Sociale verzekeringen per 1 januari 1984

Het bruto niveau van de uitkeringen ligt als gevolg van de drie procent korting op het minimumloon en op de daglonen ingevolge de WAO, de WW, en de WWV beneden het niveau van 31 december 1983. Opgemerkt wordt dat de indexaanpassing van WAO, de WWV, het maximumdagloon en het minimumloon per 1 januari en 1 juli 1984 achterwege blijft.

Voor het merendeel van de uitkeringsgerechtigden blijft ondanks de korting van drie procent, de netto-uitkering gelijk of neemt enigszins toe. Dit komt onder meer doordat ook de premies die op de bruto-uitkering worden ingehouden, zijn verlaagd.

Toch kan als gevolg van andere maatregelen binnen de sociale zekerheid dan wel in de belastingsfeer voor bepaalde categorieën een daling van de netto-uitkering per 1 januari 1984 optreden.

De drie-procent-korting is niet van toepassing op de daglonen ingevolge de ziektewet.

AOW en AWW

De uitkeringen krachtens de algemene ouderdomswet en de algemene weduwen- en wezenwet worden als volgt gewijzigd: AOW Bruto maanduitkering Bruto vakantie-uitkering per maand wordt per was sinds wordt per 1 jan. 1984 was sinds 1 juli 1983 1 jan.1984 1 juli 1983 Gehuwde bejaarden Ongehuwde bejaarden ƒ 1.554,05 ƒ 1.564,33 ƒ 90,48 ƒ90,01 ƒ1.083,38 ƒ1.089,42 ƒ63,34 ƒ63,01 •Wed. met kinderen Wed. zonder kinderen Wezen tot 10 jr. Wezen van 10 tot 16 jr. Wezen van 16 tot 27 jr. ƒ 1.554,05 ƒ 1.083,38 ƒ 346,68 ƒ 520,02ƒ1.564,33 ƒ 1.089,42 ƒ 348,61 ƒ522,92 . ƒ90,48 ƒ63,34 ƒ20,27 ƒ 30,40 ƒ90,01 ƒ63,01 ƒ20,16 ƒ30,24 ƒ 693,36 ƒ 697,23 ƒ40,54 ƒ40,33

Kinderbijslagbedragén

Indien ook de Eerste kamer daarmee akkoord gaat, worden de basiskinderbijslagbedragen met ingang van 1 januari 1984 gehandhaafd op het niveau van 1 juli 1983. Zoals bekend is de hoogte van de kinderbijslag met ingang van 1 januari 1983 afhankelijk geworden van de leeftijd van het kind. De bedoeling is om uiteindelijk te komen tot een stelsel waarin voor kinderen van O t/m 5 jaar 70 procent van de basiskinderbijslag wordt betaald, voor kinderen van 6 t/m 11 jaar 100 procent en voor kinderen van 12 t/m 17 jaar 130 procent. Met ingang van 1 januari 1984 wordt de tweede stap gezet om tot die uiteindelijk verhouding te komen. Daardoor kan — ondanks de bevriezing — de kinderbijslag over het eerste kwartaal van 1984 afwijken van het kinderbijslagbedrag over het vierde kwartaal van 1983.

Voor kinderen van O t/m 5 jaar gelden 3 verschillende percentages, namelijk: - 60 procent indien er slechts een kind in het gezin is, dat jonger is dan 3 jaar, - 70 procent: A. voorkinderen, die geboren zijn na 31 december 1982 B. voor een oudste kind dat jonger is dan 3 jaar in een gezin van tenminste twee kinderen.

markten en veilingen
ALKMAAR — KAASMARKT-30 december. Commissienoteringen in gulden per lg: fabrielsedammer 6.29, middelbare 6,34 en Goudse volvette 6,54. LEEUWARDEN — VEEMARKT-30 december. Prijzen in gulden: stieren Ie kwal. 7,80-8,60, 2e kwal. 6,75-7,75, koeien 6,90-7,65, worsikoeien 4,80-5,80, schapen 180-250, schapen per kg 4,00-6,50, lammeren 200-285, lammeren per kg 8,50-10,50, melk- en kalfkoeien 1e soort 22002650, 2e soort 1750-2350, guste koeien 10001650, enterstieren 1000-1475, pinken 850-1260, graskalveren 550-975, nuchtere kalveren zwartbent 100-390, weidelammeren 125-225, bokken en geiten 40-120

