Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zeemansvrouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zeemansvrouw

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

60 „God, sta ons bij!" mompelt Sjoerd Wiebema tusschen de tanden, en de brullende golven vertellen hem van Johanna's angsten, en... van haar wanhoop, als de wreede zee ook haar tweeden echtgenoot eens opeischt.
„O, God, sta hen bij", zoo klinkt óók het bange zuchten uit het benepen hart van bloedverwant of vriend, die op de haven in radeloozen angst de handen wringen uit vrees voor het leven van hen, die daar kampen op leven en dood. De loods weet het. Het schenkt hem moed. „We gaan naar den kelder, als we niet keeren; het is gekkenwerk..." schreeuwt een der mannen in de boot, doch de loods is het oogenblik van zwakheid reeds weer te boven en met donderende stem klinkt het: „We gaan naar den kelder als we bang worden.
Nou te keeren is gevaarlijker dan doorroeien... Hou moedig keep, mannen! 't Is maar een bui, want de stormwind jaagt de zwarte wolken in ijlende vaart voor zich uit het Zuidoosten in.
Hou jij het roer, Thijs Borger", roept Wiebema den ouden schipper toe, want de loods bemerkt dat, ondanks diens ijzeren wilskracht, de krachten den bejaarden man beginnen te ontzinken. Het volgend oogenblik heeft hij de plaats van den schipper ingenomen, naast Adriaan op de roeibank, en met geweldige kracht hanteert hij den zwaren roeiriem. Sjoerd Wiebema werkt voor drie; zijn reuzenkracht, geeft den vermoeiden roeiers een weinig verademing en langzaam maar zeker nadert men het doel van den zwaren tocht.
Daar verkondigt een luid vreugdegejuich, dat men van de bark de redders ziet naderen; dezen verdubbelen hun inspanning, zoodat men na betrekkelijk korten tijd het ontredderde wrak zoo kort mogelijk aan de lijzijde nabij komt.
Dreigend is het gevaar van den stukken wrakhout die hier overal ronddrijven. Als een balk of kist door den woedenden golfslag tegen de boot wordt geslingerd, is deze onherroepelijk verloren; doch de oude Thijs Borger heeft nog scherpe oogen en de loods wist wel wien hij de roerpen in handen gaf. Men komt toch alle bezwaren te boven en met ontzaglijk veel moeite nadert men zóó kort het voor tweederde verbrijzelde schip, dat met het reddingswerk kan worden aangevangen. De ruwste, hardvochtigste zeebonk in de boot voelt zich het hart week worden bij het zien der aandoening van het arme scheepsvolk van de Noorsche bark, dat daar zoo plotseling, terwijl reeds alle hoop het was ontzonken, de onverschrokken redders zag naderen.
Smeekend strekken ze de armen uit naar de boot, en hoewel, de Vlissingers hun taal niet kunnen verstaan, hun gebaren zijn welsprekend genoeg. Maar nog wachtte een zware taak de kloeke mannen van de reddingboot: het van boord halen der schipbreukelingen. Daar rijst Wiebema op van zijn roeibank en grijpt een lange opgerolde lijn. Een paar keer zwaait hij deze om het hoofd, dan snort het touw fluitend door de lucht en vliegt als een zwarte slang over het wrak. Zal het baten.?.•. 

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 maart 1985

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Een zeemansvrouw

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 maart 1985

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's