"Wartaal van een gek'', uitingen van een diep beledigd mensenhart
Onvrede met psychiatrie al honderd jaaa? oud
In februari van dit jaar werd de tiende „Dag van de psychiatrie" gehouden. Een dag van bezinning, georganiseerd door verpleegkundigen en patiënten die vinden dat er in de bestaande psychiatrische voorzieningen hoognodig verbeteringen moeten worden doorgevoerd. Voor het eerst belegd in 1973, nu uitgegroeid tot een nationaal gebeuren. En één dag bleek niet genoeg. De gehele maand februari werd geclaimd voor aandacht voor de nood van de psychiatrische patiënt. Aandacht voor het functioneren van de psychiatrie waarmee in ons land zo'n 300.000 mensen persoonlijk geconfronteerd worden.
De tiende „Dag van de psychiatrie" werd deze maal gehouden onder het motto „Anders doen we het zelf". De gedachte die daaraan ten grondslag ligt is het „zelf doen van hulpvragers en actiegroepen: „Anders wordt het nooit wat met onze situatie in de psychiatrie en/of in de maatschappij". De psychiatrische patiënt moet terug naar de bewoonde wereld. De gapende kloof tussen het ziekenhuis en een eventuele terugkeer in de maatschappij moet verkleind worden. Allerlei zinnige en onzinnige bijeenkomsten werden daartoe belegd. Men sprak over de discriminatie van de psychiatrische patiënt, er waren optochten en feesten, commissiebijeenkomsten en theater, in de ziekenhuizen werden ,,open dagen" gehouden en in Amsterdam en in Wolfheze werden gedenkstenen geplaatst.
Verandering
Het was dus de tiende keer. In die periode is ook binnen de actiegroepen een aantal opvattingen veranderd. Tien jaar geleden sprak men nog over verbeteringen in de psychiatrie maar in 1983 bleek dat niet meer voldoende. „Psychiatrische ziekenhuizen moeten gesloten worden en vervangen door behandelhuizen en beschermde woonvormen voor patiënten die uit de behandelhuizen zijn ontslagen." Zo luidde de leus in 1983.
,,Stop de bouw van psychiatrische ziekenhuizen," riep de in oktober vorig jaar opgerichte initiatiefgroep ,,Moratorium bouw psychiatrische ziekenhuizen". Zij trachtte aan te tonen dat het huidige psychiatrische ziekenhuis op geen enkele wijze aan zijn doel beantwoordt.
Een gedachte die nieuw lijkt maar die dat helemaal niet is. In de vorige eeuw, nu bijna honderd jaar geleden riep er al iemand „Weg met alle krankzinnigenin-' richtingen". Dat was Johanna Stuten — te Gempt. Zij was patiënte in een Haagse inrichting in 1889. Zij beleefde een dermate mensonterende behandeling dat die haar ertoe drong een drietal brochures uit te geven. Daarin doet ze een schokkend verslag van haar bevindingen. Die drie geschriften zijn onlangs gebundeld tot een boek dat de titel meekreeg „Wartaal van een gek". Ter gelegenheid van de tiende dag van de psychiatrie kreeg de Vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid op 16 februari de eerste exemplaren daarvan aangeboden.
Wanhoopskreten
„De wanhoopskreten in de inrichting worden door de wereld niet gehoord. De familie hoort ze niet en de gestichtsmuren zwijgen als het graf. Er is geen controle, geen toezicht, geen bescherming voor ongelukkigen die minder dan een dier, die als het uitvaagsel van de mensheid worden behandeld. De dierenbescherming zou daar nog een vruchtbaar terrein voor haar werk hebben,"
Zomaar een gedeelte uit „Wartaal van een gek". Een van zovele aangrijpende alinea's, geschreven in de vorige eeuw. Enkele jaren na de invoering van de Krankzinnigenwet van 1884, de wet die tot op de dag van vandaag van kracht is. Dezelfde wet die de gruwelen van Johanna Stuten toeliet, hangt nog steeds boven de hoofden van duizenden patiënten. De bloemlezing schokkende voorbeelden en de machteloosheid van patiënten uit 1890 zijn dan ook bitter actueel.
Tegen deze achtergrond werd „Wartaal van een gek" in 1983 opnieuw in de publiciteit gebracht. Daarmee wilden de samenstellers aantonen dat de situatie in bijna honderd jaar nauwelijks ten goede is veranderd. Ik denk dat het aanbevehng verdient om dat met een forse korrel zout te nemen. Het is niet reëel om onze ogen te sluiten voor positieve verbeteringen in de hulpverlening. Evenmin is het reëel om de huidige misstanden niet onder ogen te willen zien, om niet te willen zien dat wet uit 1885 in 1983 in principe dezelfde ontsporingen toelaat als in de tijd van Johanna Stuten.
Onmondig
Voor mensen, levend in de „verlichte" twintigste eeuw is het nauwelijks voor te stellen wat iemand als Johanna Stuten heeft meegemaakt. Wegens uitzichtloze depressies werd ze in 1889 opgenomen in het krankzinnigengesticht aan het Slijkeinde in Den Haag. Het was het uit de vijftiende eeuw stammende „siekhuis" van de Orde van de Sint Antoniusheren ' of Hospitaalbroeders waarin voornamelijk pestlijders werden verzorgd. Toen de pest werd teruggedrongen werd het gebouw gepromoveerd tot krankzinnigengesticht.
