Poppen

Met poppen spelen is maar weinig meisjes vreemd. Zelf later poppenmaken komt veel minder voor. Een leuk kijkboek voor poppenmaaksters is nu bij Cantecleer verschenen."Poppen" geeft een uitstekende indruk van een breed scala van mogelijkheden op dit creatieve gebied van vrouwelijke (en mannelijke) handvaardigheid. . Elf dames en één heer hebben hun medewerking verleend om er een gevarieerd boek van te maken.
Niesje Wolters-van Bemmel laat poppen met een mooie oogopslag zien. Het zijn de poppen zoals we ze van grootmoeder nog kennen. Ineke van der Burg maakt de kopjes van keramiek. Getrude Groot maakt veel gebruik van ijzerdraad, klei en veren. Sprookjesfiguren spreken Jeanette Hildersley-Kort het meest aan. Greet Hoogland maakt alleen vrouwen. Een raadselachtige blik in hun ogen, dat hebben de poppen van Annette Fraai-Arzoni. Fantasie in stof en steen is voor Marlaine Verhelst poppenmaken. Malle meiden vormen het eindprodukt van Jos Kamphuis. Jannie Borel maakt karikaturen. Riet Janssen gebruikt veel kleur om haar poppen aan te kleden. Olga van der Most is veelzijdig; haar meisjespoppen zijn erg bekend. Ten slotte werkt de Amsterdam'se Japanner Koji Kondo met rijstpapier en vertolkt zo oosterse fantasie.

Drie delen
Het boek is in drie delen opgezet. Eerst wordt de geschiedenis van de antieke pop uitgebreid beschreven. In deel twee worden de ateliers of werkkamers van de poppenmakers bezocht. Zij vertellen en laten zien hoe zij hun poppen maken. Terwijl in deel drie uit de doeken wordt, gedaan, aan de hand van de werkwijze van Olga van der Most, hoe men de poppenmaaksters thuis kan navolgen.
Het foto en tekenwerk in het boek is van goede kwaliteit. Aan de verhaaltjes van de poppenmaaksters had best iets meer aandacht mogen worden besteed. De opzet van het boek is beslist geslaagd. Op deze manier zal het een groot aantal mensen aanspreken. Is het niet om zelf aan de slag te gaan, dan toch zeker om te kijken naar deze creatieve kunstenaars.
De stijl van de poppenmaaksters onderling is vaak erg verschillend. Het werk van Olga van der Most en Niesje Wolters zal misschien meer bewondering oogsten dan dat van Jannie Borel of Ineke van der Burg. Toch is het duidelijk dat alle poppen passen bij hun maakster. Men herkent er liefde en toewijding voor de pop in. Weer denk ik aan de meisjes die met poppen spelen. Op de manier waarop een kind van vier een pop aankleedt zijn deze poppen gemaakt. Voorzichtig, vol toewijding en om gezien te worden...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen