Joodse wetenschap zoekt compromis tussen sabbatsgeboden en weelde...
Een moderne computer is net een miljoen sabbatsklokken
Bijna iedereen heeft wel gehoord van de "sabbatsgoj", de niet-jood die op sabbat voor de joden het licht aandoet. Voor de oorlog werden veel joden in Nederland op deze manier geholpen toch het dagelijks comfort te genieten zonder hun wetten te overtreden. De orthodoxe joden van vandaag in Israël willen echter niet geholpen worden door niet-joden (gojiem). Het is hun overtuiging dat de joodse staat moet kunnen bestaan op grond van de joodse wet. Daarom is de sabbat pas sinds de onafhankelijkheidwording in 1948 een probleem geworden.
Naast de seculiere wetenschapsbeoefening groeit er daarom een stroming religieuze wetenschappers. In 1955 stichtten zij hun Bar-IIan Universiteit in Tel Aviv en in 1969 werd door de orthodox-joodse wetenschappers het Instituut voor Wetenschap en Halacha gesticht.
Wereld ten dienste
De eerste zionisten die eind vorige eeuw besloten naar Palestina te gaan om een nieuw „Joods Nationaal Tehuis" te stichten, moesten niet veel hebben van hun religieuze mede joden. De toen nog areligieuze Theodor Herzl die in zijn pamflet „Der Judenstaat" een schets gaf van de nieuwe staat, wilde slechts synagogen bouwen, omdat die in een joodse staat onvermijdelijk zouden zijn. Maar verder mocht de invloed van de religie wat hem betreft niet strekken. De nieuwe joodse staat zou een voorbeeld moeten worden voor de wereld, Herzl verkeerde duidelijk onder invloed van de opkomende Industriële Revolutie in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Hij wilde in een nieuw land een nieuwe industrie en een nieuwe democratie opbouwen. Als de joden eenmaal in hun nieuwe „thuis" zouden wonen, zouden zij op twee manieren de wereld ten dienste kunnen zijn. Allereerst zou er een einde komen aan de jodenvervolgen — de voornaamste reden voor het verlangen van de zionisten — en doordat al het joodse intellect er samen zou werken, zou de wereld profijt kunnen hebben van de nieuwe uitvindingen en ontdekkingen die men zou gaan doen. Zo zag Herzl het toen hij in 1896 Der Judenstaat schreef. Van orthodox-joodse zijde rees veel protest tegen de opbouw van de joodse staat. Dat was immers slechts voorbehouden aan de Messias. De staat Israël zou er pas komen als Messias komt. Zodoende waren het voornamelijk joden met socialistische idealen die werkten aan de opbouw van het land.
Religieus zionisme
Mlaar na 1948 werd het langzamerhand in religieuze kringen geaccepteerd dat de staat Israël er was. Langzaam maar zeker groeide er een nieuwe stroming binnen het zionisme: het religieus zionisme. De mensen die hiertoe behoorden, zagen de herboren staat als het vervolg van het oude Israël dat in het jaar 70 door de Romeinen werd veroverd. Binnen deze stroming zijn natuurlijk talloze variaties. Gematigden zijn tevreden met de huidige situatie en zijn zelfs bereid met minder genoegen te nemen. Extremen willen het land „bevrijden" tot ... groot als het in de periode van koning David was en willen bovendien alle Arabieren het land uitjagen. De laatste jaren heeft het religieus fanatisme zo'n vlucht genomen dat hèt bijna de plaats heeft ingenomen van het vroegere socialistisch zionisme. Het ..uwedeel van de nieuwe immigranten is orthodox en voelt zich door de joodse religie gedreven zich in te zetten voor Israel.
Israël lijkt op het eerste gezicht een westerse democratie, maar dat is bij nader inzicht een te oppervlakkige beschouwing van wat het ten diepste is: een joodse staat. De altijd lerende orthodoxe joden hebben in de geschiedenis veel weerstand opgeroepen. Maar door hun hardnekkig en zelfs koppig volhouden, hebben zij in vele dikwijls moeilijke omstandigheden de 613 ge- en verboden van het jodendom weten te houden. Doordat zij geen compromis sluiten als het gaat om het volbrengen van de „mitzwot", wekken zij veel antipathie, maar vormen zij ook de ruggegraat die het jodendom altijd overeind heeft gehouden.
