smokkelpiraten
80. De kapitein van het schip is niet blij met het stelletje schooiers, dat hij onderdeks krijgt, ook al is het maar voor een korte afstand. In een ommezien is zijn hele schip moddervet. Aan een stuk hout, dat op de zandbank is neergepoot, zit een brief, met een touwtje vastgebonden. Daarop staat in sierlijke letters: „Als je met je handen en voeten in onze grienden komt, ervaar je zelf, wat de gevolgen daarvan zijn
De smokkelpiraten."
Als de kapitein het gelezen heeft, stopt hij het tierend in zijn zak. „Wacht maar bluffers, onze tijd komt nog wel een keer!" Diep in de nacht was er een wagen, volgeladen met balen koffie weggedokkerd. De bedoeling was, dat ze nog een eind zouden komen. Tegen de dageraad moesten ze bij een boerderij zijn aangeland, waar ze konden blijven tot het weer donker werd. Daarna zou de laatste route worden afgelegd.
Dat tweede stuk stelde trouwens nooit veel voor. Het gebeurde maar zelden, dat daar nog kontrole was. Daar viel toch niets te vangen. Ze zijn al een aardig eind op weg als de achteras het begeeft.
Krakend wijken de wielen uiteen en met een doffe kwak, schuift de lading op de kleffe slikweg. De paarden schrikken en kunnen maar met moeite in bedwang gehouden worden. Door de schrik weten de mannen niet zo vlug, wat ze moeten beginnen. „Kunnen we de wagen niet repareren?", aarzelt Krelis van weduwe De Vissei*. Maar de anderen begrijpen wel, dat repareren onmogelijk is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1985
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1985
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's