Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Geen principiële reden tegen vrouw in ambt"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Geen principiële reden tegen vrouw in ambt"

Prof. Versteeg bij rectoraatsoverdracht

4 minuten leestijd

APELDOORN — „Een gemeente van Christus is een gemeente, waarin alle leden hoofd voor hoofd van Christus genadegaven hebben ontvangen. Omdat Christus die gaven gelijkelijk aan al zijn leden heeft gegeven, zijn die leden onderling volkomen gelijk. Daarom is het heil in Christus het structuurprincipe van de gemeente. Dat wil zeggen: al de oude structuren (rijk en arm. Jood en heiden, man en vrouw) zijn achterhaald door dat ene onderscheid: Wie wel en Wie met Christus begrepen is."

Dit zei prof. dr. J. P. Versteeg gisterochtend in zijn rectorale rede. Bij de opening van de nieuwe cursus droeg hij het rectoraat over aan kerk- historicus prof. dr. W. van 't Spijker. Prof. Versteeg verbond aan zijn be- toog de conclusie dat vrouwen in de gemeente een ambt kunnen vervullen.
Het onderwerp van zijn rectorale rede was „De structuur van de gemeente volgens het Nieuwe Testament". Hij wees erop, dat het Nieuwe Testament nergens op zichzelf over het „wezen" van de gemeente spreekt, Altijd gebeurt het, vervlochten met het heil van Christus. Daarom zie je gebeuren dat, waar er maar verkeerd over Christus gedacht wordt, ook de gemeente in de knel komt.

Kruis
In de gemeente van Korinthe bijvoorbeeld werd afbreuk gedaan aan de gemeente, doordat er partijschappen en twisten waren. In zijn eerste brief aan deze gemeente begint Paulus hier dan ook meteen over. Maar wat die twisten nu precies inhouden daar kom je pas in 1 Korinthe 12 achter. Paulus vindt het nodig om eerst te spreken over het kruis van Christus, voor Joden een aanstoot en voor Grieken een dwaasheid. Dit lijkt ineens een heel ander onderwerp maar, zei prof. Versteeg, het was precies waar het op aankwam. In de gemeente is ieder principieel gelijk, aldus de Apeldoomse nieuw- testamenticus, omdat niemand iets van zichzelf heeft, terwijl Christus aan ieder afzonderlijk genadegaven geeft. In Korinthe lieten sommige gemeenteleden zich er op voorstaan dat ze Geestesgaven hadden van opzienbarend karakter. Maar Paulus legt 1 Konnthe 12 dat woord geestesgaven helemaal terzijde, omdat dat iets is waar je prat op kunt gaan.
In plaats daarvan heeft hij het alleen over het charisma, dat is de genadegave die ieder heeft. Dat zijn heel gewone dingen als bekwaamheid om te helpen, te dienen en te onderwijzen. Er is absoluut geen plaats voor hoogmoed, omdat ieder precies dat gekregen heeft wat God goed dacht. Dat charisma dat iedere gelovige gekregen heeft, en dat voor het oog niet uitzonderlijk is, is het eigenlijke in gemeente.

Ambt
Toch spreekt de Bijbel ook over ambten, die slechts sommigen hebben. Is dat niet in strijd met de gelijkheid van ieder? Professor Versteeg haalde Efeze 4 vers 16 aan, waar binnen de gemeente gesproken wordt over „de dienst van al zijn geledingen", of volgens de Statenvertaling „voegselen". Daarmee worden de ambtsdragers bedoeld. Het Griekse woord is eigenlijk een medische term, waarmee de pezen of de banden in het lichaam aangeduid worden. Volgens de opvatting van die tijd dienden de pezen om het lichaam te voeden en om alles bijeen te houden.
Zo is de taak van de ambten een dienende taak, om de gemeenteleden die overigens zelf gaven gekregen hebben, te voeden en onderling te verbinden. Maar ambtsdragers staan volgens professor Versteeg niet boven de gemeente maar maken er deel van uit. Ze hebben hetzelfde gezag als gemeenteleden die ook genadegaven hebben, namelijk het gezag van Gods Woord. Prof. Versteeg vond daarom, dat wanneer ambtsdragers zich formeel op hun gezag beroepen, het dienend karakter van het ambt teniet gedaan wordt.
Prof. Versteeg concludeerde ten slotte, dat de charismata, de genadegaven die ieder gemeentelid ontvangt, het belangrijkst zijn en dat je alleen van daaruit over de ambten mag spreken. Die hebben een dienende taak zoals hulplijntjes in een rekensom, die men ook weer wegveegt. Hij citeerde prof. Van t Spijker die in verband met de vrouw in het ambt heeft gezegd dat de genadegaven van het wezenlijke zijn, terwijl de ambten slechts toevoegingen zijn. Het belangrijkste is dan toch maar, dat ook vrouwen de genadegaven ontvangen hebben.

Andere conclusie
Prof. Versteeg zei dit van harte te beamen, maar was tegenover prof. Van 't Spijker van mening dat hieruit de conclusie moet volgen dat principieel de ambten ook voor de vrouw openstaan. Omdat zij het eigenlijke, namelijk de genadegaven van Christus ontvangen hebben, is niet in te zien waarom zij het bijkomende, de ambten, niet zouden mogen vervullen, zo meende prof. Versteeg.
Hij vond het bovendien moeilijk te ontkennen, dat vrouwen in nieuwtestamentische tijd het profetische ambt vervuld hebben, terwijl hij het op grond van onder meer Rom. 16 vers 1 meer dan waarschijnlijk achtte dat er ook vrouwelijke diakenen zijn geweest.
Wel stemde hij toe dat er praktische redenen kunnen zijn, waarom wat principieel geoorloofd is nog niet gedaan wordt, bijvoorbeeld wanneer de buitenwereld er aanstoot aan neemt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1983

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Geen principiële reden tegen vrouw in ambt"

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1983

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's