Aanvoer: slachtvee, stieren en gebruiksvee totaal 1857 stuks, jongvee 38, nuchtere kalveren 1281, schapen en lammeren 1132, bokken en geiten 42, paarden 9, totaal 4359 stuks. ZWOLLE — VEEMARKT-30 december. Prijzen in gulden: stieren Ie kwal. 8,45-9.15,2e kwal. 7,40-8,45, vaarzen 8,00-8,45, 2e kwal. 7,00-8,00. koeien 7,25-8,35, 2e kwal. 6,10-7,25, 3e kwal. 5,15-6,05, worstkoeien 5,00-6,00, schapen 160235, lammeren 175-225, varkens 2,75-2,90, zeugen Ie kwal. 2,40-2,60, 2e kwal. 1,80-2,10, melken kallkoeien Ie soort 2000-2700, 2e soort 17502300, kalfvaarzen Ie soort 1950-2500, 2e soort 1600-1900, guste koeien 1400-1500, pinken 1550-2200, graskalveren 735-1050, nuchtere kalveren roodbont 350-550, zwartbont 225-375, nuchtere kalveren amerikanen 100-200, schaap met lam 160-190, weidelammeren 130-180, bokken en geiten 65-160.

Aanvoer: slachtvee 995, gebnjiksvee 994, jongvee 132, nuchtere kalveren 2595, schapen en lammeren 843, varkens 128, bokken en geilen 10, paarden 5, totaal 5702 stuks. C. voor een kind dat na 1 januari 1983 3 jaar is geworden en er geen andere kinderen tot het gezin behoren. - 90 procent: voor alle overige kinderen van O tot 6 jaar.

In onderstaande tabel zijn de kinderbijslagen per kind en per kwartaal opgenomen. 0 t/ra 5 jaar 6 t/m 11 jaar 100 pet 12 t/m 17 jaar 115 pet 18 f/m 26 jaar 60 pet 70 pet 90 pet gezinnen met: Ikind 174,19 2 kinderen 3 kinderen 4 kinderen 5 kinderen 6 kinderen 7 kinderen 8 kinderen 9 kinderen 10 kinderen 203,22 266,54 285,41 311,75 327,55 344,78 357,08 371,78 383,22 392,37 261,28 342,70 366,96 400,83 421,14 443,28 459,11 478,01 492,72 504,47 290,31 380,77 407,73 445,36 467,93 492,54 ' 510,12 531,12 547,46 560,53 333,86 ,437,89 468,89 512,17 538,12 566,42 586,64 610,79 629,58 644,61 293,78 385,32 412,60 450,68 473,52 498,42 516,21 537,46 554,00 567,22

Het hiernavolgende voorbeeld illustreert hoe de totale kinderbijslag voor een gezin kan worden berekend:

Voorbeeld

Stel een gezin heeft drie kinderen in de leeftijd van 4,15 en 19 jaar. Voor een kind van 19 jaar bestaat recht op drievoudige kinderbijslag. Voor het kind van vier jaar resp. 15 jaar is het uitkeringspercentage 90 resp. 115. Voor het kind van 19 jaar gelden de bedragen die in de kolom 18 t/m 26 jaar zijn vermeld. De kinderbijslag voor dit gezin wordt als volgt berekend:

Neem uit de tabel de bedragen die bij gezinsgrootte 5 (het kind van 19 jaar telt immers voor drie) onder de kolommen 90 pet, 115 pet en 18 t/m 26 jaar staan. Dit leidt derhalve tot: lx ƒ421,14= ƒ 421,14 1 X ƒ 538,12= ƒ 538,12 3x ƒ473,52 = ƒ1.420,56 Totaal ƒ 2.379,82

Het aldus verkregen bedrag dient op een gulden naar boven te worden afgerond, zodat de totale kinderbijslag voor dat gezin ƒ 2.380,- bedraagt.

Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW)

De grondslagen, zoals die per 1 januari 1984 gaan gelden, zijn hieronder opgenomen: Algem. grondslag voor 21-jarigen en ouder ƒ 80,33 (was ƒ 77,62) voor 20-jarigen ƒ 71,45 (was JF 68,93) voor 19-jarigen ƒ 62,52 (was ƒ 60,32) voor 18-jarigen ƒ 53,51 (was ƒ 51,62) Grondslag voor gehuwden met inkomsten van henzelf of van echtgeno(o)t(e) tot: 15 procent van de grondslag ƒ 114,02 (was ƒ 108,50), 30 procent van de grondslag 93,26 (was 89,99)

Zoals blijkt, liggen de grondslagen per 1 januari 1984 hoger dan de voorheen geldende grondslagen. Dit komt, omdat bij de berekening is uitgegaan van invoering per 1 januari 1984 van een vereveningsbijdrage in de AAW. Door de verhoging van de grondslagen heeft de vereveningsbijdrage geen invloed op de netto AA W-uitkering.

Minimumdaglonen

De minimumdaglonen in de WW en de WWV, zoals die per 1 januari 1984 gaan gelden, zijn hieronder opgenomen. WW ƒ 123,34 (was ƒ 126,91) WWV ƒ 131,52 (was ƒ 131,65)

Maatregelen WAO

Eind vorig jaar is bij wet geregeld dat het minimumdagloon WAO op een nog nader te bepalen tijdstip zal komen te vervallen. Om onder meer de bedrijfsverenigingen voldoende tijd te geven het zogenaamde eigen dagloon van uitkeringsgerechtigden vast te stellen, werd afschaffing van het minimumdagloon in de WAO bij Koninklijk besluit mogelijk gemaakt. Het kabinet zal de totstandkoming van dat besluit per 1 januari 1984 bevorderen.

Voor bepaalde personen blijft het minimumdagloon in de WAO ook na 31 december 1983 gehandhaafd. Het gaat hierbij om de zogenoemde artikel 90-AAW-gevallen (Dit zijn AAW-verzekerden die op 1 oktober 1976 reeds een WAO-uitkering hadden en slechts een AA W-uitkering krijgen toegekend indien de AA W-uitkering de WAO-uitkering overtreft.)

Voor deze gevallen blijft het minimumdagloon WAO gehandhaafd voorzover zij aanspraak zouden hebben op de hoge grondslag AAW. Het wetsvoorstel waarbij dit geregeld is dient nog in het parlement behandeld te worden. Voor hen zal het minimumdagloon WAO per 1 januari 1984 ƒ 122,57 bedragen «..g *"• 'V

Maximum-uitkeringsdagloon

Het maximumdagloon wijzigt per 1 januari 1984 niet. Dit dagloon wordt vanaf die datum dan ook. gehandhaafd op ƒ 262,28. Wel wordt in het wetsvoorstel waarbij de drie procent-korting op de daglonen wordt geregeld, bepaald dat op de WAO, de WW en de WWV-uitkering, berekend naar het maximumdagloon een korting wordt toegepast van drie procent. De premiepercentages per 1 januari 1984 AOW AWW AKWl) AAWl) AWBZ 1) WAO 2) Wachtgeldverzek. 3) Werkloosheidsverzek. ZW3) ZWF4) totaal 11,65 1,45 3,95 6,50 3,95 19,10 1,12 2,45 5,80 9,70 werkg. 3,95 6,50 3,95 1,50 0,56 4,80 • 4,85 werkn. 11,65 1,45 17,60 0,56 2,45 1,00 4,85 max. waarover premie wordt geheven ƒ 62.850 per jaar idem idem idem idem ƒ 262,-per dag idem idem idem ƒ 156,-per dag 1) De opslagpremies per 1 januari zijn als volgt: • AKW AAW AWBZ 30,2 49,6 30,2 2) De franchise of premievrije voet bedraagt ƒ 91,- per dag. 3) Deze premies worden per bedrijfsvereniging (verschillend) vastgesteld. De hier opgenomen cijfers betreffen de geraamde gemiddelden voor alle bedrijfsverenigingen. 4) De loongrens van de verplichte ziekenfondsverzekering bedraagt ƒ47.850,

In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn de gegevens met betrekking tot de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten niet opgenomen. In verband met een op handen zijnde wetswijziging zal het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur deze gegevens bekendmaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen