STANDPUNT OF BOODSCHAP?
Euthanasie - de dood bespoedigen door een spuitje of pillen blijkt onder ons volk steeds meer als een geoorloofde daad te worden beschouwd. Enquêtes geven aan dat in 1972 ongeveer 48 procent, in 1979 al 56 procent en nu, in 1985, een ruime meerderheid van 67 procent van onze bevolking euthanasie aanvaardbaar acht.
Wij moeten met dergelijke cijfers altijd voorzichtig omspringen. Maar het staat wel vast dat het geweten van ons volk steeds ruimer wordt. Dat ons volk zich bij de ovenweging van goed en kwaad steeds minder gelegen laat liggen aan de maatstaf van Gods geboden. Geboden die er niet zijn om de mens het leven zuur te maken, maar juist om de aarde leefbaar te houden en lijden te voorkomen.
Het aantal rooms-katholieken dat euthanasie aanvaardbaar acht, blijkt zelfs boven het gemiddelde te liggen en beloopt 71 procent. Men kan niet stellen dat de officiële rooms-katholieke leer die toenemende aanvaarding in de hand werkt. Want de bisschoppen hebben zojuist een herderlijk schrijven over lijden en sterven het licht doen zien, dat er niet om liegt: euthanasie wordt (terecht) ondubbelzinnig afgewezen.
Slechts 8 procent van de rooms-katholieke geënquêteerden meent zich aan die voorschriften te moeten houden. Wij kunnen hieruit leren dat paus Johannes Paulus II nog niet klaar is met de Nederlandse kerkprovincie.
Hij kan wel de top van de RK-Kerk in ons land „hervormen" door fijn roomse, conservatieve bisschoppen te benoemen. Maar er is ongetwijfeld verband tussen het massale verzet tegen de benoeming van bisschop J. G. ter Schure en de uitslag van deze enquête voor wat de rooms-katholieken betreft. De doorsnee Nederlandse rooms-katholiek laat zich de wet niet meer voorschrijven.
Datzelfde geldt de Gereformeerden. Maar in de Geref. Kerken wordt zulks - helaas - door de generale synode in de hand gewerkt. Die synode sprak niet met een „alzo zegt de Heere: gij zult niet doden", maar kwam met een „discussiestuk" over euthanasie. Daarin staat dat een verzoek om euthanasie „niet bij voorbaat afwijzend of misprijzend tegemoetgetreden behoeft te worden." Zoals gezegd, Gods heilzame geboden aangaande dood en leven ontvangen in onze samenleving steeds minder erkenning. We kunnen ons daarbij in afkeurende zin uitlaten over afnemend Schriftgezag en over minder geloof in Nederland aan hemel en hel. Een enquête in mei 1984 gaf als uitslag dat 66 procent van onze bevolking niet meer aan een hel gelooft.
Toch is daarmee de kous niet af. Al te gauw verwordt onze afkeurende stellingname tot een harde veroordeling van de andersdenkende, die zo dom en zondig is, dat hij zich niet naar ons reformatorische, bijbelse standpunt wil richten. Maar is dat het enige antwoord op de uitslag van deze enquête?
Hebben wij, als we gezond mogen zijn, wel eens geprobeerd in de huid van een ander te kruipen? De pijn moet maar eens opdringen. Pijn, dag-in-dag-uit, dag en nacht: lijden dat op den duur als onmenselijk ervaren wordt. Het is ook onmenselijk in die zin dat de mens niet geschapen is om te lijden en te sterven, maar om te leven. Wij stelden vast, dat 66 procent van ons volk niet meer gelooft aan een eeuwige rampzaligheid. Wat ligt voor deze mensen, van hun kant bekeken, meer voor de hand dan euthanasie?
Wij willen Gods gebod niet krachteloos maken. De rationele logica van de moderne mens die met de eeuwigheid geen rekening houdt wordt eens gestraft. Dat zal op de jongste dag blijken. Twee opmerkingen zijn in dit verband echter op hun plaats.
Er wordt veel gesproken over leven, dood en euthanasie, vanuit de harde, ivoren toren der gezondheid. Zeer rechtzinnig. Maar pas als onze gezonde dagen wijken en als wij zelf de dood onontkoombaar recht in de ogen moeten zien, als pijn kwelt, weten wij enigermate waarover het gaat.
Juist in zulke dagen kan bij ons, rechtzinnige, reformatorische kerkmensen, het besef wel eens doorbreken dat wij, óók wij, altijd te weinig rekening hielden met de realiteit van dood en eeuwigheid. Dat de Schrift ook in het diepst van óns hart altijd onvoldoende gezag gehad heeft.
Is ons antwoord op de in steeds breder kring aanvaarde euthanasie - dat is onze tweede opmerking - nu alleen het voorhouden van het gebod „gij zult niet doden?" Dat is belangrijk, zeker. Toch is er meer. Er mag ook gewezen worden op het ware leven dat degene genieten mag die gelooft in Christus, de opstanding en het leven; Christus die een onmetelijk diepe, de allerdiepste lijdensweg ging.
Dat is eerst voor onszelf een persoonlijke zaak die niet buiten wedergeboorte en levensvernieuwing omgaat. Maar wie op de puinhopen van zijn leven de liefde van een lijdende Middelaar ontsloten kreeg, heeft behalve een standpunt ook een boodschap. Gok voor degene die een spuitje wil om van het lijden verlost te zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1985
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1985
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's