Eeuwfeest KNLC valt in een voor de boeren somber jaar
De grenzen van de groei in de landbouw lijken te zijn bereikt
WADDINXVEEN — Dat er voorlopig in de veredelingslandbouw geen varkens- en pluimveebed rij ven meer mogen bijkomen en dat er in de concentratiegebieden zelfs geen kip en geen varken extra mag worden gehouden is in de agrarische wereld als een bom ingeslagen. Het wetsontwerp is zeer in het geiheim voorbereid. De ministers Braks (Landbouw) en Winsemius (VROM) wilden voorkomen dat een aantal boeren nog snel zou investeïren.
Het is de beide bewinsdlieden in: derdaad heel goed gelukt om hun voornemen te verbergen. Een goed verstaander had wellicht kunnen verwachten dat er iets broedde, In het RD van 25 oktober citeerden we minister Braks aldus: „Waar we het nu over hebben is geen regionaal probleem meer van bijvoorbeeld de Veluwe of Brabant. Het is een nationaal probleem geworden. Als we al onze mest over geheel Nederland konden verspreiden hadden we nog te veel. Er moeten wel maatregelen worden getroffen, omdat niemand ter wereld bereid is om ons van deze overschotten af te helpen".
Nogmaals echter, bijna niemand had verwacht dat zo'n vergaand wetsontwerp zo dicht in de buurt zat. Eerst vorige week donderdagavond werd een aantal journalisten door de persvoorlichters van het ministerie van landbouw gebeld met de mededeling dat er de andere morgen om 11 uur een persbijeenkomst zou worden gehouden waarin iets belangrijks over de mestproblematiek zou worden meegedeeld. De meeste journalisten die landbouwzaken behartigen hadden toen echter al besloten die bewuste morgen naar Waddinxveen te gaan, waar de top van het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité (KNLC) ging meedelen welke activiteiten in het kader van het 100-jarig bestaan van hun organisatie zouden plaatsvinden.
Begrip
Hoewel de persvertegenwoordigers het aanvankelijk minister Braks nogal kwalijk namen, dat hij juist op dit tijdstip zijn plannen bekendmaakte, zakte de verstoordheid toen later op de morgen ambtenaren van het ministerie de tekst van het wetsontwerp en een persbericht kwamen bezorgen. Bovendien was het toen mogelijk — en dat was weer een voordeel — heet van de naald een commentaar te vragen aan de voorzitter van het jubilerende KNLC, ir. David Luteijn. Deze noemde deze tijdelijke wet, die hooguit twee jaar mag duren „een noodsprong totdat de meststoffenwet er zal zijn". Luteijn zei verder dat het KNLC nooit zo erg happig is op uitbreiding van de regelgeving door de overheid. „Wij hebben echter wel begrip voor deze maatregel. Terecht hebben de ministers onderscheid gemaakt tussen de diverse landbouwgebieden. Het is juist, dat er in de gebieden waarin nog geen al te grote opeenhoping van kippen en varkens te constateren valt, nog een uitbreiding van 10 procent wordt toegestaan. Het gaat mij echter te ver, dat in deze gebieden een bestaand landbouwbedrijf geen varkens of kippen mag gaan houden. Veehouders die te maken hebben met de superheffing moeten nu ook dit alternatief afschrijven".
Het 100-jarig bestaan van de KNLC, dat morgen officieel wordt herdacht valt wel in een voor de boeren dramatisch jaar. Eerder werd de superheffing ingesteld en nu dan het verbod op uitbreiding van de intensieve veehouderij. Het is inderdaad duidelijk: de grenzen van de groei zijn bereikt. Luteijn laat er geen twijfel over bestaan dat in de toekomst nog dient te worden gerekend met nieuwe mogelijkheden om de produktie verder te verhogen door veredeling. Bovendien zal dat minder moeite kosten door de straks alom toegepaste automatisering.
Tijdens de persbijeenkomst zei de KNLC-voorzitter het niet uitgesloten te achten dat landbouwgrond in de toekomst ongebruikt zal blijven, omdat anders de markt al te zeer zal worden verstoord. Slechts de produktie van plantaardig vet met bestemming veevoeder kan wellicht nog wat worden uitgebreid, Wat verder in de toekomst komt houtproduktie in aanmerking.
Toekomst
Ir. Luteijn stelde dat het huidige tijdsgewricht grote overeenkomsten vertoont met 100 jaar geleden. Er heerste toen ook een landbouwcrisis die ontstond door de ontsluiting van nieuwe grote landbouwgebieden in de Verenigde Staten. Van daaruit werd goedkoop graan naar Europa geëxporteerd, waardoor hier de prijzen instortten. Ook nu zorgen de hoge produkties voor zware problemen. Het is daarom een goede gedachte van het KNLC geweest om in de afgelopen winter aan de leden het thema „Het agrarisch bedrijf en gezin, nu en straks" voor te leggen. Naar schatting hebben 4500 mannen, vrouwen en jongeren aan de discussie deelgenomen.
Uit de conclusie blijkt dat het gezinsbedrijf (man, vrouw, opvolger) en de bedrijven met één of twee medewerkers ook voor de komende jaren nog steeds als het meest wenselijke bedrijfstype wordt beschouwd. In de melkveehouderij zien velen een tweemansbedrijf het meest gewenst. Alleen op die manier kan in deze bedrijfstak tot redelijke werktijden worden gekomen. In het algemeen wordt gesteld, dat gezinsaVbeidskrachten ook recht hebben op redelijke werktijden. De toename van het aantal niet-werkenden en de kortere werktijden in onze samenleving zullen de positie van de werkers in het gezinsbedrijf nog meer accentueren dan thans al het geval is. Hoewel langere werktijden op een gezinsbedrijf als vanzelfsprekend worden ervaren is ^et niet wenselijk dat de verschillen met andere te groot worden.
Positie vrouw
Verwacht wordt dat de betrokkenheid van de vrouw bij het bedrijfsgebeuren zal toenemen. Het wordt ook gewenst geacht dat de vrouw meedenkt als beslissingen moeten worden genomen. Daarmee wordt natuurlijk niets nieuws gezegd, want zowel in de agrarische sector als in het midden- en kleinbedrijf is het vanouds een vrij algemene regel, dat echtgenoten intensief overleggen als belangrijke beleidsbeslissingen moeten worden genomen. De feministische kreten over vrouwenonderdrukking worden door zelfstandigen dan ook meestal lichtelijk geamuseerd aangehoord. Wel vinden de KNLC-leden, dat de echtgenote in ieder geval voldoende tijd moet overhouden voor het gezin. Het werk in het bedrijf moet niet een verplichting zijn. De echtgenote moet de vrije keus hebben en eventueel een baan buiten het bedrijf kunnen nemen.
Deze laatste opvatting lijkt mij wel erg idealistisch gesteld. Uit de praktijk blijkt duidelijk dat een aantal boeren- en tuindersvrouwen noodgedwongen in het bedrijf moet bijspringen. De financiële situatie laat niet toe dat vreemde hulp wordt genomen en de pieken komen op allerlei tijden dat de vrouw niet bij de hand is als zij een baan elders zou hebben. Uit de acties van de tuindersvrouwen rond de aardgasprijs bleek duidelijk dat zij niet gemist kunnen worden op de bedrijven. Deze vrouwen doen dat meestal met liefde, maar het probleem is inderdaad dat het gezin in de knel kan komen. Dat in de KNLC-discussie niet alleen de toekomstige ontwikkeling van de bedrijven, maar ook de gevolgen daarvan voor de gezinnen onder de loep werden genomen, is dan ook heel juist te nöenien.
Schaduwen
Het 100-jarig bestaan van de KNLC, zal zeker ook een beetje in de schaduw staan van de beperkingen die nu aan de intensieve veehouderij zijn opgelegd. Opvallend is dat er in „Het agrarisch bedrijf en gezin, nu en straks" slechts enkele regels aan de meststoffenproblemen worden gewijd. „Het probleem van het mestoverschot wordt in het algemeen onderkend. Een meststoffenwet, waarbij het belang van de landbouw op korte en lange termijn voorop staat, is noodzakelijk", zo valt te lezen.
Jammer dat minister Braks moest constateren, dat ondanks zijn waarschuwingen de uitbreidingen — in Oost-Brabant dit jaar zelfs met 8 procent — doorgingen. Als problemen al maar doorsudderen moeten ten slotte wel radicale maatregelen worden genomen. Superheffing en een verbod op uitbreiding van de intensieve veehouderij hebben de boeren daar opnieuw aan herinnerd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 november 1984
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 november 1984
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's