Opgemerkt
Samen op Weg
Als lid van de hervormde gemeente van Maarssen wil ik gaarne reageren op het stukje dat ik gelezen heb in uw blad van 14-2-'85, waarin een kort verslag van de toespraak die ds. Aalbers gehouden heeft voor de vrouwenorganisaties in Utrecht. Daarin zegt hij: „Gemeente wil meer dan bangelijke kerkeraden". Hij vindt dat veel gemeenten veel verder willen gaan in het proces van Samen op Weg, dan bangelijke kerkeraden in hun beleid vaak tot uiting brengen. De gemeenten, zegt hij, zijn het opkloppen van het kerkelijk gekrakeel zeer moe.
Dat geloof ik, want het hele gedoe en schrijven van en over Samen op Weg hangt ook mij de keel uit. Als ik de kerkelijke weekbladen lees zijn er nog niet zoveel gemeenten die daarvoor belangstelling tonen, maar het is de meerderheid in de hervormde en Gereformeerde synodes die SOW willen doordrukken, en dat mag van mij hoor, maar ik wil die eenheid niet zoals zij die voorstaan.
Dit is niet uit angst, ds. Aalbers, maar alleen dat ik mij gewillig wil onderwerpen aan de Heilige Schrift. Als dit doorgaat, zoals de meerderheid van de deputaten en Synodes willen, ben ik er voor mijzelf van overtuigd, dat we niet samen op weg gaan, maar samen van de weg, zoals je ook in de gemeente hoort spreken. Alleen kan er eenheid zijn als het fundament er is: het aanvaarden van het totale gezag van de Heilige Schrift, en daaruit leven en werken, en zich gebonden weten aan de belijdenissen der kerk, de Drie Formulieren van Enigheid.
Maarssen J. Lith
Persoonsbewijs
In het RD-commentaar van 21-2 schrijft u over verplichte persoonsbewijzen. Of de schrijver oud of jong is weet ik niet, maar één ding weet ik wel, n.l. dat hij de consequenties van een dergelijke verplichting niet voldoende heeft doordacht. Als hij de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en ook de gang van zaken in de politiestaten en dictaturen betitelt als „gevoelsargumenten", dan blijkt hij daar weinig begrip van te hebben. Als iemand een dergelijk persoonsbewijs niet bij zich heeft bij een controle, dan is hij immers bij voorbaat al verdacht.
Zijn argumenten van rijbewijzen en betaalpassen gaan niet op, want deze zijn altijd nog vrijwillig. Als ik geen rijbewijs wil halen of geen zaken met of via banken wil doen, kan niemand mij dat verplichten. Zijn beroep op een beter tegengaan van de toenemende criminaliteit is op zijn minst hypocriet, want de oorzaak van deze toename hgt niet aan het ontbreken van een dergelijk bewijs, maar aan de slappe houding van de justitie en de veel te lage straffen die uitgedeeld worden.
Het lijkt mij het beste dat de schrijver zijn „huiswerk" nog maar eens over maakt en vooral bedenkt dat er nog steeds een heleboel mensen in ons land zijn die bij de herinnering aan die verplichting in de jaren 1940- 1945, nog steeds door allerlei schokkende herinneringen gekweld worden. Daarom, iets dergelijks nooit weer.
Dirksland C. Grootenboer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 26 februari 1985
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 26 februari 1985
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's