Welzijnsplan in Katwijk niet principieel genoeg
SGP en RPF komen met alternatief
KATWIJK — Bij het verstrijken van het gemeentelijke welzijnsplan 1982-1985 van Katwijk is in de commissie welzijnsplanning de discussie op gang gekomen hoe de beleidsplanning voor de nabije toekomst eruit zal zien.
Afgelopen maand heeft een meerderheid van deze commissie besloten om de uitgangspunten die ten grondslag hebben gelegen aan het plan 1982-1985 in grote lijnen te handhaven. Hiermee keerden zij zich tegen de standpunten van de leden M. van Rooyen (SGP) en J. H. ten Hove (RPF). Deze vonden dat in het nieuwe plan meer principieel moet worden beoordeeld welke instellingen wel en welke niet worden gesubsidieerd. „Gods Woord moet hierbij als leidraad dienen!" De overige leden van de commissie wezen dit af, omdat zij menen dat in het Katwijkse welzijnsplan iedere burger gelijke kansen moet krijgen.
De vertegenwoordigers van de SGP- en RPF-fracties waren de enige commissieleden die met alternatieve versies op de uitgangspuntennota kwamen, zoals die voor het nieuwe welzijnsplan is opgesteld. In de nota die zij uitbrachten wezen zij erop, dat in het huidige plan te weinig rekening wordt gehouden met het feit dat een meerderheid van de Katwijkse bevolking kiest voor een christelijke levenshouding. Met een gemeenteraad die 18 confessionele raadszetels (CDA 10, SGP 5 en RPF 3) van de 25 zetels telt, mag een meer principiële inbreng verwacht worden.
Minima
Volgens SGP'er Van Rooyen zou daarom moeten worden aangesloten bij wat onder de Katwijkse bevolking leeft. Hij vroeg zich verder af of het huidige niveau van de welzijnsvoorzieningen wel gehandhaafd moet blijven nu er steeds meer huishoudens gaan behoren tot de groep van „echte minima". De aandacht zou veel meer naar die groep moeten uitgaan.
De fractievoorzitter van de RPF, drs. Ten Hove, vond dat het Katwijkse plan een socialistische ondertoon ademt, omdat de overheid eruit naar voren komt als degene die van alles stimuleert en ondersteunt. In de nieuwe opzet moet volgens de RPF'er duidelijk naar voren komen wat wel en wat niet financieel gesteund kan worden. Bij het maken van die afweging zou het Evangelie als richtsnoer moeten dienen.
Dat Van Rooyen en Ten Hove niet konden rekenen op de confessionele meerderheid voor hun ideeën bleek uit de scherpe kritiek van CDA-zijde. Wethouder Parlevliet zei dat het CDA in zijn programma ook uitging van het Evangelie als richtsnoer, net als de RPF. Evenwel vond hij dat hij als christen zijn leefregels niet aan iemand anders kan opleggen. Volgens het CDA-raadslid A. van der Plas is er sprake van Khomeini-achtige toestanden wanneer een christelijke meerderheid zijn normen dwingend gaat opleggen aan een minderheid. „Op die manier wordt op een theocratische samenleving afgestuurd."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1985
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1985
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's