Johanna: „Een oord waar middeleeuwse strafmaatregelen aan de orde van de dag kwamen en waar kleding, voeding en huisvesting erbarmelijk waren". Verpleegsters en oppassers waren mensen die totaal geen opleiding in de hulpverlening hadden genoten. Integendeel, vaak waren ze uitde marge van de maatschappij afkomstig en traden hier alleen in dienst om onderdak en voedsel te verkrijgen. Er zullen er onder zijn geweest die de patiënten een warm hart toedroegen, maar ook die verrast waren over de macht die ze plotseling bezaten tegenover weerloze mensen.
Een van de samenstellers van het boek is Corrie van Eijk-Osterholt. Zij spreekt over dit gesticht als een gevangenis, zonder relativerende aanhalings tekens. Patiënten werden meermalen met slot en grendel aan hun stoel geklonken of in een soort cachot geworpen waar muizen en ratten welig tierden. Ze kregen veel slaag en weinig eten, veel scheldwoorden toegediend en weinig aandacht. De heersers waren van adel maar alleen wat hun titel betrof. Zonder te overdrijven: het was een wereld waarin onmondige patiënten als beesten werden behandeld, waarin klagen zinloos was, waarin de dood zelfs beschouwd werd als een welkome gast, waarin de buitenwereld angstvallig buitengesloten werd, waarin de mens totaal geïsoleerd niets anders meer te doen had dan te wachten op zijn levenseinde.
De eerste brochure sloeg in als een bom. Het leidde uiteindelijk tot een diepgaand onderzoek. Het gesticht deed het geschrijf af als „wartaal van een gek". Het was niet zo moeilijk om de pennevruchten als zodanig af te doen want Johanna was uit veiligheidsoverwegingen bij haar vertrek uit het gesticht krankzinnig verklaard. Op grond van de wet uit 1884. Dat feit zorgde ervoor dat ze formeel en juridisch handelingsonbekwaam werd. Desondanks ging het parlement zich met de kwestie bemoeien en de pers deed de rest. Het gehele personeel inclusief de artsen werd ontslagen en de regenten werden van hun taak ontheven. De inrichting aan het SHjkeinde in Den Haag werd gesloten.
Wat een startsein had kunnen zijn voor een betere psychiatrische hulpverlening en voor een betere periode voor patiënten ging rond 1900 ongemerkt de doofpot weer in. De brochures van Johanna Stuten - te Gempt kwamen onlangs weer boven water. Dat is te danken aan de speurzin en vasthoudendheid van de schrijfster Corrie van Eijk-Osterholt en de journalist Kurt Bökenkamp, beiden geen onbekenden in de wereld van de psychiatrie. Zij doken in archieven, plozen brieven na, bezochten de plaatsen waar Johanna had gewoond en vertaalden al hun informatie in hedendaags Nederlands. Omdat zij meenden dat de boodschap van Johanna niet verborgen mocht blijven, omdat die boodschap nog hoogst actueel is, omdat diezelfde krankzinnigenwet uit 1884 nog steeds van kracht is.
Moeizaam
Nederland is een van de landen waar in dit verband, gevestigde bakens moeizaam worden verzet. Want wat Johanna Stuten overkwam is voor velen, zij het vaak in andere opzichten, nog werkelijkheid. Ondanks het feit dat er veel verschillen zijn aan te wijzen tussen toen en nu. Die verschillen zijn vaak echter slechts gradueel. Corrie van Eijk maakt dat in haar nawoord concreet: „Nog altijd kunnen we met de nu al bijna honderd jaar oude krankzinnigenwet en waarschijnlijk ook met de op stapel staande nieuwe wet een medemens uit ons midden verwijderen en hem tegen zijn wil in een inrichting plaatsen."
Het Hof van Straatsburg deed in 1979 in dit kader een historische uitspraak. En,weer ging het om een Nederlander, Fritz Winterwerp. Fritz was in 1968 tegen zijn wil in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst. Evenals mevrouw Stuten. Bij beiden baseerde de rechter zich op de geneeskundige verklaring om de machtiging te verlenen. Diverse verzoeken om ontslag door Winterwerp werden genegeerd. Ten einde raad wendde hij zich tot het Hof te Straatsburg dat na een langdurige procedure en minutieus onderzoek de Staat der Nederlanden veroordeelde wegens schending van het Verdrag van Rome.
Zonder te willen ontkennen dat er in honderd jaar psychiatrische inrichtingen intensief is gespijkerd aan de zorg voor psychiatrische patiënten waardoor veel ten goede is veranderd, ben ik het toch met de samenstellers van „Wartaal van een gek" eens dat het de hoogste tijd wordt voor daden om betere perspectieven te bieden aan mensen als Johanna Stuten-te Gempt. „Wie dat ontkent is niet op de hoogte van wat zich binnen gesloten systemen aan kwade krachten kan ontwikkelen."
N.a.v.: „Wartaal van een gek", door Corrie van Eijk-Osterholf en Kurt Bökenkamp, oorspronkelijk verhaal door Johanna Stuten-te Gempt; Uitgegeven bij Kruseman's Uitgeversmij. BV, Paperback, 118 biz., prijs f 19,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's