, voorzien van opmerkingen en veranderingen. De redactie aanvaardt die zonder meer."

Furov merkt op dat de redactie van het blad een wezenlijke rol speelt in het verdedigen van vrede en vriendschap tussen de volkeren. Ook wordt de gelovigen gewezen op de noodzaak van de strijd voor vrede, rechtvaardigheid en geluk. Furov gelooft dat de kerkelijke leiders de theologie een pseudo-wetenschappelijk tintje geven om zo hun pogingen om communistische en christelijke ideeën over te brengen op de gewone leden van de kerk, kracht bij te zetten. Furov is niet bezorgd over het effect dat het blad van het patriarchaat heeft, omdat het slechts weinig gewone lidmaten onder zijn lezers telt als gevolg van de beperkte oplage. Bovendien wordt er censuur op uitgeoefend zodat iedere kans op het verbreiden van het geloof door propaganda voor heilige plaatsen etc. nihil is.

Vazal

De Russisch-orthodoxe Kerk is zonder twijfel een vazal van de staat. De kerk is lid van de Wereldraad van kerken. Haar priesters mogen vrij reizen en vergaderingen bezoqken om de Russische principes te promoten. Zij worden in het Westen met de nodige plichtplegingen ontvangen door hen die weigeren de waarheid omtrent de Russisch-orthodoxe Kerk onder ogen te zien en die met de niet-geregistreerde kerken in de Sovjet-Unie niet van doen willen hebben

Het zijn deze priesters die eenzijdige ontwapening propageren en die ten tijde van de Korea-oorlog de Verenigde Staten van het gebruik van chemische wapens beschuldigden. Zij verdedigen echter de Russische aanval in Afghanistan. Op internationale vergaderingen ijveren ze voor veroordeling van kerken in Israël of Zuid-Afrika.

Een ieder die in de Sovjet-Unie zijn geloof wil belijden buiten de gewone kerken om stelt zich aan vervolging bloot. Het oudste blad van de ondergrondse kerk is „De kroniek van de rooms-katholieke kerk in Litouwen". Deze kroniek die sinds 1972 gepubliceerd wordt, maakt met de regelmaat van de klok melding van schendingen van de mensenrechten. In een recent nummer treffen we een verslag van het proces tegen de 54-jarige monteur Mechislovas Jurevichus aan. Hij stond terecht op beschuldiging van het organiseren van en deelnemen aan religieuze processies. Hij werd veroordeeld tot drie jaar werkkamp.

Vytautas Vaichunas, een 51-jarige arbeider, werd voor dezelfde overtreding veroordeeld tot 31 maanden werkkamp. Beiden waren bovendien lid van een werkgroep die de naleving van de Helsinki-akkoorden toetst.

Moed

Citaten uit brieven van gevangenen geven blijk van moed, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin men verkeert. Uit een brief van de in een psychiatrische inrichting, gevangen zittende P. Lukosevicius: „Opnieuw heeft de harde hand van de geheime politie toegeslagen. Ik werd in mijn woning opgepakt en meegenomen naar de staatsinrichting voor psychiatrie en neurologie in Wilna. Ik heb geen idee hoe lang het deze keer zal duren. Je wordt niets van iemand wijzer omdat alles wat in de inrichting gedaan wordt geheim is. Het psychiatrisch ziekenhuis handelt kennelijk in opdracht van de geheime politie. Ze behandelen je op grond van instructies van geheime agenten. Ze houden je zo lang vast als de KGB het wil. Er bestaat geen wet waarop je een beroep kunt doen...."

Vader Gleb Yakunin, die veroordeeld is tot vijf jaar werkkamp en binnenlandse verbanning, schrijft in een brief aan christenen in het Westen: „De Sovjet-Unie koerst op haar Golgotha af en vele gelovigen in mijn land hebben jullie hulp nodig bij de verdediging van hun rechten. Zo mogen gevangen christenen in de gevangenis geen bijbel of christelijke lectuur hebben. Als gevolg van dit verbod moeten miljoenen mensen geestelijk voedsel ontberen. Het verbod heeft een desastreus effect op hen die tot een lange vrijheidsstraf veroordeeld zijn. De gewetensvrijheid van vele gevangenen wordt op grove wijze beknot. Ik vraag u daarom niet onverschillig tegenover het lot van de vervolgde christenen te staan"...

Yakunin werd veroordeeld op grond van een door hem en de Russisch-orthodoxe leek Lev Regelson geschreven oproep aan de assemblee van de Wereldraad van kerken in Nairobi in 1975. In deze oproep vroegen zij de aandacht van de assemblee voor de vervolging van christenen in de Sovjet-Unie.

Terwijl joden in de VS en andere landen keer op keer aandacht vragen voor hun vervolgde medegeloofsgenoten in de SU, hebben christenen er veelal het stilzwijgen toegedaan. Ds. Blahoslav Hruby van het weekblad „Religie in de communistische wereld" is geschokt door het feit dat zo weinig aandacht in het Westen aan het rapport van Furov wordt geschonken.

Hij merkt onder meer op: Waarom heeft zowel de wereldse als de kerkelijke pers dit waardevolle document dat alleen voor leden van het Centrale comité van de communistische partij is geschreven genegeerd? Betekent dit dat onze kerken zo ver zijn afgedwaald dat zij de waarheid van vervolging en manipulatie en indoctrinatie in de Russische kerken niet onder ogen willen zien? Zijn ze zo verblind door de Russische propaganda voor eenzijdige ontwapening en ontspanning dat ze geen oog hebben voor de vervolging van christenen en voor de schending van de mensenrechten in de Sovjet-Unie en andere landen? In plaats van te strijden voor handhaving van de mensenrechten en godsdienstvrijheid verknoeien de Westerse kerken hun tijd en energie met discussies over nutteloze zaken, die hun worden aangedragen door de communistische en Russische propaganda."

De vervolging van christenen in de Sovjet-Unie is de gruwelijke werkelijkheid die even gruwelijk is als de vervolging van de Joden door het nazi-regime. De wereld vindt het beter met een gerust geweten verder te leven. Op de steeds weer terugkerende vraag „ben ik mijns broeders hoeder?" lijkt de wereld opnieuw met nee te antwoorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 november 1982

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Nog altijd te weinig publiciteit over vervolging in Sovjet-Unie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 november 1982

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's