Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ruim vierhonderd miljoen gulden antiek in Maastrichtse Eurohal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ruim vierhonderd miljoen gulden antiek in Maastrichtse Eurohal

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het bestaan van antiekbeurzen dateert bepaald niet van vandaag of gisteren. Zelfs niet van eergisteren. Volgens de Amsterdamse kunsthandelaar Douwes moeten we verder terug: naar 1460. De Dominicaner monniken, zakelijk ingesteld, stelden een deel van het kerkportaal ter beschikking aan kunsthandelaren, en dat vanzelfsprekend tegen betaling. En zo werd de Onze Lieve Vrouwenkerk in Antwerpen een voorportaal van koophandel.

Voor de volgende opvallende beurs moeten we honderd jaar later een kijkje nemen in het Vlaamse Antwerpen waar Bartholomeus de Momper (vader van de bekende schilder Joos de Momper) niet alleen schilder, maar ook Lompenhandelaar was. Hij zette in 1560 een flink gebouw neer „Het Pand" en vandaar uit verkocht hij eigen waar, maar verhuurde ook weer stands aan derden.
In de zeventiende eeuw dacht Amsterdam, dat langer achterblijven niet meer ging en zette ook een beurs op. Het was slechts korte tijd later dat van de Amsterdamse beurs „niets meer vernomen werd". Zij had geen levenskracht. Op zich wel verbazingwekkend, want in Holland zat geld genoeg. De VOC bloeide als nooit tevoren en met geld wist men geen raad. Schilderijen was voor velen wel een aardige liefhebberij en deze hingen dan ook van de vloer tot het plafond.
En een gemiddeld schilderij was trouwens ook wel te betalen. Voor een bedrag tussen de vijf en tien gulden kon je al behoorlijk terecht. Naar onze maatstaven moet je die bedragen dan met tachtig vermenigvuldigen.
Er is een nota gevonden, waaruit blijkt dat Isaac van Ostade dertig schilderijen in één keer verkocht voor 75 gulden. Overigens schilderijen die nu een vermogen waard zouden zijn. Maar ook hoge prijzen werden betaald. Frans van Mieris kreeg voor een kwaliteitsstuk 2600 gulden uitgekeerd. En dat vermenigvuldigd met tachtig maakt altijd nog zo'n slordige twee ton.

Begrippen
Maar ondanks de VOC en de welstand van de Hollanders duurde het nog even voor Amsterdam weer een beurs kreeg. Om van de rest van Holland en de andere gewesten maar helemaal niet te spreken. We zitten er wat dat betreft in 1985 wel wat warmer bij. Amsterdam, Delft, Breda en Valkenburg zijn begrippen geworden. En drie van deze beurzen worden rondom dezelfde tijd gehouden: Amsterdam, Breda en Valkenburg. De laatste beurs is inmiddels Maastricht geworden door een fusie met het Maastrichtse Pictura. De beurs Oude Kunst en Antiek in de Nieuwe Kerk te Amsterdam hebben we inmiddels al achter de rug. Maar met Maastricht en Breda ligt dat anders. Iemand die daar eens rond wil neuzen kan vast in de startblokken kruipen.
Deze avond (22 maart 1985) omstreeks 20.00 uur zal de minister van Cultuur, Brinkman, de grote Maastrichtse beurs „Antiquairs International en Pictura Fine Arts" eigenhandig openen. Toezicht daarbij zal worden gehouden door de beschermheer van de beurs prins Bernhard, die zijn dochter Christina met echtgenoot Guillermo mee zou nemen. Hoog bezoek dus op deze beurs. Maar in Maastricht wordt niet alleen hoog, ook veel bezoek verwacht. En dan het liefst niet alleen kijkers, maar ook kopers. Want de tachtig deelnemende antiquairs en kunsthandelaren uit zeven landen hebben tenslotte niet voor niets zo'n vierhonderd miljoen gulden koopwaar meegebracht naar Maastricht.