Sabbat
In Israël staan de religieuze joden met hun 613 ge- en verboden, die gedestilleerd zijn uit de ruwweg drieduizend jaar oude Thora (wet), temidden van een moderne samenleving, die een vooraanstaande plaats inneemt op het gebied van de zogeheten „high-technology". De techniek biedt voor de wettische joden zowel onverwachte problemen als mogelijkheden. In Jeruzalem staat in de religieuze wijk Bajt Wagan het Instituut voor Wetenschap en Halacha. Halacha is de naam voor het geheel van religieuze joodse wetten. De halacha is de dagelijkse leidraad voor honderdduizenden joden over de gehele wereld. Men houdt zich er vooral bezig met het bedenken van oplossingen om toch het comfort en de gemakken van de moderne techniek te hebben zonder daarbij wetten te overtreden. De enige universiteit in Israël die bewust verbanden legt tussen geloof en wetenschap is de Bar-IIan Universiteit in Tel Aviv. De oprichting ervan in 1955 heeft geleid tot het oprichten van dergelijke opleidingen in de Verenigde Staten. In het instituut in Jeruzalem houdt men zich vooral bezig met de sabbatsgeboden. Immers, de sabbat is voor de orthodoxe joden een echte rustdag. Het is niet slechts een verbod om te werken, maar men ziet ook de sabbat als herdenking en navolging van de zevende dag van de schepping. Die dag heeft God gerust van al Zijn werk. De orthodoxe joden willen de sabbat gedenken door op die dag geen veranderingen aan te brengen in de schepping. De schepping moet dan 24 uur blijven zoals die ze was. Het is de mensen gegeven om te heersen over de schepping, maar niet op sabbat. Dan leeft de mens (in elk geval de religieuze jood) één dag in afhankelijkheid van het Opperwezen en vermijdt hij de dingen waardoor hij zich als heerser over de schepping zou kunnen tonen. De lampen worden bijvoorbeeld voor het begin van de sabbat (vrijdagavond zonsondergang) aangestoken en blijven branden tot na afloop van de sabbat de volgende avond als het weer donker wordt. De joden mogen geen veranderingen aanbrengen in de toestand waarin men de sabbat ingaat.
Laten werken
Al moet hierbij worden gezegd dat er binnen het jodendom verschillende gedachten leven, zoals praktisch over alles. Een andere redenering is dat op de sabbat een verbod geldt voor de werkzaamheden die nodig waren voor de bouw van de tabernakel en voor de werkzaamheden die daaruit kunnen worden afgeleid.
Dit is ook een belangrijke bron geweest voor het vormen van de 613 ge- en verboden. William Low was een van de stichters van het Instituut voor Wetenschap en Halacha. Hij zegt dat het vierde gebod zegt: Gij zult niet werken op sabbat, maar dat er niet staat dat er helemaal geen werk gedaan mag worden. „Er is geen verbod op werk dat zonder menselijke inspanning wordt verricht, maar dat gedaan wordt door inspanningen die al op vrijdag zijn gedaan". Dit geldt bijvoorbeeld voor irrigatiepijpleidingen die voor het begin van de sabbat open worden gedaan. Het water zelf „bewerkt" als het ware de velden ten bate van de eigenaar. Het verschil tussen „zelf werken" en „laten werken" werd in de Talmoed (de joodse mondelinge traditionele overlevering naast de Thora) al tot in de finesses uitgewerkt. Het is ook verboden om water op een vuur te gooien, tenzij er gevaar voor leven is, of een leven gered kan worden. Maar als het vuur een bepaalde richting opgaat, dan is het volgens de Talmoed wel toegestaan om op die weg potten of kruiken met water neer te zetten, zodat het vuur daardoor gedoofd zal worden. Geleerden die deze uitleg op hun beurt weer naar de moderne tijd toe hebben uitgelegd, vinden dat automatische sproei-installaties ingeschakeld mogen worden om een vuur te blussen, als er een voorziening op zit waardoor het systeem niet rechtstreeks wordt ingeschakeld. William Low, die nog steeds als natuurkundige aan het Instituut voor Wetenschap en Halacha is verbonden: „Voor degenen die in een volkomen seculiere omgeving leven mogen zulke oplossingen wel erg uitgedacht lijken, maar in een religieuze gemeenschap zijn zij onderdeel van het dagelijks leven. En dan zit er geen verschil in met het ingeburgerde gebruik van een sabbatsklok".
Sabbatsklok
De sabbatsklok is een elektrische tijdschakelaar die op de belangrijkste elektrische apparaten en lampen in huis is aangesloten. Die tijdschakelaar wordt ingeschakeld voor de sabbat begint en keurig op tijd gaan dan toch de lichten aan en uit. Het woord „sabbatsklok" stamt uit Oost-Europa waar ongeveer negentig jaar geleden iemand op het idee kwam om de gewichten van een pendule met een koordje te verbinden aan de lichtschakelaar. Wanneer de gewichten ver genoeg gezakt waren, werd door de klok het licht aan- of uitgedaan. Toentertijd was dit stof voor hevige discussies, waarvan uiteindelijk de uitkomst was dat men deze „uitvinding" zou accepteren. En hoewel de gedachte van de huidige sabbatsklokken" eigenlijk dezelfde is, de klok zelf intussen een kleine computer geworden. „Maar", zegt Low, een moderne computer is net een miljoen sabbatsklokken". Een andere veel gebruikte oplossing voor deze „indirecte arbeid" is de „grama-schakelaar", die niet rechtstreeks een elektrische stroom laat lopen. In plaats daarvan wordt een plastic schermpje weggeschoven van een foto-elektrische cel. Als het schermpje weg is, kan deze foto-elektrische cel de stroom laten lopen, maar de bediener van de schakelaar heeft dan niet zelf de stroom in werking gezet. Met behulp van deze indirecte schakelaars heeft men een zogenaamde „sabbatstelefoon" ontwikkeld. De meeste van deze sabbatsapparaten worden slechts gebruikt in de medische sector. „Het is niet de bedoeling om de Almachtige te slim af te willen zijn", licht men op het instituut toe.
Sabbatsjeep
Orthodoxe joden die in nederzettingen op de Westoever wonen, hebben voor de bewaking op Sabbat zelfs een speciale „sabbatsjeep" ontwikkeld. Eerder voerde men geen controles uit op sabbat, maar de kibboets Migdal Or, tussen Jeruzalem en Hebron had zo te lijden van diefstal uit de citrusboomgaard, dat men de rabbijnen toestemming gevraagd heeft, met een speciaal aangepaste jeep de wacht te mogen houden. In de jeep zit een extra apparaat ingebouwd dat de niet strikt noodzakelijke functies als toeter, lichten en richtingaanwijzers uitschakelt. Op vooraf ingestelde tijden start de motor zichzelf. Wat de chauffeur alleen nog hoeft te doen is te sturen, gas te geven en te remmen. Ondanks het feit dat dit soort technische uitvindingen misschien een klein toepassingsgebied hebben, ziet de heer Low nog grote mogelijkheden voor de toekomst. Nu al wordt het zestien jaar geleden opgerichte instituut vaak geraadpleegd door het Ministerie van Arbeid, dat vergunningen aan bedrijven moet verstrekken die op sabbat door willen werken. Ingenieurs van het instituut bestuderen dan in de fabriek nauwgezet de mogelijkheden om het werk op sabbat te beperken.
Besparingen
Vaak gebeurt het dat men daarbij oplossingen vindt die gedurende de rest van de week ook besparingen opleveren. Als wij het proces bestuderen leidt dat bijna altijd tot een groter begrip van het produktieproces en dat geeft mogelijkheden om efficiënter te werken. Het hoofdprobleem zit vaak niet in de technologie, maar in de bedienden die hun overwerkvergoeding voor de sabbat niet willen missen". Verder werkt het instituut aan oplossingen voor industrieën die het produktieproces niet kunnen stoppen, omdat het zeker 48 uur duurt om het precies weer op gang te brengen. Tot nu toe is daar niet veel interesse voor, maar Low gelooft wat dit betreft in de toekomst. De technologie zal op de den duur voor de maatschappij geld besparen en minder zorgen kosten. Zo is het in Japan ook gegaan. Het is belangrijk voor industrieën om te kunnen werken zonder voortdurende menselijke controle. Niet alleen voor een joodse staat, maar ook voor de westerse samenleving die op weg is naar een vierdaagse werkweek".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1985
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1985
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's