Moeite waard
En die koopwaar is de moeite van het bekijken zeker waard, al is het zonder de bedoeling ook maar direct in te laten pakken en mee te nemen. In Maastricht is het topantiek uit de handel aanwezig. En dat op alle gebied: meubels, schilderkunst, sculptuur, glas, zilver, klokken, aziatica en ga zo maar door. Het lijkt niet zinvol om hier een opsomming te geven van verschillende namen en prijzen. Slechts twee opvallende zaken. Het eerste is een imposant Jacobus-beeld. Kunsthandelaar Jan Dirven had het alvast meegenomen naar de persconferentie. Het beeld stamt uit de vijftiende eeuw en werd gemaakt in de omgeving van Kleef. Het betreft in dezen Jacobus de Meerdere (Compostella) die tijdens zijn leven zendingsarbeid verrichtte in Spanje, alwaar men nu „ter bedevaart kan gaan". Volgens de Eindhovenaar Jan Dirven had zijn vader het beeld 30 jaar geleden voor zo'n zevenduizend gulden verkocht naar Engeland. Achteraf bleek het beeld wat meer waard en nu, dertig jaar later, was hij zo gelukkig het beeld terug te kunnen kopen van de Engelse familie. Wie schetst mijn verbazing toen ik al bladerend in een veilingcatalogus het betreffende beeld weer zag. Het werd ongeveer een jaar geleden geveild door het Paleis van Schone Kunsten in Brussel en bracht toen 82.575 gulden op exclusief 20 procent opgeld. Bij Dirven kun je nu terecht voor 220.000 gulden. Daar zit dus ongeveer een ministerssalaris tussen...
Nog een korte variatie op hetzelfde thema Glasspecialist Peter Korf de Gidts uit Amsterdam neemt een origineel 17eeeuws fluitglas, gemaeckt naar Venetiaans fatsoen, mee naar Maastricht. Het glas (ook aanwezig op de persconferentie) is kleurloos en zeer zeldzaam. „En ik ben", aldus Peter Korf de Gidts, „de enige antiquair in Nederland die twee van dergelijke glazen in bezit heeft". De herkomst van het glas? „Een familie die dat al zovele geslachten in haar bezit had". Het kan waar zijn... Maar dan was het zeker het andere glas dat vorig jaar bij Sotheby Mak van Waay werd geveild voor 9000 gulden? Maar goed, zomaar twee opvallende zaken, die u niet onthouden mochten worden. Denk vooral niet dat alle handel oneerlijke handel is. Oppassen blijft het altijd geblazen. Zelfs met glas.
U kunt vanaf morgen tot 31 maart in Maastricht terecht. En mocht u de trein hebben gemist, dan kunt u altijd nog van 30 maart tot 8 april in het Bredase Turfschip terecht, want dan is daar de 19e Kunst- en Antiekbeurs.

Breda
De Bredase beurs heeft nog een aparte tentoonstelling binnen haar poorten: „4000 jaar sloten, sleutels en beveiliging". Een korte rondgang over de beursvloer.
De Egyptenaren waren de uitvinders van het slot, maar hun inventiviteit kwam te laat voor Koningin Cleopatra. De slang, door geen enkele afsluiting meer tegen te houden, beet al meedogenloos door in haar ivoren lichaam dat in de 17e eeuw in Neurenberg was gesneden, (Fijnaut, Amsterdam). Ook het laat-middeleeuwse ijzeren slot met zijn flamboyante gotische vormen, van Franse origine, mocht niet meer baten, maar is wel te vinden in de stand van Koldewey, Helvoirt.
Beter beschermd tegen van buiten dreigend geweld was de jonge vrouw, half verscholen achter een plastisch Art Nouveau ornament. Gautrait voerde dit voor het bekende Parijse huis Vever in goud en ivoor als hanger uit, met een pendeloque parel (Dekker, Amsterdam). Vrijwel een eeuw geleden, in 1889, schitterde het bijou al op de Wereldtentoonstelling in de Franse hoofdstad.

Geliefden
Een heel andere geest ademt het Empire vaaswerk uit het Franse Sevres waarop een schildering met galante scènes („La Residence", Den Haag). Het afgebeelde paar kon zich onbespied weten tijdens het geladen overleg. Hoe anders verging het de geliefden die anno 1770 op een achterglasschildering van de bekende Zeuner in de kloostertuin werden betrapt. De abt heft zijn hand vermanend omhoog, maar daar laat hij het bij. Geestelijken plegen nu eenmaal niet te grijpen naar vuursteenpistolen die, overigens, als koppel in dezelfde stand aanwezig zijn (Dokter, Deventer). Ook het als een bijl uitziende voorsnijmes, eens eigendom van de kuipers en de vatenmakers, gebruikt bij de maaltijden in hun gildekamer, wacht op een andere geïnteresseerde.

Snarenspel
De musicus lijkt zijn leerling-harpiste op haar fouten te wijzen als hij haar met een bezwerende geste halt laat maken bij haar snarenspel: de 18e-eeuwse meester Willem Joseph Laguy bracht dit samenzijn in olieverf tot leven op een gesigneerd paneel (Fijnaut). Ook het klavier komt tot leven, en wel als vijf octaafs mahonie tafelpiano, gesigneerd „Meincke et Pieter Meyer fecerunt op 't Rokkin te Amsterdam", circa 1790, nog net uit de Louis XVI-periode. Composities tot circa 1800, van Haydn, Mozart, deels Beethoven, zijn met het beschikbare aantal witte en zwarte toetsen uitstekend speelbaar op dit instrument (A. K. J. v.d. Gulik, Amsterdam). Voor hen die zich niet onder de uitvoerende kunstenaars scharen, verschaft „Breda" genoeg muziekvertier met een cilinderspeeldoos waarop twaalf melodieën tot klinken komen in een operarepertoire met fragmenten uit o.a. Faust van Gounod en Der Freischütz van Carl-Maria von Weber (Van Os en Yu, Amsterdam).

Edelman, bedelman
Prins Willem V, geportretteerd in 1770 door Anna Charlotte Didier de Boncour, is als waardige afstammeling van Willem de Zwijger op „Breda" aanwezig (Smelik & Stokking, Den Haag). Wèl een tegenstelling met de in sjofele plunje geklede ivoren mansfiguur die nagenoeg gelijktijdig in Duitsland werd gemaakt (C. L. van Nieuwkoop, Rotterdam),

Kapiteinskist
La Residence, Den Haag, brengt een rozehouten miniatuurbureautje, een proefstuk van een schrijnwerkersleerling uit de 18e eeuw. Maar ook grotere meubelen zijn er, te kust en te keur, zoals de satijnhouten Louis XVI secretaire met chinoiserie lakpanelen (J. G. Kuyper & Zn., Breda), de gebombeerde cubamahonie commode met een dienschuif onder het marmeren blad (J. K. Driessen, Arnhem), het statige notehouten kabinet en de palissander kapiteinskist die tevens secretaire is en eens vastgeschroefd zat in de scheepsbetimmering (Het Oude Hof, Den Haag).
Een oudgekleurde kopergravure circa 1700 uitgegeven door P. Mortier, geeft zicht op dit vlagvertoon (Forum, Utrecht). Het is de rede van Vlissingen waarom het gaat en de stad met zijn vertrouwde centrum wenkt de stuurman naar zijn huis, zoals L. J. Kleyn in de 19de eeuw dat heeft geschilderd (Bastings, Oss).
De tijd vliegt om bij het 17de-eeuwse torenuurwerk (van Kollenburg, Oirschot), de 18de eeuwse lierpendule met geskeletteerd uurwerk (M. H. Schreurs, Breda) en de 19de-eeuwse Friese staartklok, bij wijze van uitzondering voorzien van een iepehouten kast en van acht bellen die verschillende aria's produceren (R. de Slegte, Voorburg).

Drankorgel
Een indrukwekkend geheel met koperen kraan is het zogeheten drankorgel, een term die niet alleen van toepassing is op een chronisch drinker, maar tevens op een stellage met vaten van verschillende soorten sterke drank. Dit exemplaar is afkomstig uit een café in het Overijsselse Wijhe, waar het vanaf circa 1720 de gasten bekoorde met jenever en brandewijn (Jan d'Hond, Dordrecht). Twee specialisten van klasse zijn de stands met historie- en familiepenningen van J. B. Westerhof, Sneek, en met barometers van Bert Bolle, Maartensdijk. Op de statige bakbarometer — zo typisch Hollands — van de beroemde Amsterdamse maker Paulus Wast kan men aflezen of men „Mooy Weer" of een „Orcaan" kan verwachten, maar de wetenswaardigheden van weer en wind zijn ook afleesbaar op stickbarometers en barografen.
Tenslotte rust de bezoeker van deze veelzijdige beurs uit op Perzische, Turkse en Kaukasische tapijten, in sprekende en gedempte tinten voorhanden in de stand van Van Meeuwen b.v., Amsterdam/ Utrecht.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Ruim vierhonderd miljoen gulden antiek in Maastrichtse Eurohal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's